Oorlogsgraven 'AM0XAT; AiT^ij.o.w.aMT TH A li, A KTDJ K-iTft Ed£MjA AWU MMJiS, Pijfi MAMA SAMA HANS TiBA SAUT^ SABEN HARi ÏMET SKMA ANAK KiTA 3)AN PAU. HARE? J>otKx TEKOES SEHAT. 3 ABT A K TjOtliS MAMS. Familiefoto op de Christiaan Huygens Bijzondere kaart TAWAlTAN --MiüTtK Hoedjan datang is zeer hoog (66%). De olie wordt gebruikt in de geneeskunde (casterolie), maar ook als smeermiddel. (Dit volgens de boekoe pienter van G.F.E. Gonggryp). Vanwege het oliegehalte werd in de Japanse periode de dj arak verplicht geplant. Ik heb ook mee gedaan om deze soort djarakplant in onze voortuin te planten, gotong-royong noemde men dat in onze wijk. De pitjes verzameld tot circa een halve kilo kon ik inleveren bij de Sukarela-kazerne tegenover ons huis in Djember. Ik kreeg dan een schoolschrift als beloning cadeau. Ik bewaarde de pitjes ook voor het dakon spelletje - een houten bakje met 12 ronde uitgeholde vakjes - omdat ze mooier van kleur zijn dan de gebruikelijke sawopitjes. Ik dacht dat ik nu hier de enige was, die de djarakplant in huis had: vorig jaar nam ik uit Bali een paar pitjes mee om thuis als kamerplant te kweken. Dit jaar is het me gelukt, de djaralc heeft een hoogte bereikt van bijna 95 cm en tot onze verbazing heeft hij nu zaden geproduceerd (39 stuks). Alleen de bladeren zijn niet zo donkergroen als het moet. Houden die meer van de tropen? Ofschoon ik geen botanicus ben kan ik met zekerheid zeggen dat de djaralc geen giftige plant is; de pitjes hebben wel een vieze bittere smaak, want ik heb ze in mijn jeugd louter uit nieuwsgierigheid geproefd. H. Ulricht, Spijkenisse Vanaf 1950 werd het opsporen van graven, het opgraven, het concentreren, het opba ren, het identificeren en het herbegraven van overleden oorlogsslachtoffers uitge voerd door de Nederlandse Gravendienst, hoofdkantoor te Bandung. Proces verbalen, dodenregisters en het Magazijn Register van Stoffelijke Overschotten werden opgemaakt en vervolgens gearchiveerd. De Nederlandse Gravendienst - ressorterende onder het Afwilckelingscommando in Indonesië van de KL - werd op 1 juni 1951 opgeheven en beëindigde haar werkzaamheden per 1 januari 1951. De bijkantoren werd verzocht om hun archieven naar het bijkantoor Djakarta over te brengen en wel met een uiterlijke arrive- ringsdatum van 30 november 1951. Tot op heden zijn de bovengenoemde archieven en procesverbalen zoek! Mede ten behoeve van de Oorlogsgraven Stichting te Den Haag probeer ik een en ander te traceren. Ilc zou graag in contact komen met familieleden van personen die bij deze dienst gedurende 1951/1952 werkzaam waren, of met personen die informatie kunnen geven over de opheffing, de verzending en aankomst van archief, procesverbalen etc. In het bijzonder voor de plaatsen Djakarta, Bandung en Semarang. Het betreft o.a. de volgende familienamen: de heren B.M.J. Ostmeier, J.P. Cabri, Ronlces, Nanlohy, Blaset, Kees, Palm, Aelcerling en Siebenhaar; de dames H. de Graaf, W.E. van der Meulen, C.H. Dubbeldam en Vodegel. T. Paulus, Virulylaan 38, 2267 BS Leidschendam. Tel/Fax070 - 390 83 59 die tijd. Mijn vader zat gevangen in Tjimahi en ik in Ubon, Thailand (deze naam staat met potlood op de kaart bijgeschreven). De Birma-spoorweg was af en mijn 'ploeg' was overgeplaatst naar Ubon in Oost-Thailand om vliegvelden aan te leggen. Mijn moeder was buitenkamper en eens in de zoveel tijd kon ze een kaart sturen naar ons - in het Maleis en maximaal 25 woorden. |...]Het is een uiterst simpele kaart maar zij die het hebben meegemaakt weten tussen de regels door te lezen. Dit stukje authentieke overlevering is even simpel als veelzeggend. Ik heb haar nooit teruggezien, ze overleed in februari 1946 in een bersiaplcamp. H.C.M. Smit, Terneuzen A A. Hi ft CAM 'ALAMAT SIPfNGlDIM Ik ben altijd weer blij Moesson in de brie venbus te vinden, maar vooral 'Poirrié's Perikelen' van afgelopen oktober bracht me lange jaren terug, naar augustus 1932. Toen hebben we Indië verlaten en hebben er helaas nooit meer terug mogen komen. Ingesloten een foto van die dag toen mijn moeder en ik vertrokken (mijn vader volgde later); mijn broer was al eerder weggegaan om zijn studie in tropische bosbouw in Wage- ningen te beginnen. De foto is genomen op het dek van de Christiaan Huygens van ons en alle wegbrengers. Rechts mijn vader, in het midden mijn moeder met mijn neefje (nu gepensioneerd ingenieur in Florida), ikzelf rechts aan mijn moeders arm. Vooraan een ander neefje, nu overleden, gewezen arts in Friesland. Inderdaad, niets is meer hetzelfde. Es geht alles vorüber, es geht alles vorbei. G. Gaudreau, Rosemere, Canada Toen ik kort geleden door mijn 'Indische herinneringen' bladerde, kwam ik een kaart van mijn moeder uit één van de laatste oorlogsjaren tegen. Zoiets typerends uit Het antwoord op de vraag van de heer Mohr waar het versje vandaan komt, staat in Solda ten van Smaragd van Fred Lanzing. Op pagina 41 staat het versje genoemd: Hoedjan datang, kambing lari belanda mabok, delapan hari 'Het regent, de geiten slaan op de vlucht, de Hollanders zijn alle dagen dronken' Veel Europese soldaten waren alcoholist. Dit liedje werd door inlandse kinderen rond het kampement gezongen. David Cohen, Amsterdam december 2005 35

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2005 | | pagina 35