uit de kunst Frans Leidelmeijer bespreekt iedere maand een kunst object dat ontstaan is uit Europese en Indische kruisbestuiving. Dekselpot Volop Van de ontwerper van keramiek en tapijten Theodorus Colenbran der (1841-1930) is bekend dat hij zich voor het ontwerpen van zijn versieringsmotieven mede heeft laten inspireren door Javaanse batikpatronen. Colenbrander paste de Javaans-geïnspireerde versieringspatronen voor het eerst toe in de periode 1885-1889 voor de plateelfabriek Rozenburg. Rozenburg was door Wilhelm Freiherr von Gudenberg opgericht. Naast batikmotieven waren natuurvoorstellingen voor Colenbrander een belangrijk inspiratiebron. Deze werden in sterke mate geabstra heerd. Colenbrander was opgeleid tot architect, maar ging in de jaren tachtig van de 19e eeuw over tot het ontwerpen van keramiek. Dat is de reden waarom de vormen van zijn aardewerk veel lijken op vormen uit de architectuur van het Nabije en Verre Oosten. In die tijd bestond er immers een grote belangstelling voor niet-westerse culturen. Helaas was dit vernieuwende keramiek geen succes. Slechts fijnproe vers als de schilders van de Haagse School, zoals H.W. Mesdag, legden een verzameling van zijn werk aan. Nu nog te zien in het Mesdagmu seum in Den Haag. Nadat hij Rozenburg verlaten had, ontwierp Colenbrander tapijten in een verwante expressieve, grillige stijl voor onder andere de Deventer tapijtfabrieken. Na een jaar voor de plateelbakkerij Zuid-Holland ge werkt te hebben, werd in 1921 door bewonderaars voor de toen 81-jarige Colenbrander plateelbakkerij de Ram in Arnhem opgericht. Hier werden vazen, kaststellen en borden gemaakt in die typerende, grillige en kleurrijke stijl van Colenbrander. Het was zijn gewoonte om zijn werken - zowel tapijten als keramiek - namen te geven. Zo noemde Colenbrander de afgebeelde dekselpot, die 41 centimeter hoog is,'Volop'. Op het deksel zijn batikachtige patro nen te herkennen, terwijl aan de voorzijde van de pot het symmetrisch patroon van een Perzisch tapijt de inspiratiebron lijkt te zijn. De pot maakte deel uit van een set van vier die door de Gelderse burgemees ters geschonken werd aan de provincie Gelderland ter gelegenheid van de ingebruikname van het Provinciehuis te Arnhem. Op een oude foto staan ze alle vier nog gezamenlijk op een kast in een ruimte van het provinciehuis. Waar de andere drie gebleven zijn, is niet bekend. Deze dekselpot verkocht ik jaren geleden aan de collectie Meentwijck. maart 2005 43

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2005 | | pagina 43