T. Aeckerlin en C. Schoonenberg brachten vorig jaar in samenwerking met KIT Publishers de verhalenbundel Lied van een tokèh uit. Voor de verhalen trokken ze naar Indische verzorgingshuizen en interviewden ze de bewoners. Lied van een tokèh is het eerste deel van het vierdelig project Katanja... Dit project hebben Aeckerlin en Schoonenberg opgezet om de intergenerationele dialoog te stimuleren. Deze maand verschijnt hun tweede bundel 'Neffer Karnbek'. De titel verwijst naar de periode 1945 tot eind jaren vijftig. De periode waarin de Indische Nederlanders vertrokken uit Indonesië. ramen kon ik over de sawa's en de empangs, de visvijvers kijken. De eerste weken speelde ik met de aanwezige kinderen verstoppertje. De bedden van de buren, de ruimte achter de vazen en de vele donkere nissen in de villa boden uitstekende schuilmogelijkheden. Al gauw zochten we naar andere uitdagingen. Eerst nog dicht bij huis. Bikkelen bij 'de bleek', een stuk gazon waar de lakens in de zon werden gelegd. Of we sloegen met stokken djamboe kloetoeks en djamboe airs uit de vruchtenbomen bij de oprijlaan. Na een week struinden we de omgeving af en bestudeerden de grote karpers en de ikan Iele, de ...Mijn pa werkte voor een landbouwproefstation en met alle perso neelsleden en hun familie betrokken wij een groot Chinees landhuis bij Makassar. Het bouwwerk straalde voor mij als kind één en al avontuur uit. Je kwam via een poort met houten, bewerkte deuren op een open binnenplaats terecht, waarvanuitje een achttal kamers kon bereiken. Het 'hofje' was geplaveid met groene, geglazuurde tegels. De grote potten met bloemmotieven zorgden voor nog meer pracht en praal. Een brede trap voerde naar de galerij met smeedijzeren hekwerk op de eerste verdieping, waar onze familie woonruimte bezat. Vanuit de

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2005 | | pagina 16