Onderluitenant H.J.de Haas
werd Gustaaf gesteund door veel vrienden, en ook Moesson onder
steunde hem; hield hem in contact met zijn Indische ik, aldus Gustaaf.
Toen hij besloot zestig jaar na de dood van zijn vader hem te herden
ken met een Catalinavlucht, nodigde hij daarom ook Moesson uit.
Onderluitenant Hendrik Johan (Henk) De Haas werd geboren in 1904
te Batavia en ging als zeventienjarige het Knil in. Na de capitulatie van
het Knil op 8 maart 1942 onttrekt De Haas zich aan krijgsgevangen
schap en zwerft over Java, gekleed als inlander. Hij ziet kans twee maal
zijn gezin te bezoeken in Salatiga. Gustaaf herinnert zich nog vaag
dat een man zijn moeder bezocht, maar hij besefte toen niet dat het
zijn vader was. De Haas smokkelde brieven. Al reizende verkrijgt hij
een hoop informatie, ondermeer over de veranderende verhoudingen
binnen Indië. Hij wil de autoriteiten in Australië daarvan op de hoogte
brengen. Samen met de Indische C.D. Schlette en J.C. Buxton, en de
Menadonese marechaussee Danus en cavalerist Mongan lukt het via
Banjoewangi, Soemba en Savoe op 13 december 1942 Australië te be
reiken. Nadat de Nefis hem gecleared heeft als Japanse spion, kan De
Haas zijn informatie kwijt. Hij vertelt onder andere dat krijgsgevange
nen het moeilijk hebben, dat Japanners mishandelend optreden en dat
Indonesiërs zich anti-Nederlands gedragen. De Haas leidt vervolgens
bij de Nefis geheim agenten op, tot hij in september 1944- inmiddels
tot onderluitenant bevorderd - zelf naar Indië op een missie moet. Hij
bedingt als tegenprestatie dat zijn zoon in Nederland een universitaire
opleiding kan volgen op staatskosten. Met een Catalina wordt De Haas
met zeven andere agenten (de Ambonese sergeant-majoor Tahapary,
korporaal Daniël Kipuw, korporaal George Nussy, korporaal Kailuhu,
korporaal Simon Nahamury, korporaal Sipahelut en de Javaanse ser
geant Soeprapto) naar het eilandje Nila gebracht. Vandaar begint per
prauw hun missie. Ze gaan rond 7 november te Panaroekan aan land;
een haventje aan de straat Madoera. Daar gaat het gezelschap uit el
kaar. De Haas wordt een week na aankomst verraden bij de Kempetai,
gearresteerd en naar de gevangenis van Djember overgebracht. Uit on
derzoek van zoon Gustaaf blijkt dat zijn vader uiteindelijk is vermoord
in een kantoor van de Kempetai, op 25 augustus 1945. Gustaaf kwam er
achter dat dit geen executie was, maar een individuele actie. Het ver
moedelijke motief was roofmoord. De Haas kreeg op zijn missie vijftig
duizend gulden mee. Dat geld is hem bij arrestatie afgepakt. Gustaaf
denkt dat zijn vader na de bevrijding verhaal is gaan halen en toen is
vermoord. De mogelijke dader heeft een dag later zelfmoord gepleegd.
Over onderluitenant De Haas valt meer te lezen in Het Koninkrijk der Nederlanden in
de Tweede Wereldoorlog, deel 11 van dr. L. de Jong.
Gas geven
Splash... and go. Landing met doorstart op het Marker
meer. Het Markermeer voelt aan als een betonvloer.
oktober 2005 23