Het nieuwe begin
estafettecolumn o Wietekevan Dort
Mijn overleden familieleden zijn in mijn
denken af en toe net zo aanwezig als
de levende. Als min of meer helderho-
rende kan ik zelfs spreken van intimiteit.
Dit feit ventileer ik gemakkelijker voor
Indische lezers dan voor een gewoon
lezerspubliek, hoewel de belangstelling
voor al het paranormale de laatste tijd in
een hoog tempo aan het veranderen is.
Al sinds mijn jeugd hoorde en voelde ik
'engelen'.
Contact met overledenen had ik het eerst
met mijn oma Soesman. Nog voordat ik
haar zelf hoorde kwam er een bood
schap voor mij en dat ging als volgt. Mijn
pianist had een bevriende helderziende
dame die een foto zag van ons beiden bij een optreden. Ze keek
naar mij op de foto en zei toen:'Ik moet iets tegen haar zeggen
van Bertha.' Mijn pianist keek er niet van op en informeerde wat
de boodschap was.
'De boodschap van Bertha is dat ze flink moet zijn.' Precies zo gaf
hij het aan mij door. Ik vond het intrigerend, maar piekerde me
suf wie Bertha kon zijn. Bertha, wie heette er nou Bertha?
Een paar dagen later wist ik het opeens: mijn lieve Oma Soes
man heette Bertha. Opeens kon ik haar boodschap inpassen. Het
gaat te ver om daar op deze plaats over uit te wijden, maar ik
begreep precies wat zij bedoelde.
Enige tijd later hoorde ik haar zelf.'Wiet, jij moet naar een ho-
meopaat,'sprak zij duidelijk. Ik leed aan een lastige dameskwaal
waar in de afgelopen jaren nog geen medicijn op was gevonden.
Zowel onze huisarts als mijn allerliefste Indische gynaecoloog
vond het een goed idee om een homeopathische arts om advies
te vragen. Zo kwam ik terecht bij een antroposofische genees
heer die mij binnen drie maanden met druppels en kopjes thee
genas van een jarenlange kwaal. Ach, die oma, die zelf altijd in de
weer was geweest met koemis koetjing en temoe lawak. Sinds
dien ben ik helemaal overgestapt op natuurlijke geneesmidde
len. Het contact met de overledenen bleef. Na oma hoorde ik mijn
overleden broer Maurits af en toe spreken. Ook mijn jongere broer
Theo in Engeland 'ving Maurits op', vooral als hij op zee was.Toen
mijn moeder in 1992 overleed, ontstond er een innig contact.
Ik merk het als ze in de buurt is omdat ze een overweldigende
liefde uitstraalt. En soms voel ik een zuchtje wind. Als ik iets
vraag, hoor ik het antwoord en een enkele keer roept ze mij
moederlijk tot de orde. Ik ben er blij mee, al realiseer ik mij dat
het daarnaast toch echt de bedoeling is dat we het zelf doen in
dit leven. Wat ik u wilde toevertrouwen is dit: telkens overvalt mij
een grote dankbaarheid voor wat die eerste generatie Indische
mensen gepresteerd heeft. Alles waren we kwijtgeraakt in Indone
sië. Huis, fabriek, persoonlijke dingen. Eerst tijdens de Japanse
overheersing en de Bersiapperiode en toen in '57 nogmaals bij de
nationalisatie, toen Soekarnoal het buitenlands bezit ongeldig
verklaarde. En die flinke mensen, mijn vader en moeder, zaten
met ons kinderen bij elkaar en zeiden:'We hebben elkaar nog en
we zijn gezond. We beginnen gewoon opnieuw.'Daar heb ik diep
respect voor. Op toneel zing ik soms dit lied, Het Nieuwe Begin.
Dan zeg ik ter introductie:'Wat heb ik een respectvoorde eerste
generatie. Al die Indische Nederlanders die opnieuw begonnen,
van onder af aan.
Mensen met hoge posities als directeur of topambtenaar begon
nen even zo vrolijk als klerk of magazijnmeester. Ze waren ner
gens te beroerd voor, ze pakten alles aan.That's the spirit. Soms
hoor je wel eens dat wij daar iets groots hebben verricht, maar
ik ben er getuige van geweest dat wij hiér iets groots hebben
verricht. Zij zagen het vertrek uit Indonesië niet als het einde van
een mooie droom, maar als het nieuwe begin.'
Het Nieuwe Begin
Je had in je werk nog zoveel willen geven
Je was met het land en zijn kinderen vertrouwd
Je was in de oorlog staande gebleven
Je had nog zo graag iets opgebouwd
De loop der historie heeft je verdreven
Maar je inzet, die werd toen je eigen behoud
Daar stond je dan
Weer met je voeten op aarde
Je proefde van het leven
De kracht en de waarde
Het kreeg weer een inhoud
Het kreeg weer zin
Er kwam na het einde een nieuw begin
Jongeren en ouderen op vliegtuig en schepen
Zochten een plek in het vaderland
Ze hadden het daar niet dadelijk begrepen
Dat achter je de schepen al waren verbrand
Maar je kreeg weer een kans en die heb je gegrepen
Je vond weer een taak voor je hoofd en je hand
Daar stond je dan
Weer met je voeten op aarde
Je proefde van het leven
De kracht en de waarde
Het kreeg weer een inhoud
Het kreeg weer zin
Er kwam na het einde een nieuw begin
Tot besluit, lieve lezers, laten we trots zijn en blijven op onze
ouders en grootouders. Dankzij hen hebben we het zo goed!
Wieteke geeft het stokje door aan Willem Nijholt
mei 2005
..- Mf..-UK» -JJtËSm