toen steeds meer bewoners het einde van de rondgang niet haalden,
werd dat gebruik afgeschaft.'
Het Afrikaanse Kamp ligt enigszins afgelegen aan de rand van de stad.
Elke dag moet Evelien een uur van het kamp naar school lopen. Als ze
iets ouder is, krijgt ze van haar oom een fiets cadeau.'Soms had mijn
moeder de fiets nodig en dan werd ik door de djongos gebracht en
gehaald. Ik was eigenlijk een verwend nest,'grinnikt ze. Na schooltijd
speelt ze met leeftijdgenootjes in het kamp.'We speelden winkeltje,
waren aan het bikkelen of deden een wedstrijdje "plaatsnamen zeggen".
Dan moest je in een opengeslagen boek een letter prikken en vervolgens
zoveel mogelijk plaatsnamen noemen die met die letter beginnen.'
Regelmatig bezoekt Evelien oma Tjang Beelt bij wie het altijd een zoete
inval is. In het kamp worden opa's en oma's aangesproken met tjang, de
volwassenen spreken elkaar aan met 'oom'en 'tante'. Oma Louise Land is
de oudste inwoonster in de Afrikaanse wijk en de moeder van wijkmees
ter Doris Land. Louise is een vrouw met gezag die vooral bij het geza
menlijk koken altijd de leiding heeft. Eveliens eigen oma leeft niet meer,
maar haar Javaanse overgrootmoeder Nikem wel.'Nikem is de vrouw
van Klink, de Afrikaanse stamvader van mijn familie die geen voornaam
kreeg toen hij door het KNIL werd ingeschreven. Nikem was een kleine
vrouw op leeftijd, altijd gekleed in sarong kebaja, die sirih in een koperen
vijzeltje stampte. Mijn broers en ik vonden dat leuk werk en vochten
erom wie mocht stampen.'
In huize Klink is het met al het personeel en drie inwonende tantes, de
jongere zussen van Eveliens vader, een gezellige boel.'Eén tante werkte
als onderwijzeres, één in de huishouding bij een familie en de derde
kookte en hielp mee in het huishouden. Met mijn jongste tante had ik
het meest contact, omdat ze het langst bij ons inwoonde.'
ledereen eet altijd samen. Soms is er brood bij het ontbijt, maar meestal
eet men driemaal daags volgens de Indische traditie rijst en bijgerechten
en vruchten als doerian, mango, papaja en ananas. Haar broers voetbal
len na de maaltijd of gaan op stap met de padvinderij. Evelien meldt
zich aan bij de'Zonnebloemen', een onderafdeling van de Katholieke
Jonge Meisjes (KJM).'We leerden er koken, banden plakken, schoenen
en zolen poetsen, spelletjes en zingen. Ik vond het zingen zo leuk dat ik
me bij het kerkkoor aanmeldde. Omdat ik een vrij lage stem heb, werd
ik bij de bassen ingedeeld.Tijdens de diensten zongen we psalmen en
kerkliederen. Het waren meestal Latijnse teksten: sanctus, gloria, credo,
agnus dei... Lezen kon ik het wel, maar begrijpen deed ik het amper. Elke
zondag zong ik tijdens de hoogmis. Altijd vierstemmig wat prachtig
klonk, helemaal met die goede akoestiek in de kerk.' In het kamp leert
ze Afrikaanse en Maleise liedjes, waaronder Hosee Iele, tjari tjari, nona
itu manise en Ani kokomoro.'wat het enige Afrikaanse liedje is dat ik me
nog kan herinneren. Bij het Maleise liedje Hosee Iele moest iedereen het
refrein meezingen.'
Er is een foto bewaard waarop Evelien als elfjarig meisje in het uniform
van de KJM staat.'Ik zie er meisjesachtig uit, maar eigenlijk was ik meer
een jongen. Ik droeg mijn haar kort en ik was vaak met mijn broers aan
het knikkeren, tollen of in bomen aan het klimmen. Af en toe ging ik
netjes aangekleed naar de zondagmatinee in de bioscoop waar ik films
met Sonja Henie en Dorothy Lamour zag. Ik was altijd in de weer en
amuseerde me prima. De kinderen met wie ik op school en in het kamp
omging waren van Indo-Afrikaanse en Indo-Europese afkomst. We had
den het leuk met elkaar, maar ik heb altijd gezegd dat ik met een Afri
kaanse jongen wilde trouwen. Ik ben daar altijd heel stellig in geweest:
een Afrikaanse jongen en geen ander.'
Soms zwaait ze tijdens het bikkelen met haar vriendjes naar de voorbij
fietsende Daan Cordus. Op het moment dat Nederlands-lndië wordt
bezet door het Japanse leger, gaat Evelien bijna naar de zesde klas.
Dochters van de Archipel, Van moederland Indië naar vaderland
Necl ■lioi door Criselda Molemans met foto's van Willy Jolly
verschijnt bij uitgeverij Balans, telt circa 221 pagina's en kost 77,95
ISBN go 5018 646 7.
In het uniform van de Zonnebloemen,
8 januari 1941. Evelien in het midden, v
Evelien Klink en Daan
Cordus op hun trouwdag.
Djakarta, 31 januari 1951.
Evelien met haar
twee oudste
dochters in
Bandung,1953.
48 moesson