Poirrié's perikelen
Over panters
Agenda
juli-augustus
Boeddha's en Shiva's
Nieuwe cultuur
Het Kwaad uitgebeeld
tips@moesson.com
Waar de mens zich vestigt, rest het
wild slechts onaantrekkelijke op
ties, namelijk: strijdend ten onder
gaan, op de vlucht slaan en de hongerdood
sterven, geïnterneerd worden in een natuur
reservaat, tekijlcstelling in circus of dieren
tuin en onvoorwaardelijke overgave.
In het laatste geval dienen ze zich wel vol
ledig aan te passen aan de mens. In ruil daar
voor krijgen ze wel te eten en genieten ze een
zekere mate van bewegingsvrijheid, maar
moeten ze er ook terdege rekening mee hou
den dat ze net als de hond en de koe worden
ondergebracht in de categorieën 'Huisdieren'
en 'Slachtvee'. Of een combinatie van beiden,
zoals voor het konijn is weggelegd.
In een tv-documentaire over de bevolkings
aanwas in India lieten ze zien hoe behalve
de tijger vooral de panter steeds meer in
de verdrukking raakt. Daar dit tot heftige
confrontaties leidt en er over en weer vele
slachtoffers te betreuren vallen, zoekt men
naar wegen om mens en panter op een zo
vreedzaam mogelijke manier met elkaar en
naast elkaar te laten leven. Dat is een loffelijk
streven, maar of het lukt valt te betwijfelen,
want de mens kan niet eens met z'n soort
genoten overweg en de panter begint al te
blazen als een andere panter in de buurt van
zijn lapje grond komt.
Mijn oom Ben zat in de 'cultures'. Het huis
dat hij met zijn vrouw bewoonde, was met
recht een vooruitgeschoven commando-post
van het oprukkende mensenleger. Dat was te
zien aan de opgezette of gevilde krijgsbuit,
die oom Bens kantoor sierde. Als jochie van
een jaar of tien kreeg ik er altijd een beetje
kippenvel van, want als je die ruimte betrad
stond je meteen oog in oog met een rechtop
staande beer, die je met opengesperde muil
en gespreide voorpoten welkom heette. Liep
je om dat monster heen, dan stuitte je op een
zwarte panter in de sluiphouding. En had je
die ontweken, dan struikelde je over de kop
van een op de grond liggend vel van een ge
vlekte panter. Niet zo beangstigend maar wel
erg indrukwekkend waren de bantenghoorns
aan de muur, de wapenkast met jachtgewe
ren en de tot prullenbak gedegradeerde poot
van een olifant waarin een paar antieke rui
terpistolen staken. En dan hield oom Ben ook
nog een paar zwarte jachthonden paraat in
een grote kennel naast het kantoor. Dat was
geen overbodige luxe, want in die contreien
was nog lang niet alle wild uitgeroeid. Daar
kon een inheemse medewerker van de onder
neming over meepraten. Thuiskomend van
zijn werk, kreeg hij van zijn zoontje te horen
dat een van de jachthonden van de toean be-
sar was ontsnapt en in hun voortuintje had
rondgesnuffeld. Het jongetje vertelde dat hij
met de hond had willen spelen en daartoe
uitnodigend met z'n vingers had geknipt,
maar het dier had hem alleen aangestaard
en was vervolgens grauwend wegge-kuierd.
Omdat het die dag had geregend, kon de
geschrokken vader makkelijk de panter-
sporen herkennen. Oom Ben kostte het wat
meer moeite om het roofdier op de korrel
te krijgen en naast zijn bureau neer te laten
zetten. Opgezet, in de sluiphouding. Een
paar jaar nadien heb ik het zelf erg moeilijk
gehad tijdens een jachtpartij met de gebroe
ders Meeng nabij Tawangmanggoe. Op de
terugweg vonden we een dooie moesang
die er op de heenweg niet had gelegen. Het
kadaver had geen kop en volgens een van de
jongens was dat het werk van een panter. Hij
vond ook dat we goed moesten uitkijken. Dat
was niet aan dovemans oren gericht. Omdat
ik als piepjonge, halfwasjager tevens laatste
man nog geen wapen mocht dragen en mijn
handen vol had aan een petroleumblik vol
afgeschoten djohans, liep het me de hele
terugweg dun langs de benen. Ik heb ook nog
nooit zo vaak omgekeken als toen.
Van zoiets kun je een keer wakker liggen,
maar het stelt niets voor in vergelijking met
wat een Indiase tani uit die panter-docu-
mentaire te melden had. In zijn halfduistere
goeboek voor de camera zittend, vertelde
de man dat hij zijn dochtertje 's avonds had
opgedragen haar jongere broertje naar het
'buitentoilet' te begeleiden. En dat ze alleen
was teruggekomen. Hij moest even pauzeren
voordat hij het laatste eruit kon krijgen.
Jack Poirrié groeide
op in Batoeradja en
woont sinds 1951
in Nederland. Elke
maand schrijft Jack
Poirrié in Moesson
over zijn perikelen.
Yogya Zilver, een nieuwe Javaanse kunst tot en met
8 januari 2006 dagelijks van 10.00 -17.00 uur in de
Parkzaal in het Tropenmuseum, Linnaeusstraat 2 in
Amsterdam, www.tropenmuseum.nl of telefoonnum
mer: 020 -568 82 15
In het Apeldoorns Museum is de komende
2,5 jaar de tentoonstelling Rijksmuseum
op de Veluwe te zien. Op deze tentoonstel
ling zijn meesterwerken uit de Aziatische
kunstcollectie van het Rijksmuseum in
Amsterdam te zien. Verschillende interna
tionale topstukken uit Japan, China, India
en Indonesië zijn te bewonderen.
Apeldoorns Museum, Vosselman 299, Apeldoorn.
Tel. 055-526 84 00.
De expositie Andere cultuur, andere muziek
gaat over tegenstellingen en overeenkom
sten tussen instrumenten uit verschillende
culturen. De Javaanse Gamelan speelt tij
dens deze tentoonstelling een belangrijke
rol. In de korte films die bij binnenkomst
bij de tentoonstelling te bekijken zijn, is te
zien hoe er in verschillende culturen mu
ziek gemaakt wordt; van Afrika tot Japan
en van New Orleans tot Jakarta.
Andere cultuur, andere muziek is tot en met 21
augustus te zien in het Gemeentemuseum, Stadhou
derslaan 41 in Den Haag. www.gemeentemuseum.nl of
telefoonnummer 070-338 11 11.
In het Tropenmuseum is tot 12 september
de tentoonstelling Het Kwaad - All about Evil
te zien. Hierin wordt uitgebeeld hoe men
sen uit alle tijden en culturen omgaan met
en gestalte geven aan 'Het Kwaad'.
juli 2005
27