Herinnering estafettecolumn Frans Wollrabe 'Meneer Wollrabe,' lacht de Belgische pro- ducente mij toe van Het Groot Dictee der Nederlandse Taal.'Mag ik u vertellen waarom wij zo blij zijn dat juist li het dictee heeft gewonnen? Omdat u een kleurtje heeft.' Een kleurtje? O ja, nu je het zegt, ik was alweer vergeten dat ik Indisch ben! Terwijl anderen van mijn prachtige eerste plaats in de leukste televisiecompetitie van het jaar een etnische kwestie maken, stonden de weken waarin ik mezelf heb moeten slepen op de weg naar dat ereschavot in de Eerste Kamer, in het teken van een heel andere strijd. Niet die tussen allochtonen en autochtonen, zelfs niet die tussen Holland en Vlaanderen, maar mijn eigen persoonlijke gevecht om iets grilligs en onvoorspelbaars als de spelling van het Nederlands te door gronden. Zoals bij veel kinderen speelde het grootste deel van mijn jeugd zich af op school of in ieder geval samen met mijn klasgenoten. Na de brugklas stroomde ik door naar het gymnasium en zo kwam ik, zoon van een ex-KNIL-militair, terecht tussen oer-Neder- landse zoons van chirurgen en dochters van kantonrechters. Indische impulsen waren hier zeldzaam. Natuurlijk merkte ik thuis dat mijn ouders hun Nederlands spraken met een ander accent dan mijn leraren. Dat vond ik weieens amusant, het was vooral dolle pret als mijn vader het niet kon laten tussen zijn Nederlands hier en daar wat Maleise woorden rond te strooien. Geld was nooit 'op', maar'pedot'en het raakte niet op omdat alle kleine uitgaven bij elkaar opgeteld één groot bedrag vormden, maar er gold simpelweg 'kletak kletiek'. Maar vaker stoorde het me, niet omdat ik het dialect lelijk vond, maar omdat ik bang was dat die impulsen thuis mij zouden belemmeren volwaardig Nederlands te spreken en te schrijven. En ik daardoor niet één zou zijn met mijn vrienden van school. Toen mijn schooldecaan mij midden in mijn middelbareschooltijd waarschuwde dat ik misschien heel goed in het uit het hoofd leren was van rijtjes, maar dat ik het met stampen van woordjes in de bovenbouw met talen niet zou redden, heb ik het roer snel omgegooid. Mijn aandacht verschoof van het stoere, aardse wis- en natuurkunde naar het meer zweverige Nederlands. Ik ben de taal zelfs na het gymnasium gaan studeren en loop nu al jaren in het leven rond als neer landicus. En zo werd de band met Indië nog losser dan hij al was. En de herinneringen van mijn ouders aan Indië dan? Pikte ik daar niets van mee? Na tuurlijk. Mijn vader is als soldaat de Tweede Wereldoorlog in gemarcheerd en werd snel krijgsgevangene om kort daarna mee te bou wen aan de beruchte Birma-spoorlijn. Maar of het een verdedigingsmechanisme van hem was, weet ik niet, maar de verhalen van mijn vader over die tijd klonken als spannende avonturen. Hij vertelde ze steevast met een glimlach en met een intonatie alsof hij uit een jongensboek voorlas. Om weer een heel Indisch voorbeeld te noemen mijn vaders versie van De Schippers van de Kameleon. Het is bijna niet voor te stellen, maar toch werkt het zo: als een verhaal over ellende geroman tiseerd verteld wordt, gaat de ernst ervan op de een of andere manier aan je voorbij. Pas toen ik de film To End All Wars zag, over het lot van Britse soldaten in Birma, werd ik door drongen van de ernst. Hoewel in die film alles natuurlijk werd nagespeeld, was zweet daar zweet, bloed was bloed, dood was dood. Ook mijn moeder heeft in de jaren veertig het nodige meegemaakt in Indië. Maar pas veel later werd mij duidelijk dat zij daar diepere littekens aan had overgehouden dan zij jaren lang had laten doorschemeren. Vooral tijdens de onrustige jaren na de oorlog. De Wet Uitkering Burger-Oorlogsslachtoffers verleent financiële ondersteuning aan mensen die in de oorlog als burger letsel hebben opgelopen en daardoor blijvend in hun gezondheid zijn geschaad. Vrij kortgeleden ondernam mijn moeder de eerste stappen om aanspraak op deze uitkering te maken. Ik kon me al niet voorstellen dat zij zomaar deze langdurige en vermoeiende procedure inging voor een handvol euro's in de maand. Daar moest iets meer aan de hand zijn. Een cruciale stap in de aanvraag is een gesprek dat een professional met de kandidaat aangaat. Daarin wordt zijn verhaal officieel opgetekend en aan het ver zoek toegevoegd. Mijn moeder heeft mij toen de schriftelijke vastlegging laten lezen. Los van de puntgave kwaliteit van de opgestelde tekst werd mij toen pas duidelijk hoe enorm het trauma was dat mijn moeder tijdens de vrijheidsstrijd heeft opgelopen. Waarom zij vrijwillig ervoor koos al die jaren over die ervaring heel zwijgzaam te zijn, weet ik niet. Deed zij dat omdat zij van mening was dat mijn vader die een oneindige tijd in erbar melijke toestand dwangarbeid heeft moeten verrichten, méér geleden had en daardoor alle aandacht moest krijgen? En zij daardoor bewust koos voor een plaats net buiten de spotlight? Is het ene leed te vergelijken met het andere? Maar zelfs na zo'n ontdekking ontkom je er niet aan snel meegesleurd te worden door de maalstroom van de dagelijkse dingen. Werk en sleur verdringen uiteindelijk de verhalen van mijn ouders en daarmee mijn band met Indië. 'Meneer Wollrabe, mag ik u vertellen waarom wij zo blij zijn dat juist u het dictee heeft gewonnen? Omdat u een kleurtje heeft.' Een kleurtje? O ja, nu je het zegt, ik ben Indisch! Alwéér moet ik herinnerd worden aan de herinneringen van mijn ouders. februari 2005 5

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2005 | | pagina 5