Sonny Silooy maakte in de jaren tachtig en negentig furore als voetballer van onder andere Ajax en het Nederlands elftal. De pijlsnelle verdediger was niet alleen een belangrijke schakel in het veld, zijn inbreng buiten het veld werd eveneens geroemd. Silooy was met zijn vrolijke levensinstelling en goede mentali teit een sleutelfiguur in selecties van Johan Cruyff, Rinus Michels en Louis van Gaal. Tegenwoordig is de ras-Ajacied verantwoordelijk voor de D2-selectie van de Amsterdammers. DOOR MANUEL MINNAAR O FOTOGRAFIE ARMAND ELLO Kart je ons wat meer over je achtergrond vertellen 'Mijn vader is Moluks en mijn moeder Nederlands. Hij is rond 1953 met de boot naar Nederland gekomen. Mijn opa was KNIL militair. Ze zouden een paar maanden blijven. Dat is - zoals bekend - wat langer geworden. Ik ben niet in 'de wijk' opgegroeid. Ik heb in Krimpen aan de IJssel gewoond, van daaruit zijn we naar Breda verhuisd. In Breda heb ben we negen of tien maanden in een wijk gewoond, daarna zijn we naar de Zaanstreek vertrokken. Ik ben erg streng opgevoed. Misschien is dat wel goed geweest en ben ik daardoor bij Ajax geslaagd. Wie zal het zeggen? Er bestaat ook een kans dat ik een nog betere voetballer was geworden als ik op een andere manier was grootgebracht. Ik heb zelf twee kinderen. Ik kies voor een vrijere manier van opvoeden.' Op welke manier heeft je opvoeding je voetbalcarrière beïnvloed? Tk ging vroeg naar bed en was constant met voetbal bezig. Mijn vader had het vroeger niet zo breed. Hij was zelf ook een goede voetballer maar hij heeft niet de begeleiding gehad die ik heb gehad. Hij heeft het altijd jammer gevonden dat hij het nooit heeft gehaald, daarom wilde hij graag dat ik het hoogste niveau zou halen. Hij heeft er alles aan gedaan om daar voor te zorgen.' Of je wilde of niet... 'Tsja, soms wilde ik niet meer. Ik vond het natuurlijk niet altijd leuk dat het op die manier ging. Topsport kan wel eens vervelend zijn voor een jongen van een jaar of twaalf.' Kwam het niet helemaal uit jezelf Tk wilde heel graag voetballen, maar als je moetdan gaat het wel eens verkeerd. Mijn vader zag in mij een voetballer die het waarschijn lijk wel zou gaan halen. Als je bij Ajax speelt, blijft het natuurlijk af wachten. Ik zat in een goede lichting met Gerald Vanenburg en Johnny van 't Schip. Vóór ons zat de generatie van Wim Kieft en Frank Rijkaard. Het is allemaal zeer snel gegaan met mij. Op mijn zeventiende speelde ik al in het eerste. Ik debuteerde volgens mij op 3 mei 1981 tegen Sparta. Op mijn twintigste had ik een basisplaats in Ajax 1. In de peri ode dat ik tussen het eerste en tweede elftal inzat, heb ik veel geleerd. Die periode is belangrijk voor mij geweest. In die tijd zei je niets, als je op de bank belandde. Wat dat betreft is er veel veranderd...' Ik neem aan dat je daarmee doelt op de situatie rondom het huidige eerste elftal van Ajax. 'Ja, de jongens die op de bank zitten zijn teleurgesteld en gaan uit emotie dingen roepen in de media. Dat is vervelend voor je omgeving en de mensen die met je werken. Als je geen recht van spreken hebt, moet je je mond houden. Verder vind ik datje, als je wat op je lever hebt, zaken binnenskamers moet uitspreken. Daar bedoel ik mee datje niet direct naar de pers moet lopen. Dat is de makkelijkste manier.' Hoe is jouw ontwikkeling als voetballer verlopen? Tk ben als rechterspits bij mijn duppie ZVV begonnen. Bij Ajax heb ik-geloof ik-twintig minuten rechterspits gespeeld! Het was heel simpel, John van 't Schip stond op mijn plek. Zo kwam ik via het mid denveld uiteindelijk in de verdediging te spelen. Ik heb voorstopper, linksback en rechtsback gespeeld. Ik had een vaste plek in het team dat kwalificatie voor de EK in 1988 afdwong. Maar vlak voor dat EK kreeg ik een schop op mijn oog. Door die blessure heb ik het EK gemist. Dat is één van de dieptepunten in mijn carrière.' Wat waren de andere dieptepunten? 'De twee Champions League-finales waren voor mij persoonlijk diep tepunten. In 1995 wonnen we de cup (tegen AC Milan) maar ik hing er maar een beetje bij omdat ik geen basisplek meer had. In 1996 verloren we de finale van Juventus, na strafschoppen.Toen heb ik wel gespeeld. Helaas miste ik een strafschop na de verlenging. Het was de laatste bal die ik voor Ajax trapte. 24 mei 1996; het staat in mijn eigen kleedkamer hier op het complex.' Ik heb jou ook verder nooit een penalty zien nemen. 'Dat klopt. Maar niemand wilde 'm nemen. Patrick Kluivert niet, Nwanko Kanu niet, Finidi George niet. Edgar Davids - die toen ook een penalty miste - was evenmin een specialist. Toch heb ik er nooit spijt van gehad. Ik heb in ieder geval mijn verantwoordelijkheid genomen. Ik vond het wel jammer dat de specialisten het niet aandurfden op dat moment. Laat je toch je collega's vallen, naar mijn mening. Maargoed, misschien halen we die Cup alsnog binnen. Er loopt nog steeds een onderzoek naar dopinggebruik van Juventus.' moesson

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2005 | | pagina 12