Brieven Drie kwajongens Nangka Batavia Luitenant-generaal Berenschot Ratjetoe Op bladzijde 21 van het maartnummer staat een foto van een Nangkaboom en drie jonge tjes met de tekst Drie kwajongens 'toen vroeher'. Ik heb zo mijn twijfels. Wat mij het eerste op viel was hun beslist niet kwajongensachtige houding en gezichtjes. Ik was wel eens van de partij in de kampong, ik was denk ik een jaar of twaalf. Het was in Poerworedjo en het ging om een besnijdenis. Dit ritueel ging met veel tongtong-lawaai gepaard om de jongetjes af te leiden en hun gehuil niet te horen. Na dit ritueel kregen zij een sarong omgewikkeld precies op dezelfde manier als op de foto. Ze moesten veel lopen, naast elkaar en nog beduusd. De eerste dagen kregen ze voorin de sarong een smalle strook van klapperbast die in het midden geplaatst werd om schuren te voorkomen. Na dit alles, met veel nontonners werd er een selametan gehouden en ik was ook van de partij. Het was best gezellig en spannend in zo'n oorlogsperiode. Ik ging goed met de kampongkinderen om, knikke ren, gatrik, kasti, ja zelfs oorlogje voeren. Van hen heb ik de taal geleerd en dat kwam mij na vijfenveertig jaar afwezigheid goed van pas. Ik wist niet eens dat het nog opgeslagen zat. Helaas hebben vele vriendjes het niet gered; oedeem. Ik wil u dit toch laten weten. Johanna Loen-van Beekhoven, Den Haag Terugkomend uit Indonesië, Bali, vond ik de foto's en de Moessons van februari en maart, met in het laatste nummer mijn stukje over Nangka. Leuk dat extraatje. Ik was al een tijdje op zoek naar het recept voor Gudeg. Tot mijn spijt zie ik dat niet vermeld staat dat de foto's van Artocarpus rigidus beschikbaar zijn gesteld door Dr. Johan van Valkenburg, zoals ik op de achterkant van 32 moesson de foto's had aangegeven. Zult u dit alsnog goedmaken in het volgende nummer? Max van Balgooy Reactie: Bij deze, de redactie Wat een raar gedicht van Harold Charles over Batavia in het maartnummer van Moesson! In zijn visie staat Batavia voor alles wat slecht, lelijk en onrechtvaardig is. Niets goeds is er over te zeggen, maar o, glorie, door bittere strijd kon uit al deze smerigheid uiteindelijk Jakarta verrijzen. Jakarta, heerlijk oord van vrijheid voor alle onderdrukten, nietwaar? Vrijheid, recht en welvaart voor iedereen heersen daar sindsdien. Sinds dat verderfelijke kolonia lisme is verdwenen is alles mooi en goed geworden. Nou, nou, de heer Charles heeft goed geluisterd naar de geschiedenisles sen van de hedendaagse politiek correcte, zwart-wit denkende historici. Is er in dit verhaal eigenlijk iets van zijn belevenis bij? Heeft hij in de afgelopen jaren wel eens naar nieuwsberichten geluisterd? Ik dacht dat lezers van Moesson wel een genuanceerdere visie hadden. I.E. van der Wisse, Den Haag De laatste tijd heb ik weer last van Tempo Doeloe: denken aan van alles en nog wat. Ik moet nu vaak denken aan de enige Indische luitenant-generaal, G.J. Berenschot. Hij 'verongelukte' vlak voordat de oorlog uitbrak op het vliegveld van Kemajoran. Mijn zuster, twee broers en ik waren toen in de kost bij een familie die vlak bij dat vliegveld woonde. Op die fatale middag op 13 oktober 1941 hoorden wij een harde ontploffing en za gen niet veel later veel donkere rookwolken opstijgen boven het vliegveld. Één van mijn broers is direct op de fiets erheen gegaan. Hij heeft nog gewonde kampongbewoners geholpen, maar toen de politie en ambu lances kwamen, moest iedereen weg. Is die kleine generaal - hij moest altijd bij het lopen zijn sabel opgetild houden - wel verongelukt? Of was er soms sprake van sabotage? Had generaal Berenschot misschien een andere mening dan zijn staf over de naderende oorlog met Japan? Heel, heel veel vragen rijzen er op. C.V.J. Lange, Ermelo Af en toe kom ik bij iemand die Moes son in huis heeft en ik heb er natuurlijk ook in zitten bladeren. Er staan heel veel aardige dingen in, maar ik wil jullie toch wel vragen waarom jullie nou nog altijd die oude spelling van het Bahasa Indonesia gebruiken? Niet alleen jullie hoor, ook in veel toko's kom je het tegen. Maar niemand heeft ooit aan mij kunnen uitleggen waarom deze oude spelling, nu bijna vijfendertig jaar na de invoering van de nieuwe, algemene spelling in Maleisië en Indonesië, nog altijd in Nederland ge handhaafd wordt! Sommige zeggen dat de Nederlanders anders alles verkeerd uitspre ken, maar dat lijkt me sterk, omdat juist in Nederland de spelling zo vaak verandert. En om eerlijk te zijn vind ik de oude spel ling van het Bahasa Indonesia zoals jullie gebruiken (bijvoorbeeld atjar tjampoer) verschrikkelijk ingewikkeld, moeilijk om te lezen en ook heel erg lelijk om te zien. Graag wil ik van jullie horen waarom deze oude spelling nog altijd door onder andere jullie gehandhaafd wordt. M. De Ville (via e-mail) Reactie: Van tijd tot tijd stelt iemand ons deze vraag. Van oudsher hanteren wij - grofweg - de volgende spellingsregels: alle woorden, (topografische) namen en begrippen die betrekking hebben op Nederlands-lndïé worden in de oude spelling weergegeven. Alle woorden, namen en begrippen die betrekking hebben op Indonesië worden in de nieuwe, Indonesische spelling weergegeven. Scheidslijn is - wederom grofweg -1950. Uitzondering vormen in Nederland ingeburgerde begrippen. Die worden eveneens in de oude spelling weergegeven, zoals soebatten, wajang, soesah, soedah, pakkian, et cetera. Ook culinaire begrippen staan in de oude spelling: atjar tjam poer, wadjan, tjobelc, djahé, koenjit, et cetera. Ook om het zoeken in toko's en supermarkten te vergemakkelijken. En - voor zover wij kunnen achterhalen - pro beren we de spelling van Indonesische eigenna men te hanteren, zoals die door de betreffende persoon zelf gebruikt wordt of werd: bijvoorbeeld Soekarno in de oude spelling. Taal lijkt consequent, maar is het niet. Toch proberen wij deze regels zo consequent mogelijk vol te houden, anders wordt het een racetu! Met vriendelijke groeten, de redactie.

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2005 | | pagina 32