w In mijn groentijd noemden ze me niet eens wat het betekende Binnengesloten Hoe kijkt de minister met zijn persoonlijke ervaringen aan tegen de huidige problemen met minderheden? Brinkhorst:'Instinctief heb ik altijd geweten dat minderheden in Nederland veel beter moeten worden geïntegreerd. In de jaren vijftig werkte mijn moeder als onderwijzeres in een Ambonezenkamp in Barneveld. Ze vertelde me hoe de Ambonezen met de Hollandse kaas koppen op de vuist gingen. Het drong toen misschien niet tot me door, maar intuïtief begreep ik maar al te goed dat wat wij in Nederland tolerantie noemen, eigenlijk onverschilligheid is. Onze cultuur is veel meer binnengesloten dan wij beseffen en dat is de reden waarom we nu met de integratie van andere minderheden worstelen. We gedogen waar we eisen moeten stellen, ook aan onszelf. Anderen worden niet geaccepteerd, maar opgenomen in de verzuiling: er kwam gewoon een Indische zuil bij en een Molukse zuil, en later een Marokkaanse. Dat is wat anders dan een multiculturele samenleving. Zelf heb ik nooit discriminatie ondervonden, behalve in mijn jeugdja ren. In mijn groentijd noemden ze me blauwe. Ik wist niet eens wat het betekende! Maar ik ben een bevoorrecht mens geweest, omdat ik mij maatschappelijk heb kunnen ontplooien. Nu, nu ik ouder ben, realiseer ik me hoe nieuwkomers zich moeten voelen. Meer als noodzakelijke arbeidskracht dan als welkome landgenoot.' Een medewerker kijkt om de hoek van de deur. Nog één vraag: enkele maanden terug is Brinkhorst voor zijn werk in Indonesië geweest. Hoe kijkt hij op zijn bezoek terug? Brinkhorst:'Nederland begint geloof ik in het collectieve bewustzijn van Indonesië weg te zakken. We kun nen onze gemeenschappelijke geschiedenis alleen voortzetten door opnieuw samen te gaan werken en te investeren. Maar omdat we geen sterk staatsbesef hebben in Nederland, hebben we nooit het gevoel gehad dat Indonesië deel was van ons leven. Zo kom ik weer terug op hoe we de Indische mensen in een hoekje hebben gezet. Zoiets kan al leen gebeuren als het aan een sterk gevoel van trots ontbreekt op een gemeenschappelijk verleden. De Fransen en Engelsen zien Indo-China en India veel meer als een deel van hun vaderlandse geschiedenis. Er wordt in Frankrijk en Engeland veel meer aandacht aan dat verleden besteed. Bij ons lagjarenlang de nadruk op mensenrechten. Daardoor heeft Soeharto op een goed moment de knoop doorgehakt en de ont wikkelingssamenwerking stopgezet. Die daad moet uit eenzelfde soort trots zijn voortgekomen die ik van mijn moeder geërfd heb. Ik had plotseling het gevoel dat ik het Indonesische standpunt wel begreep. 'Het nieuwe Europa kan alleen sterk zijn als het de positieve bijdrage erkent van alle verschillende culturele groepen. Daar wordt een samen leving krachtig van. Het zal een toekomstig Europa sterker maken. Ook voor Indonesië is het van belang dat Europa sterker wordt. Als wij ver gruizelen tot betrekkelijke onmacht dan zal de relatie met Indonesië er niet beter op worden, omdat we te veel met onszelf bezig zijn.' juni 2005 53 1

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2005 | | pagina 53