mn Savend Metaal, net bevorderd tot sergeant, F in zijn groen katoenen Jhiform, 1919. ven. Toen opperde iemand -jij nota bene- die mijn vaders foto's zag (hij was een verwoed amateur-fotograaf): maak een fotoboek. Ik dacht: kom ik nou nooit van Blangkedjeren af? Maar toen ben ik eens goed gaan kijken, écht kijken naar de foto's. Ik zag het ineens: Het is het le vensverhaal van mijn vader! Ze vertellen niet alleen ons familieverhaal, maar vertellen ook geschiedenis. Als ik er niet meer ben, weet niemand meer wat die foto's betekenen. Is er niets meer. Ontsluiting is belang rijk. Gelukkig was op alle foto's een datum en een plaats geschreven.' Wies begon een zoektocht naar haar vader.Tijdens die zoektocht zocht ze, om de militaire details uit te pluizen, contact met de onlangs over leden Knil-expert kolonel der huzaren b.d. C.A. Heshusius. 'Heshusius heeft me geholpen met de militaire details en vertelde me de waarde van mijn vader's functie. In Blangkedjeren was mijn vader sergeant-majoor der Militaire Administratie. Hij had de verantwoor delijkheid voor de financiën van het hele garnizoen en de voorraden die er voor drie maanden moesten zijn. Medicijnen, voedsel, lampolie, kleding, dekens, munitie. Een belangrijke functie waarin de verleiding om jezelf te verrijken groot was. Als de mannen op patrouille waren en je keerde het geld niet uit aan de vrouwen, durfden ze daar heus niks over te zeggen. Wie durfde dat? Zijn functie vereiste datje eerlijk moest zijn. En dat was hij.' Je schrijft in je boeken vaak over de offers die je moeder heeft ge bracht door met een militair te trouwen. Wat heeft je vader eigenlijk moeten opofferen? 'Mijn vader koos voor Indië. Hij offerde de knotwilgen op. En hij wist dat hij als militair niet voor zijn gezin kon opkomen. En ten slotte stierf hij door zijn beroepskeus een gruwelijke dood in Rangoon. Dit alles heb ik me pas veel later gerealiseerd.' 'Wat ik aan hem waardeer... Hij zei altijd: "Om je te herinneren", als we mooie plekken bezochten. Onze tochten naar de Papandajan en de Tangkoeban Prahoe zijn me altijd bijgebleven. Mijn vader hield van In dië en hij hield van mensen. Hij stak zijn nek uit voor anderen, ook voor ondergeschikten. Hij was een, wat je noemt, rechtschapen man.' 'Mijn vader ligt op Menteng Pulo begraven. Drie keer ben ik terugge weest naar Indonesië maar ik heb hem nooit bezocht. Zelfs niet toen ik samen met mijn moeder reisde. Mijn moeder heeft niets gezegd en ik heb niets gevraagd. Het is niet aardig, ik heb hem al die tijd weg geschoven. Maar afgelopen jaar 15 augustus kwam ik thuis en ging ik zitten, deed de tv aan. Het was de herdenking, het moment van de kransleggingen. Ineens merkte ik dat ik zat te janken. Keihard. Ik dacht: wat gebeurt me nou? Achteraf geloof ik dat ik, dankzij mijn zoektocht, eindelijk iets van mijn vader heb teruggevonden. Daardoor heb ik voor het eerst ook afscheid van hem kunnen nemen. En heeft hij een plaats in mijn leven gekregen.' Wat voor relatie heb je nu met je vader? 'Mijn relatie met hem is helemaal veranderd. Na al die jaren. Mijn vader hield ontzettend veel van zijn beroep. Hij was een militair in hart en nieren. Maar ik weet nu dat hij een rechtvaardig mens was, dat hij rechtvaardig probeerde te zijn in een koloniale maatschappij. In september ga ik op pelgrimsreis naar Menteng Pulo, georganiseerd door de Oorlogsgravenstichting. Het is het laatste eindje van het maart 2005

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2005 | | pagina 47