I DOOR CISKA CRESS O FOTOGRAFIE SERGE LIGTENBERG Ciska Cress in Indonesië Mijn buurvrouw Hanah en haar twee kinderen vergezellen ons steeds op onze zoektocht naar diverse pasars. Daarnaast zijn bijna alle recepten van Hanah, die weer alles van haar moeder geleerd heeft. Op een dag gingen we naar Pelabuhan Ratu, een grote vissershaven. Ongeveer i kilometer verder is daar een strandje, dus namen we alles mee om even te kunnen zonnen en zwemmen en zeker voor de kinderen was het leuk. Bij de haven werd ons verteld dat de vissersboten ongeveer tussen vier en zeven uur 's middags zouden komen, dus we hadden alle tijd om op het strand te relaxen. Het was heerlijk weer en er was op deze doordeweekse dag geen mens te zien op het strand. Op ons gemak hebben wij even doorgenomen welk visrecept wij zouden kunnen maken, want wij wilden absoluut een verse vis kopen. De tijd was zo om en we beslo ten terug te gaan naar de haven. Daar aangekomen was het op de kade één drukke bezigheid: mannen met grote manden vis, dozen met blokken ijs om de vis koel te houden en grote weegschalen om de vis af te wegen. Ik sprak daar Bapak Jaka; hij verkoopt hier op de pasar al twaalf jaar zijn vis. Hij ver telde me dat er ongeveer vijfhonderd 'perahu- ikan', vissersboten zijn, die elke dag vanaf vijf uur's morgens tot zeven uur 's avonds vissen. Ze gaan ongeveer 10 mijl de zee op en komen twee tot drie keer terug om te lossen. Zodra de boten gelost zijn, komt er een veilingmeester die de vissen aan de vishandelaren en de koopman nen op de pasars verkoopt. Alle vishandelaren en de koopmannen van de vispasar, betalen per dag tweeduizend rupiah. Uang kebersi- han (schoonmaakgeld) noemen zij het, want zodra de verkoop is afgelopen, wordt de kade schoongemaakt en met water schoongespoten. De schoonmakers worden met de tweeduizend rupiah betaald. Van de hele omzet per dag houden de handelaren zo'n dertigduizend a vijftigduizend rupiah netto over, zo'n drie tot vijf euro. Bapak Jaka vertelde dat dit soms net niet genoeg is om van te leven, maar ja beter iets dan niets, ja? Er staan hier wel meer dan hon derd kramen en allemaal verkopen ze dezelfde soorten vis. Er was veel verse tonijn; wij kochten een tonijn van 6 kilo. Na dit alles gefilmd en gefotografeerd te hebben, zijn wij weer ver trokken naar huis. Het was nog zo'n twee uur rijden naar Sukabumi en het was al donker. We spraken af om de vis in de koelkast te bewaren en de volgende dag de groentemarkt te bezoe ken om daarna weer gezamenlijk te eten. De volgende dag zwierven wij een paar uur rond op de Pasar Ramayana in Sukabumi en kochten bij verschillende kraampjes groenten en boemboe's. Als groente kozen wij voor katjang pandjang en we wilden de vis roosteren achter in de tuin van Hanah en haar man. Rond twee uur's middags was de man van Hanah vrij en bood aan om te helpen met koken, want ook hij kookt graag. Hij nam het schoonmaken van de vis op zich; met een groot scherp mes sneed hij de vis zo open en haalde alle ingewanden eruit. Met water spoelde hij de vis af en legde de vis plat. Het recept is als volgt: 42 moesson

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2005 | | pagina 42