Knil-zoon Fred Lanzing
Eind mei verscheen Soldaten van Smaragd van Fred Lanzing. Lanzing beschrijft daarin - aan
de hand van het aantekenboekje van zijn officiersgrootvader - het dagelijks leven en de mores
binnen het KNIL. Schrijfster en KNIL-dochter Wies van Groningen sprak met hem.
DOOR WIES VAN GRONINGEN O FOTOGRAFIE HARRY COCK
el er niets voor
mij te schamen'
Wies van Groningen: 'Jouw grootvader en ook jouw vader zaten bij
het KNIL. Heb je ooit zelf militair willen worden?'
Fred LanzingCNee. Hoewel ik als jongen het militaire leven van nabij
heb meegemaakt, heb ik nooit een ambitie gehad voor een opleiding
bij de KMA (Koninklijke Militaire Academie). Ik heb wel mijn dienst
plicht vervuld en dat heeft mij goede ervaringen opgeleverd, bijvoor
beeld wat het dragen van een uniform teweeg kan brengen. Ik weet nu
hoe het in legers - in alle legers - toegaat.'
Wies van Groningen: 'Wat heeft bij jou de doorslag gegeven om dit
boek te schrijven? Je hebt lang geaarzeld, er waren twijfels...'
Fred Lanzing: 'Er is een voorgeschiedenis. In 1970 kreeg ik een boekje
van mijn grootvader in bezit, Willem Jan Rudolph Lanzing. Het bevatte
autobiografische aantekeningen over zijn loopbaan als KNIL-officier.
Ik las daarin dat hij ook in Atjeh heeft gediend. Het wakkerde mijn
sluimerende belangstelling voor de koloniale geschiedenis van Neder
land en van het KNIL behoorlijk aan. Tenslotte ben ik een anak KNIL.
In de loop der jaren heb ik veel informatie verzameld uit alle moge
lijke bronnen, zoals verslagen, wetenschappelijke studies, het Indisch
Militair Tijdschrift, romans, autobiografische geschriften, jongens
boeken enzovoort. Niet alleen heb ik verzameld, maar ik heb dat alles
ook systematisch vastgelegd in een uitgebreid kaartsysteem. Er over
schrijven lijkt dan vanzelfsprekend. Artikelen voor tijdschriften, verha
len, een historische novelle, maar ook lezingen voor de Pasar Malam
Besar en de Werkgroep Indische Letteren. Mijn vriend Mani Kummer
stimuleerde mij tenslotte te gaan schrijven over het dagelijks leven in
het negentiende eeuwse KNIL.'
Wies van Groningen: 'Van het dagelijks leven in die periode is in
derdaad vrijwel niets bekend. Je beschrijft in Soldaten van Smaragd
onbekende aspecten van het KNIL. Wat maak jij zichtbaar met dit
boek en vooral wie?'
Fred Lanzing:'Er is wel literatuur over het KNIL, bijvoorbeeld de boeken
van kolonel b.d. Heshusius. Maar deze literatuur blijft als het ware
aan de buitenkant. Ik wilde meer de binnenkant belichten. Wat mij
intrigeert is het dagelijks leven van de mannen, vrouwen én kinderen
die in een kampement leefden. In de buitenposten en bentengs was
het soldatenleven niet alleen hard voor de mannen; van vrouwen werd
geacht ontberingen en misère zonder morren het hoofd te bieden. Er
was voor hen geen enkele zorg of consideratie. Vaak moesten zij hun
man volgen op een dagenlange voettocht door de wildernis. Maar had
den de inheemse vrouwen elkaar nog voor hulp en steun, de, vaak als
enige, Europese vrouw leidde geregeld een eenzaam bestaan.
Het leven in de kazerne hing van regels aan elkaar - ook voor vrouwen
en kinderen. De dag begon met een kanonschot om vijf uur in de mor
gen om formeel te eindigen met een kanonschot om acht uur
's avonds. Hoornsignalen gaven aan watje moest doen of waarje naar
toe moest. Weinig Europese militairen waren getrouwd. De meeste
hadden een njai. Maar het ongehuwd samenwonen in de tangsi, het
zogenaamde kazerneconcubinaat, was in de hele geschiedenis van het
KNIL omstreden. Omstreeks 1880 sprak men er in de Tweede Kamer
schande van. Maar er waren nu eenmaal geen Europese vrouwen voor
de Europese militairen. En de njai's zorgden voor enige ordelijkheid en
huiselijkheid in de chambrees.
In de beperkte ruimte van een benteng of buitenpost was geen vertier,
geen afleiding. Het voedsel was eentonig en vaak ongezond. Bij ziektes
van de kinderen of bij bevallingen was er geen medische zorg. Soms
kwam eenmaal per maand de dokter langs, maar vaak ook niet. Voor
de kinderen was er geen onderwijs, weinig aandacht, geen familieleven
en vrijwel geen ruimte om te spelen.
juli 2005 47