Stripverhalen in Nederlands-Indië
Reinier Sebastiaan
Veldhuijzen
Johan Adriaan
Zilversmit
column o Zeffry J. Alkatiri
Zo blijven dan:
Geloof, hoop en liefde, deze drie,
maar de meeste van deze drie is
de liefde.
i Korintiërs 13
('Japie')
Menado, Indonesië, 1 november 1918
t Cairns, Australië, 20 september 2004
Mijn Jaap, onze pa en opa, onze broer, onze
zwager is op 20 september stilletjes aan zijn
Grote Reis begonnen.
Wij missen zijn liefde.
Fanny Veldhuijzen-van Bemmel,
kinderen en kleinkinderen
Lex, Han, Ben, Jane
Fried, Janny
Zeer bedroefd, maar met een onuitwisbare
herinnering aan zijn leven, hebben wij geheel
onverwacht afscheid moeten nemen van mijn
innig geliefde man, onze oom en oud-oom
Jan
Sidoardjo (Ned.-Indië), 22 februari 1925
t Kortenhoef, 20 september 2004
Lieve Jan, je zult altijd in onze herinnering blijven
Magda Zilversmit-Lasut
en verdere familie
Correspondentie-adres:
mw. M. Zilversmit-Lasut
Mr.J. Sandersonhof 3
1241 CD Kortenhoef
De begrafenisplechtigheid vond plaats op 24
september 2004 op de Noorderbegraafplaats
te Hilversum.
De Indonesische schrijvers Zeffry Alkatiri en
J.J. Rizal schrijven afwisselend een column
waarin ze verbanden leggen tussen Batavia
en het huidige Jakarta.
Eind jaren twintig kwam het stripverhaal
op in Indonesië. De eerste strips waren
vervolgverhalen en werden in kranten
en tijdschriften gepubliceerd. Niet alle
kranten en tijdschkiften publiceerden ze;
het stripverhaal werd gezien als leesvoer
van lage kwaliteit vanwege het populaire
taalgebruik. Alleen een paar Chinese bla
den durfden het aan om Europese strips
over te nemen en te plaatsen.
Pas in 1930 publiceerde het tijdschrift Sin
Po een strip van eigen makelij. De strip
ging over een dikke man die Put On heet
te en werd getekend en geschreven door
Kho Wan Gie. Hij werd later ook lid van
de redactie van Sin Po. Put On verscheen
iedere zaterdag en stond op pagina één
van het vierde katern en besloeg meestal
vijf kolommen.
Put On is een karikatuur van een Chinese
vrijgezel. Het verhaal gaat over zijn
dagelijkse belevenissen. In een paar
afleveringen maken we kennis met zijn
strenge oma, zijn kletsende zus en zijn
stoute, domme broertjes en zusjes. Maar
ook goede vriend Aliuk en Dortje komen
in de verhalen voor. Dortje, haar bijnaam
is Mintje, is het meisje waar hij een oogje
op heeft. Zij gedraagt zich altijd overdre
ven Nederlands. Met de komst van de
Japanners verdween Put On tijdelijk van
het toneel. Na de onafhankelijkheid werd
de strip tot het begin van de Orde Baru
vervolgd in het tijdschrift Panca Warna.
Het karakter van Put On is in de loop der
jaren niet veranderd, wel ging de strip
steeds meer over de dagelijkse proble
men van de Jakartaan.
Dan had je ook nog de strip See Yoe Kee
in Star Magazine. Een klassiek Chinees
verhaal, gebracht in pasar Maleis. Het
verhaal gaat over Soen Go Kong, een
Chinese apenkoning. In het lange verhaal
zoekt Soen Go Kong bovennatuurlijke
krachten door bij de goden in de hemel
in de leer te gaan. De apenkoning wordt
heel begaafd en helpt graag mensen.
Dit verhaal is tot op de dag van vandaag
bekend. Hoewel Soen Go Kong ondeu
gend is zoals het een aap betaamd, is
hij voornamelijk bekend om zijn moed,
trouw en behulpzaamheid.
Een andere strip, ook uit Star Magazine,
is Empe Tongkeng-, een Chinese karika
tuur zonder tekst met levendige grappen.
Het verhaal gaat over een oude Chinese
opa die constant in de problemen komt.
Het aantal thema's is oneindig en heb
ben betrekking op het dagelijks leven.
Omdat strips makkelijk verteerbaar en
goed verkrijgbaar zijn, worden ze gele
zen door mensen van alle leeftijden en
milieus. Dat is de reden dat veel reclames
in de jaren dertig en veertig de vorm van
strips aannamen. De advertentiecomics
werden meestal gebruikt om medicij
nen, zeep en tandpasta aan de man te
brengen. Dat gebeurde vooral in Chinese
bladen. De reclamestripverhalen in Sin
Po en Star Magazine gebruikten in die
tijd een mengsel van pasar Maleis en
plat Nederlands. Dat was de taal die de
consumenten dagelijks gebruikten. Sinds
lange tijd geeft de Chinese gemeenschap
in Nederlands-Indië vorm aan hun iden
titeit door kranten en tijdschriften uit
te geven, waarin hun specifieke taalge
bruik te lezen was. Lang voor Indonesië
onafhankelijk werd, werd deze mengtaal
al gebruikt door kranten en tijdschrif
ten die eigendom waren van Chinezen.
De taal is een mengsel van verschil
lende talen, doorspekt met woorden die
afstammen van het Nederlands. Hij volgt
niet de Maleise grammatica van Ch A van
Ophuijsen, daarom vonden ouders het
ook niet goed dat hun kinderen die strips
lazen. Maar de tieners lazen de strips
toch, stiekem. In de Japanse tijd werden
deze media verboden, zodat strips als
Put On en See Yoe Kee de laatste strip
verhalen waren die voor de Indonesische
onafhankelijkheid verschenen.
november 2004 39