Poirrié's perikelen Geen geldzorgen meer Agenda april-mei Varia Soerabaja Doe een Javaanse dans! Nederlands-Indië in de Twee de Wereldoorlog Dagje workshoppen Menigeen kan zich het regime van keukenmeester Schraalhans in de oorlog nog wel heugen. Er zijn maar weinigen die daar niet onder heb ben geleden. Ook in ons kleine huis aan de Kemoeningstraat in Soerabaja, dat 'overbe volkt' werd door drie vaderloze gezinnen met in totaal zeven kinderen en één kokki, zwaaide die smeerkees de pollepel. Hoe kokki en de drie moeders uit dat huis het voor elkaar kregen om iets eetbaars op tafel te krijgen, is een raadsel. Net als al die andere moeders en kolcki's zouden ze daar alsnog een standbeeld voor moeten krijgen. Niet zo'n stuk 'kunstwerk' dat een boel uit leg behoeft, maar de herkenbare sculptuur van een vrouw in jurk en een vrouw in sa rong en kabaja. De laatste een beetje krom, en liefst lijkend op kokki Rin, want wat dat krakkemikkige mensje in haar kleine keuken presteerde, grensde aan het boven natuurlijke. Rin kon ook alles gebruiken. Alleen van de vogels die we soms met onze katapult neerhaalden moest ze niets heb ben. Ze vond het zelfs zonde van haar arang, als we die zorgvuldig schoongeplukte lijfjes aan het roosteren waren op een van haar anglo's. Zat ze met een treurig gezicht toe te kijken en hadden we niet door dat haar droefenis meer ons dan de vogeltjes gold. Toen we na een paar djagoengoogsten nog steeds niet bevrijd waren, werd de toestand pas echt precair, daarom besloot ik me in te zetten voor de verbetering van onze financiële positie. Vraag was hoe, want veel werk was er niet. Ik kon het wel proberen als melkbezorger, maar omdat ze mijn fiets in Solo hadden gerampast en er geen geld was voor een andere, viel die optie af. Reden waarom ik voor de mij totaal onbekende handel in gebruikte elektronica koos. Bij de eerste de beste keer ging het al mis. Het be trof de doorverkoop van een scheerapparaat dat een vriendje me zonder medeweten van z'n moeder had meegegeven. Het ding was van zijn overleden vader geweest en omdat hij geen flauw idee had van de nieuwprijs, wist hij ook niet wat het ding moest opbren gen. Verwachtend een flinke klapper te kun nen maken, meldde ik me bij een tjatoeten- de dame die bij ons in de straat woonde. Zij bleek bereid me in contact te brengen met twee Arabische kooplieden die soms bij haar op bezoek kwamen. Maar ze waarschuwde me wel geen geintjes uit te halen, want daar hielden Arabieren niet van. Die twee zaten aan een glas ijsthee toen ik de huiskamer betrad. Ze zagen er niet echt geruststellend uit met hun enorme snorren en baarden. Nadat de dame hun iets had toegefluisterd, zei ze dat ik m'n gang kon gaan. Bloednerveus omdat het m'n eerste verkooppraatje was, haalde ik het netjes in een zakdoek gewikkelde scheerapparaat uit mijn broekzak en probeerde de nors kijkende mannen te overtuigen van de hoge kwaliteit en lage prijs van mijn koopwaar. Ze luisterden nauwelijks en gaven binnen tien tellen te kennen dat ze genoeg hadden van mijn gewauwel en een demonstratie verlangden. En toen viel het doek. Hoe ik ook morrelde, klopte en schudde, het appa raat deed niks. Het hielp ook geen zier dat ik me met een verbaasd 'zonet deed hij het nog' eruit probeerde te redden. De Arabie ren hielden het voor gezien. Ze gromden wat in hun baarden en zagen me verder niet meer hangen van de mist. Gelukkig was de gastvrouw sportiever, die bracht me naar de achterdeur en adviseerde me voortaan eerst te controleren of m'n koopwaar wel in orde was. Maar 'tot een volgende keer' kwam het niet. Na die flater had ik nog wel als toekang botol of klontongchinees langs de deur kun nen gaan, maar dat was niet meer nodig, want kort daarop schopten ze ons het kamp in. Kregen we het eten voor niks. Wel erg weinig en lang niet zo lekker als van Rin, maar onze geldzorgen waren meteen over. Jack Poirrié groeide op in Batoeradja en woont sinds 1951 in Nederland. Elke maand schrijft Jack Poirrié in Moesson over zijn perikelen. maakte voor Nieuwe Revu. Hierin legt hij het accent op de multiculturele invloeden van de fashion-wereld. Meer informatie: Restaurant Kantjil de Tijger Spuistraat 291-293 in Amsterdam, tel. 020 - 620 09 94. Tot en met 10 april is in Museum Bron beek de tentoonstelling Soerabaja 1900-1950 te zien. De expositie geeft de verandering weer die het stadsbeeld van Soerabaja na 1900 onderging. De meeste foto's zijn afkomstig uit de nalatenschap van het bekende fotobureau Fotax, dat in de voor oorlogse jaren in Soerabaja gevestigd was. Meer informatie: Museum Bronbeek, Velperweg 147, Arnhem, www.bronbeek.nl Op zondag 10 april geeft Wisma Ulah Budaya een demonstratie Javaanse dans in het Museon in Den Haag. Er worden die middag twee demonstraties gegeven: één om 14.00 uur en eentje om 15.30 uur. In traditionele kostuums voeren een of meerdere dansers een klassieke Javaanse dans op. Vooraf wordt er uitleg gegeven over de dans, een verhaal verteld uit de Mahabharata-mythologie of wordt de filo sofische betekenis van de dans uitgelegd. Na afloop is er gelegenheid om vragen te stellen. Gegevens: Museon, Indonesië-zaal, Stadhouders laan 37, Oen Haag. Telefoonnummer 070-338 13 38 of www.museon.nl Van 18 tot en met 29 april houdt het Museon een fototentoonstelling genaamd Nederlands-Indië in de Tweede Wereldoorlog. De tentoonstelling is te zien in het ROC Leiden, gebouw 4.2 en op werkdagen geopend van 8.00 tot 17.00 uur. Gegevens: ROC Leiden, Leidsedreef ingang Riet schans, Leiderdorp. Telefoonnummer 071 - 589 27 94. Op donderdag 14 april vindt er in Zwolle het symposium 'Herdenken en verwerken' plaats. Gedurende de dag worden er work- april2005 25

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2005 | | pagina 25