F f; SM' r- /- Julia: 'Bij uw geboorte waren ze erg blij met u. U bent een laatbloeier en heeft een mooie jeugd gehad.' Max:'Eerlijk gezegd waren mijn ouders niet zo blij met mij. Ik was min of meer onge wenst. Dat is later wel goed gekomen, toen ik er eenmaal was. Ik was ontzettend ondeu gend.' Julia: 'U heeft veel slaag gehad in uw jeugd.' 'Ja,' lacht Max,'ik mocht altijd kiezen tussen de zweep, de karwats of de rotan. Niet met de sapu lidi, die was niet hard genoeg.' Julia:'U bent niet ongewenst hoor. U denkt het misschien, maar het is niet zo. Het hindert u niet in uw leven.' Max:'Nee, totaal niet.' Julia: 'Bent u toen u klein was vaak gevallen?' Max:'Ja, maar niet ern stig. Ik zocht het ook zelf op. Ik was een ontzettende bran- dal als kind.' 'Dat bent u nog steeds', lacht Julia.'U bent een vrolijk mens.' Max:'lk had eigenlijk wat meer negatieve dingen van deze sessie verwacht.' Julia:'O, dat u driftig bent of ongedurig? Ja, dat hoeft toch niet altijd.'

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2004 | | pagina 47