Meisje
^pokan
column
volgens Vilan van de Loo
Rampokan-tweeluik in
Jakarta
i Cf'EBES
In het Erasmushuis in Jakarta is vanaf 6 sep
tember een maand lang een tentoonstelling
te zien van striptekenaar Peter van Dongen.
Deze tentoonstelling maakt deel uit van een
serie tentoonstellingen in het kader van de
Indonesische viering van 60 jaar onafhan
kelijkheid. De tentoonstelling gaat vooral
over het stripverhaal Rampokan. In 1998
verscheen Rampokan Java en in 2004 het
vervolg Rampokan Celebes. De stripboeken
spelen zich af tijdens de politionele acties in
Nederlands-lndië. In Indonesië komt Rampo
kan Java binnenkort ook uit. De tentoonstel
ling is later ook nog te zien in Semarang en
Surabaya
Dit is de laatste maand van de Indische Zomer in Den Haag. Het zal leeg om
me heen zijn wanneer het echt voorbij is. Ik heb zo veel oude gezichten gezien
als ik zelfs op de Pasar Malam Besar nooit zag. Zoals daar kijk ik ook in de
Indische Zomer naar de oudere dames omdat elk van hen weliswaar een ou
dere dame is, maar ook wat Tjalie Robinson noemde'het meisje uit Indië'. Een
meisje dat vroeger de boeken las die ik nu verzamel, dat beleefde waarover ik
lees. Zoals in Het meisje uit Indië, bedoeld voor:
'Voor onze dochters - en kleindochters - en achterkleindochters - als ook hun
moderne tijd van nu 'voorbij' is en 'ouwerwets'. En zij alleen moeten leven met
de 'Schat van het Verleden'. En ook zullen merken dat alle voorbijgaande leven
niets is, maar het Hoe te leven en Durven te Getuigen de Essentie is van het
Leven door alle tijden.'
Het staat er met hoofdletters, en ik knik instemmend. Ja, zo is het, daarom
moeten boeken geschreven worden. Om te getuigen van wat geweest is, als
erfenis aan jongeren.
Zei ik jongeren? Excuseer me voor het gebruik van zo'n modewoord. Men kan
geen televisieprogramma zien of de jongeren springen je tegemoet. Ze hebben
de toekomst, heet het. Dat valt nog te bezien wil ik dan opmerken, maar ik zeg
het niet. Om redenen van menslievendheid verzwijg ik veel in mijn leven.'t Is
goed dat ik een dagboek heb, daarin schrijf ik veel drift van me af.
In Het meisje uit Indië hoor ik vrouwenstemmen uit Indië. Sommigen zijn be
kend, anderen minder, enkelen wilden onbekend blijven. Allemaal schreven ze
verhalen. Nee, getuigenissen, zoals Tjalie zegt. Met vaak een wereld die in paar
zinnen opengaat, zoals dit:
'Tjang was kras voor haar leeftijd, niet in het minst hulpbehoevend en nie
mand tot last. Een van de werkjes die ze altijd met plezier deed was het
vouwen van de was. Ze plukte melati, verzamelde rozeblaadjes en zorgde dat
de rantangs met kleren in de slaapkamer altijd lekker roken.'
6 moesson
Meteen is er een beeld, met kleur en geur als bonus. Dat kan alleen iemand
schrijven (getuigen, corrigeer ik mezelf weer) die het zelf heeft meegemaakt.
De auteur van dit verhaal,'Kerstfeest van Tjang', is Lilian Ducelle. Ook een
oudere dame en een meisje uit Indië.Tijdens de zomer las ik haar mooie
bundel De M van Martha. Het wil maar niet voorbij gaan, de stroom van herin
neringen, van feiten en van fictie. En toch is zelfs in deze Indische Zomer dat
sombere gezegd: straks weet niemand meer wat Indië was. Het echte dat geen
jongere zich kan indenken zonder hulp. De zaak is simpel. De ouderen zijn er.
Zij kunnen schrijven. Nee, getuigen. Wat zag het meisje uit Indië nog meer?
Vilan van de Loo
Het meisje uit Indië. Een eerste keuze uit de
duizend-en-een bijdragen voor Tong Tong van
'Sheherazades uit Oud-lndië
Den Haag: Uitgeverij Tong Tong, 1966
PETER VAN DONGEN