kelijke Afrikaanse naam terug te vinden. Het echtpaar Cordus kan dan weliswaar geen verre familieleden in Ghana meer ach terhalen, in het jaar 2000 hebben ze op uitnodiging van Ineke van Kessel hun 'vaderland'tijdens een roots trip bezocht.'Het was erg indrukwekkend en emotioneel om in kasteel Elmina rondgeleid te worden in de ruimtes waar de slaven waren ondergebracht. Van uit het kasteel hadden we zicht op Fort Coenraadsburg waar de Afrikaanse soldaten daarentegen leerden exerceren en op de haven van waaruit onze stamvaders zijn weggevaren naar Batavia', vertelt Evelien Cordus. De volgende halte tijdens de reis is Kumasi, de hoofdstad van het Ashanti-rijk waar destijds een werfdepot voor Afrikaanse krijgsgevangenen en slaven was gevestigd. Hoewel een audiëntie bij de Asantehene doorgaans onmoge lijk is, wordt het echtpaar tot hun grote verrassing door Otumfuo Osei Tutu II ontvangen.'We zaten onder een boom bij het paleis te wachten toen we plotseling te horen kregen dat we een privé- audiëntie van vijf minuten bij de koning toegestaan kregen. We mochten ons niet rechtstreeks tot hem richten, maar nadat we hem een fles jenever overhandigd hadden en de begeleider ons verhaal in het Twi vertaald had mochten we de Asantehene de hand schudden". In 2003 bezoekt het echtpaar Cordus samen met een groep andere Indo-Afrikanen Ghana nogmaals om de opening van het Elmina-Java Museum in Elmina bij te wonen waar een permanente tentoonstel ling is gewijd aan de geschiedenis van de Belanda hitam. Als speciaal geschenk hebben ze een replica van een KNIL-uniform met sabel meegenomen.'Omdat een klewang een wapen is, hebben we het bijna op Schiphol moeten achterlaten, maar uiteindelijk begrepen de douane-beambtes dat het om een museumstuk ging en mochten we doorlopen', lacht Evelien. Met de opening van de tentoonstelling Zwart in dienst van Oranje over de Belanda hitam in het Tropenmuseum in Amsterdam gaat het 'jubel jaar'van start. Weliswaar heeft Daniël Cordus afscheid genomen als voorzitter van de Stichting Indo-Afrikaans Kontakt, maar als patriarch van de gemeenschap is hij nog steeds betrokken bij alle activiteiten.'Ik zie dit alles als definitieve erkenning van de Indo-Afrikaanse gemeen schap in Nederland en in het buitenland. Het heeft lang geduurd, maar het verhaal van de illegale werving van Afrikanen in de negentiende eeuw is eindelijk in kaart gebracht. Aan de Afrikaanse diaspora die het Caribisch gebied en Noord- en Zuid-Amerika beslaat, is nu ook Indone sië toegevoegd'. mei 2005 49

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2005 | | pagina 49