Poirrié's perikelen
Niks is meer hetzelfde
Agenda
oktober-november
Belanda hitams
Kampong Wyldemerk
Art deco op
Bali
tips@moesson.com
Niet alles wat modern is, is goed. Dat
geldt ook voor de nieuwe generatie
cruiseschepen. Die varende vijfster
renhotels zijn ware wonderen van vernuft
en techniek. Maar als de boordcomputers
van slag zijn, is er geen land mee te bezei
len en moeten ze naar de dichtstbijzijnde
haven worden gesleept.
Ik zou best weer een bootreis willen maken.
Maar dan niet met zo'n kwetsbaar stuk
elektronica dat rondjes vaart over de Mid
dellandse Zee. En helemaal niet in een
plezierboot vol bierdrinkende jodelaars met
bestemming Weisnichtwo am Rhein. Mijn
verlangen gaat uit naar een lange zeereis op
een van de zeekastelen die vroeger heen en
weer voeren tussen Holland en Indië. Dat
waren pas schepen. Als ik daaraan denk, zie
ik ons weer staan op het platje, hoog boven
de haven van Sabang. 'Ons', dat waren pa,
ma, mijn zus Gon, ik en Joop Viele, die
met ons meereisde omdat hij in Holland
ging studeren. We stonden vol ongeduld te
wachten op de auto die ons naar de haven
zou brengen, toen de Johan van Oldenbarnevelt
vanachter de heuvels opdook. Dat was een
adembenemend schouwspel: het spiegel
gladde blauwe water, de heldere tropen-
lucht, het frisse groen van de heuvels, en
dan opeens het majestueuze schip met de
donkere romp en smetteloos witte boven
bouw dat bijna plechtig de haven binnen
voer. We waren er stil van. En toen ook nog
een reusachtige zeeschildpad vlakbij het
schip opdook en traag een eindje meezwom,
kregen we een brok in de keel van ontroe
ring. Echt waar. Op die reis - 2e klasse, want
verschil moet er zijn - waren Joop en ik net
oud genoeg om met de grote mensen aan
tafel te zitten. En we mochten zelfs een
keertje voor ze optreden op het achterdek.
Ik jammer genoeg iets korter dan Joop. Dat
was omdat hij voortreffelijk ulcelele speelde
en een stem had als een klok. Hij kende ook
alle hits uit die tijd, terwijl mijn repertoire
zich beperkte tot Sarie Mareis en nog een
paar oubollige evergreens. Boven-dien
knapte een snaar van mijn ukelele en weet
iedere muzikant datje met drie snaren be
ter kunt inpakken en wegwezen. Heb ik toen
ook gedaan, na een beleefde buiging. Verder
was het een prachtige reis, die 'maar' tot
Genua duurde, omdat we van die plaats uit
per WACO-touringcar naar Holland gingen.
Hoewel we een boel plezier hebben beleefd
en ik vaak aan hem terugdenk, weet ik niet
hoe het Joop is vergaan. Wij gingen na tien
maanden terug met de Christiaan Huygens en
hij bleef in Holland om verder te studeren
en de oorlog mee te maken waarvan wij
in Indië nog even verschoond bleven. Wat
er met die twee prachtige schepen van de
Stoomvaart Maatschappij Nederland is
gebeurd, weet ik evenmin. Maar ik vond
ze in ieder geval onvergelijkelijk mooi.
Daarom deed het me wel wat toen ik in het
herdenkingsboek 'Indisch Verleden' van de
Stichting Herdenking 15 Augustus 1945 een
haarscherpe zwart-wit foto tegenkwam van
de Christiaan Huygens aan een van de kades
van Tandjong Priok. Het schip is net aange
komen of bezig te vertrekken, dat is te zien
aan de twee sleepboten die bij de boeg en
de achterplecht aan het werk zijn. Maar hoe
dan ook: het schip zal er niet lang stilgele
gen hebben, daar waren deze schepen niet
voor te porren. Die hadden geen moeite met
de enorm lange reis en wilden meteen weer
weg. Zulke mooie én degelijke vaartuigen
maken ze niet meer.
De terugreis met de Christiaan Huygens
verliep trouwens niet zo voorspoedig voor
een van de hofmeesters van het schip. Bij
aankomst in Tandjong Priok werd de man
opgevangen en ingerekend door de politie.
Hij had in Holland zijn vrouw vermoord en
- als ik me niet vergis - in een koffer uit de
trein gegooid. Dat gaf toentertijd een com
motie van jewelste, want zo'n gruwelijke
moord kwam hoogstzelden voor. Tegenwoor
dig is het bijna dagelijkse kost. Niks is meer
hetzelfde.
Jack Poirrié groeide
op in Batoeradja en
woont sinds 1951
in Nederland. Elke
maand schrijft Jack
Poirrié in Moesson
over zijn perikelen.
De tentoonstelling Zwart in dienst van Oranje
is verhuisd. Tot en met 30 december is hij
te zien in Museum Bronbeek in Arnhem. De
zogenaamde 'zwarte Hollanders' kwamen
vanuit Afrika naar Nederlands-Indië om te
dienen in het KNIL. Vier families staan in
de tentoonstelling centraal: Cordus, Klink,
Comijs en Nelk, van wie je de persoonlijke
fotoalbums kunt bekijken.
Zwart in dienst van Oranje tot en met 30 december in
Museum Bronbeek, Velperweg 147 in Arnhem. Telefoon:
026-376 35 55.
In Informatiecentrum Mar en Klif is tot 31 ok
tober de expositie Kampong Wyldemerk te zien.
Tussen 1954 en 1969 woonden in Gaasterland
(Friesland) op het terrein van de Wyldemerk
enkele honderden Islamitische Moluklcers. Zij
gingen daar wonen nadat zij in voorgaande ja
ren verspreid over Nederland in verschillende
opvangcentra gewoond hadden. Aan het einde
van de jaren vijftig werden de meeste gezin
nen die op het terrein woonden alsnog per
manent gehuisvest in Nederland. Een aantal
ging terug naar Indonesië. De laatste bewoners
vertrokken in 1969 uit het woonoord. Daarna
werden de meeste gebouwen gesloopt.
Kampong Wyldemerk tot 31 oktober in Informatiecen
trum Mar en Klif, De Brink 4 in Oudemirdum. Informatie:
Henk Dijkstra: 0514-57 17 77.
Tot en met 8
januari 2006 kunt
u genieten van de
houten beelden van
Balinese houtsnij
ders in Museum
Nusantara in Delft.
De beelden zijn
gemaakt in de peri
ode 1930-1955 door
de kunstenaars
van de Pita Maha-groep. Wat u voornamelijk
te zien krijgt, zijn fijn gesneden dansers
en danseressen, priesters, liefdesparen en
dierfiguren.
Art deco op Bali tot en met 8 januari in Museum
Nusantara, Sint Agathaplein 4-5 in Delft. Telefoon:
015 - 260 23 58, www.museumnusantara.nl.
oktober 2005 29