De duistere kant van Pasar Senen
column c door J.J. Rizal
slaat aan, want ik heb al klanten in onder an
dere Australië, Amerika en het Midden-Oosten.
Waarom zouden alleen Indonesische vrouwen
een kebaja dragen? Ik wil onze kebaja to go
internationalI'
Inspiratiebronnen
Voor zijn nieuwste collectie liet Ramli zich
onder andere inspireren door oosterse waaiers,
waarmee Aziatische vrouwen zich vaak koelte
toewuiven. De waaier was in zijn ontwerpen
direct terug te zien als kralenborduursel op
een top, en meer indirect in het uitwaaieren
van bijvoorbeeld broekspijpen of mouwen. In
zijn hele lijn, van vrijetijds- tot avondkleding,
kwam het waaier-motief terug. Qua kleur
koos hij voor bruin, steenrood, zwart, blauw
en wit als basis, met hier en daar een knal-
kleur. De batikstoffen die hij in zijn ontwerpen
verwerkte waren afkomstig uit Yogyakarta en
Pekalongan.
Nooit tevreden
Opmerkelijk is dat Ramli nooit enige mode
opleiding volgde. Ramli:'Ik heb geen mode
vakschool gedaan, daar was geen geld voor.
Alles wat ik kan heb ik mezelf aangeleerd en
opgestoken door naar anderen te kijken, ik ben
autodidact/Toch groeide hij uit tot Indonesië's
bekendste ontwerper. Ramli:'Ik de beroemd
ste ontwerper van Indonesië? Nou ja, dat is
vooral wat anderen over mij zeggen. Zelf ben
ik voornamelijk bezig met het bedenken van
nieuwe ontwerpen en de uitvoer daarvan. Ik
wil bereiken dat mensen zich senang en happy
voelen in mijn kleding. Mijn kleding is vooral
bedoeld voor sterke, zelfverzekerde, succesvol
le vrouwen. Vrouwen die weten wat ze willen
en geslaagd zijn in het leven, en bovenal trots
zijn op hun Indonesische afkomst.' Dat steeds
meer jonge Indonesische vrouwen in hogere
posities zijn ontwerpen naar het werk, restau
rant of café dragen vervult hem dan ook met
de nodige trots. Ondanks zijn succes is Ramli
nooit tevreden. 'Tevreden achteruit leunen is
stilstand. Elke dag moet er een ontwikkeling
zijn. Daarom ben ik nooit tevreden. Het kan
altijd beter dan de vorige keer.'
De Indonesische schrijvers Zeffrey Al
en J.J. Rizal schrijven afwisselend een co
lumn waarin ze verbanden leggen tussen
Batavia en het huidige Jakarta.
Pasar Senen is voor de Jakartanen een plek
waar zich duistere en intrigerende taferelen
afspelen. Begin achttiende eeuw was Pasar
Senen onderdeel van een nieuw gebied dat
de VOC-dienders Weltevreden noemden. Uit
de naamgeving spreekt duidelijk de hoop op
voorspoed en geluk die zij voor ogen hadden;
een paradiso.
En inderdaad, decennialang vonden de
dienders er hun geluk, niet in de laatste plaats
de gouverneurs-generaal die het gebied als
persoonlijk eigendom claimden. Legde de
gouverneur zijn functie neer, dan verkocht
hij Weltevreden door aan zijn opvolger! Aha,
daarmee begon het gelazer.
Een andere lugubere gebeurtenis is de lezers
van de roman Njai Dasima niet onbekend. Dit
waargebeurde verhaal dat zich afspeelde in
en rond Senen, sloeg de mythe van Welte
vreden als paradijs van rust en vrede aan
diggelen. De ambtenaar Edward Williams
hield er een njai genaamd Dasima op na. Door
goena-goena probeerde de Javaan Samioen
Dasima over te halen met hem te trouwen.
Na de bruiloft beseft zij dat hij op haar
vermogen uit is en dreigt Williams te zullen
waarschuwen. Op een goed moment werd
het levenloze lichaam van Dasima gevonden,
haar keel doorgesneden. De huurmoordenaar
werd kort daarop gevonden, het bleek een
djago genaamd Puasa.
Vanaf dat moment werd PasarSenen meer
gezien als een inferno. Het kwaad had zich
genesteld in het paradiso. De gevreesde dja-
go's van Pasar Senen kregen de naam Buaya
Senen. Een beruchte bende was de op de
Pasar Senen opererende bende zakkenrollers
Koempoelan 4 Cent.
Het lugubere karakter van Pasar Senen
nam een vlucht toen aan het begin van
de onafhankelijkheid schrijver Pramoedya
Ananta Toer verkondigde dat Pasar Senen
het bolwerk was van de vrijman, ofwel de
mannen van het vuile werk. Het merkwaar
dige is dat deze vrijmannen zich ten tijde van
de politionele acties ontpopten als hoeders
van de onafhankelijkheid. De vrijmannen
schoven naar de voorgrond en werden helden.
Soekarno promoveerde zelfs één van hen tot
minister. Onder het Soeharto-regime kreeg de
vrijman, of preman in de nieuwe spelling, een
criminele connotatie. Soeharto was zelfs van
mening dat deze rebellen uit de weg diende
te worden geruimd.
Vanaf het begin van de onafhankelijkheid
vormde Pasar Senen naast een bolwerk voor
de preman ook een ontmoetingsplaats voor
kunstenaars en cultuurcritici als Chairil Anwar,
Ajip Rosidi.SM Ardan en Misbach Jusa Biran.
Pasar Senen was echter niet alleen een discus
sieforum. In de schemer van kaarsstompjes en
achter dampende koppen koffie waren er en
kelen die zich diep over de schrijftafel bogen.
Dat leverde vaak monumentale werken op.
Vermelding verdient de bundel korte verhalen
Terang Bulan Terang Di Kali van SM Ardan, de
gedichtenbundel CariMuatan van Ajip Rosidi
en het korte verhaal Kejadian di PasarSenen
van Misbach Jusa Biran.
Na de modernisering in 1968 was Pasar Senen
niet langer de plek van rendez-vous tussen
kunstenaar en criticus. Pasar Senen kreeg
de nieuwe naam Pusat Perdagangan Proyek
Senen. Opdracht werd gegeven om de oude
winkels en gebouwen te slopen. Ali Sadi-
kin, de toenmalige gouverneur van Jakarta,
ondernam een poging om de kunstenaars een
nieuw onderkomen te geven opTaman Ismail
Marzuki, wat jammerlijk mislukte.
Het merkwaardige is dat ondanks die com
plete metamorfose van Senen zakkenrollers,
overvallers en prostituees bleven hangen.
Sterker nog, hun aanwezigheid begon met
de dag een groter stempel op het straatbeeld
te drukken. Het gevoel van modernisering,
comfort en veiligheid, dat als uitgangspunt
gold van de verbouwing, bleek verte zoeken.
In 1985 ondernam Wiyogo Atmodarminto, de
gouverneur van Jakarta, een poging om de
Pusat Perdagangan Proyek Senen te ontdoen
van zijn lugubere en duistere karakter. Ook
hij faalde. Ondertussen heeft de huidige gou
verneur het plan klaarliggen voor een nieuwe
poging. Pusat Perdagangan Proyek Senen zal
worden gesloopt om plaats te maken voor
een supermodern winkelcentrum.
november 2005 49