Spiegel van de Indische poëzie Dorpsmeisje op Java Dorpsmeisje op Java Mr. CA. Wieneke (1874-1948) bracht het tot president van de rechtbank te Soerabaya, maar genoot ook enige bekendheid als letterkundige en dichter. Hij schreef ook toneelwerk. In 1905 verscheen zijn bundel Boort. Eenvoudige gedichten, waaruit ook dit sonnet afkomstig is. Afgaande op de titel zou je denken dat het om een Javaanse gaat, maar dat is niet zo. Het is een heimwee-ge- dicht, over een dorpsmeisje uit Holland, dat in Indië beelden ziet uit haar jeugd. Inhoud en vorm verraden enige invloed van de Tachtigers. Samengesteld door Bert Paasman en Peter van Zonneveld Daar speelde een glans van teere 'erinneringen om haar gelaat, dat uit den schemer dook der manenacht, - als wen een bloem ontlook onder die palmen die in ruste hingen op donk're stammen. Toen zag ze in den smook van duist'ren nacht, licht voor zich henen kringen gestalten van haar dorpje, en hoorde 't zingen van blonde kind'ren lache' en weenen ook. Kemoening-geur kwam zoetelijk omwaad'men die stille stond van peinzend nacht-verzinnen - ik zag de vrouwe zachtjes wieg'lend aad'men, een tjitjak piepte - kon haar ziel omvaad'men de nieuwe streken; kon zij 't land beminnen, waar dag verschroeit, nacht slap streelt ziel en zinnen. 30 Mr. C.A. Wieneke

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2005 | | pagina 30