1995
1974
Tussen U
en mi]
aihiêr zcme vagBoeK-
VocumeK/tAtié uitp£
ZA VJCRe LpooRleOö.'
(a>j on!
Vensters
J3L
'Heb je echt toestemming van Opa?'
Een triest moment. Gedwongen vertrek
uit de Prins Mauritslaan 36.Terwijl bui
ten Aad Nuis (toenmalige staatssecreta
ris van OCW) een gevelsteen onthuld, is
de redactie van Moesson druk bezig met
het inpakken, opruimen en ontruimen
van de parterre. Tjalie's dochter Vivian
Boon schreef in Moesson: 'Toen het idee
voor het plaatsen van een gedenksteen
aan Lilian Ducelle werd voorgelegd,
zei ze direct 'Ja, maar dan moetje er
wel opzetten: Wie dit lees is gek'. En
zo gebeurde het. Ook al is Tong Tong er
niet meer, ook al is Moesson niet meer
daar, voor de mensen die al die jaren de Prins Mauritslaan 36 hebben bezocht als
'het Indische huis'zal deze gevelsteen een aandenken zijn aan de tijd dat het dat
wel was.' De gevelsteen (een initiatief van Edy Seriese) werd betaald door Tjalie's
Instellingen: de Stichting Tong Tong, de Pasar Malam Besar bv,Tjalie Robinson
bv {Moesson dus), de Indische Kulturele Kring en het Indisch Wetenschappelijk
Instituut, zo valt te lezen in de Pasarkrant van mei '95. Moesson verhuist naar
Amersfoort.
EINDELIJK heb ik iets wat niemand hier heeft.
Het is helemaal niet iets om trots op te zijn,
maar het is tenminste iets dat de gelijkheid van
bezittingen in mijn straatje breekt: ik heb onge-
zeemde ramen. Schaamteloos ongezeemde ramen.
Ze blinken niet, ze glanzen niet, ze zijn wat
een Hollandse huisvrouw zou zeggen: allersmerigst.
Voor mij zijn ze mooi genoeg. Er zijn kringetjes
en plekjes en stofjes op, er twee maanden lang
door regen, wind en zon op geborduurd.
Als je lang naar al die plekjes kijkt ga je filo
soferen en mijmeren. Over bergen, kali s en reus
achtige keien. Dat ene plekje daar, op die uiterst
linkse ruit, lijkt precies op de grote waringin op de
aloon-nloon in Malang. Kent U Malang? Mijn
stad: de liefste stad van de wereld. En onder die
waringin stond de bloemenpasser, weet U nog
wel? Daar kochten we zondags onze gerbera's en
gladiolen en anjelieren voor het kerkhofbezoek of
zomaar voor thuis. Zo goedkoop al die bloemen
in vergelijking met de bloemen hier! Zo fel die
kleuren, zo sterk de geur! Ook van de rotte stelen
die de man snel en handig wist af te snijden om
zijn bloemen verser te doen lijken. Ach lieve
aloon-aloon met je aubades op Koninginnedag, je
voetballende jongens en je toekangs djoealan die
het gras plat traden.
Vanaf 1974 draagt Jack
Poirrié tekeningen en
teksten bij voor Tong
Tong en Moesson.
Schaamteloos ongezeemde ramen. Ze blinken niet, ze glanzen niet, ze zijn wat een Hol
landse huisvrouw zou zeggen: allersmerigst. Voor mij zijn ze mooi genoeg. Er zijn kringetjes
en plekjes en stofjes op, er twee maanden lang door regen, wind en zon op geborduurd. Als
je lang naar al die plekjes kijkt ga je filosoferen en mijmeren. Over bergen, kali's en reusach
tige keien. Dat ene plekje daar, op die uiterst linkse ruit, lijkt precies op de grote waringin op
de aloon-aloon in Malang. Kent U Malang? Mijn stad, de liefste stad van de wereld.'
O N weet U ook nog de kali Brantas? Kijk, die
groep vlekjes helemaal boven het raam, die
Zijn precies die stenengroep onder de Brantasbrug.
Daar hebben de jongens uit mijn klas eens een
leguaan gevangen. Het was een kabaal en een
gekrijs van jewelste en de hele klas kreeg een week
straf omdat we en bloc te laat kwamen.
O, er staan nog meer herinneringen op mijn
ruit. Als de zon er fel door schijnt zijn ze me
meer waard dan de mooiste film.
„Kijk mijn ramen eens, ik heb ze nog niet eens
gzeemd!" zeg ik altijd tegen het bezoek. Dan
denkt het bezoek: ze heeft ze vandaag nog niet
gezeemd. En niemand vermoedt de rekbaarheid
van dat „nog niet". Want nog niet is bij mij 2
maanden. De vriendinnen die mijn ramen beter
kennen, weten de waarheid. Ze spreken er al niet
eens hun schande meer over uit.
Bovendien, welk nut heeft het iets schoon te
maken dat dezelfde dag alweer vuil wordt? Ik
weet, dat vinden de meeste vrouwen juist zo ge
zellig, schoonmaken wat vuil is, schoner maken
wat al schoon is. Het is ook een soort levenskunst,
daar zit ook een zekere filosofie in hoor. Schoon-
schoner-schoonst, je krijgt er alleen zulke ge
spierde bovenarmen van. Allemaal gespierde ar
men, allemaal schone ruiten. Allemaal de grote
schoonmaak, allemaal matten kloppen, allemaal
boodschappen doen, allemaal griepen over het
weer en de dure groenten. Is dat de sleur waar ze
me voor gewaarschuwd hebben toen ik nog in
Indonesië zat?
Ach wel nee, de sleur zit geloof helemaal in
jezelf. Begint U maar eerst met Uw ramen twee
maanden niet te zemen. De eerste week is het een
bijna onoverkoombare ergernis, maar terwijl de
bergen, de waringins en de kalistenen groeien,
groeit Uw gemoedsrust. Want U gaat filosoferen
en denken aan prettige dingen in de vrijgekomen
tijd. En U kunt altijd nog met een flinke spons-
veeg het filosofietje wegwissen. En U opnieuw
scharen in de fille van ijverig boenende, schrob
bende, wassende huisvrouwen. Dat doe ik mis
schien ook wel binnenkort
Lilian Ducelle.
juli 2005
35