Pansi'Het Spaanse landschap herinnert mij aan Indië' voor mij als kind een en al toewijding.Toen ik gewrichtsreuma kreeg, verzorgde hij me liefdevol en na de Japanse capitulatie stond hij als eerste aan de poort van ons kamp met eten en nieuws over moeder. Met gevaar voor eigen leven bleef hij ons trouw tijdens de bersiap. Die trouw heeft hij uiteindelijk met de dood moeten bekopen. God, wat heb ik gejankt toen ik het nieuws hoorde. Zijn hele gezin was uitge moord en zijn huis in brand gestoken.' Pans Schomper is van zijn vijftiende tot zijn achttiende jaar geïnter neerd geweest in Japanse kampen. Pans:'De beste jaren van mijn jeugd bracht ik in het kamp door. Ik was met een groep vrienden en dankzij onze jeugd en onze instelling zijn we er doorheen gerold. Ik zorgde daarnaast voor mijn vader, wat mij extra verantwoordelijk maakte. Velen zijn echter omgekomen of heb ben blijvende schade opgelopen. Psychisch letsel heb ik aan de oorlog niet overgehouden. Ik ben niet haatdragend. Een karaktereigenschap waar ik dankbaar voor moet zijn, want haat heeft geen zin. Je hebt er uiteindelijk jezelf vooral mee. Het leven gaat zoals het gaan moet.' Toch heeft ook Pans tientallen jaren niet over de oorlog gesproken. Tot hij ernstig ziek werd. Pans:'Begin jaren tachtig kreeg ik kanker in mijn keel. In die periode kwamen ineens alle herinneringen terug aan mijn Indische jeugd, aan de oorlog en de bersiap. Als in een film. Ik besloot om alles op papier zetten, voor mijn vier dochters. Ik was met een Hollandse vrouw getrouwd en mijn dochters zijn in Holland opgegroeid. Zij kenden mijn achtergrond niet, want ik had er nooit eerder over verteld. In gezelschap hield ik altijd mijn mond over mijn oorlogservaringen. Anders kreeg je weer het verhaal met de suikerbieten, de fietstochten op houten banden en zo. Maar toen ik ziek werd, ben ik achter mijn bureau gaan zitten en gewoon gaan schrijven. Mijn dochters lazen het relaas met tranen in hun ogen. Ze drongen erop aan dat ik er iets mee ging doen. Vele anderen hebben hetzelfde meegemaakt, zeiden ze, en die kunnen het niet verwoorden. Uiteindelijk besloot ik het boek te publiceren.' 'Wegmijmerend onder die heerlijke krontjong muziek, lichten uit, dood stil, alleen de djangkrik deed zich gelden, de maan helder aan de hemel door duizenden sterren omringd en dan die muziek, onder erbarmelijke omstandigheden' (pagina 115) Pans:'ln het kamp werd muziek gemaakt, stiekem, want het mocht niet. De tegenstelling tussen de harde realiteit en de troost die die mu ziek schonk, heeft me diep getroffen. Dat je een gitaar overal naartoe mee kunt nemen, zelfs naar de gevangenis, en dat die zoveel invloed kan hebben op je gemoed - ik vind dat nog steeds heel wonderlijk. Ik besloot om een gitaar te kopen zodra ik uit het kamp zou komen. Ik heb mezelf gitaar leren spelen en ben professioneel gitarist geworden. Als de gelegenheid zich voordoet, probeer ik met mijn band Adhesion op te treden.' 'Bij Villa Isola was mijn broer geconfronteerd met de dood van tientallen jonge militairen ten gevolge van een hevig bombardement. Hij kwam geheel ontdaan op zijn motor thuis. Zo had ieder zijn belevenis. Je moest je eigen weg volgen, er was geen bescherming en iedereen wachtte maar af wat er ging gebeuren' (pagina 87) Pans:'Ik ben niet gaan schrijven om ergens erkenning voor te krijgen, ik wilde gewoon vastleggen wat ik heb meegemaakt, een waar gebeurd verhaal vertellen, zonder enige kassian. Dit is mijn achtergrond. Die kenden mijn gezin en mijn vrienden niet.' In 1993 verschijnt de eerste druk van het boek. Aanvankelijk biedt Pans zijn manuscript aan Uitgeverij Moesson aan, maar Lilian Ducelle oordeelt dat het niet op ieders boekenplank thuishoort.'En gezien bepaalde schokkerende en onsmakelijke passages zeker niet graag op die van Moesson'. Anderen hebben Pans juist geroemd om het 'doorbre ken van taboes'. Zelf zegt hij:'Het is allemaal waar wat er in staat, dus waarom zou ik het dan verzwijgen? Seksuele uitspattingen met jonge jongens in vrouwenkampen, homoseksualiteit, dat is allemaal echt gebeurd. Mevrouw Stam leefde in Bandoeng samen met een Japanner en runde een bordeel. Dat verzin ik niet. De vermoorde baby en alle andere gruwelijkheden die ik tijdens de bersiap gezien heb, staan op mijn netvlies gebrand en die kon ik dan ook niet weglaten.' 'We hadden al zoveel meegemaakt en de situatie was dermate verschrik kelijk dat we bijna nergens meer van onder de indruk kwamen. Afslach tingen van mensen waren beelden die je dagelijks om je heen zag, een lijk meer of minder deed je eigenlijk niets meer zolang het geen directe relaties waren'(pagina 2og) Behalve om zijn openhartigheid is Pans geroemd om zijn no-nonsense stijl. Niet verfijnd of al te doordacht, maar vooral direct, neutraal, nuch ter, en daardoor als 'eerlijk' ervaren. Net als de zeventiende-eeuwse scheepsjournalen. Zijn boek leest inderdaad als een trein. De scènes volgen elkaar snel op en juist de beknoptheid van de beschrijvingen vergroot de uitwerking op de lezer: ontroering, verdriet, verontwaardi ging, afschuw, woede... Of Pans bewust voor deze aanpak heeft geko zen? Pans denkt niet na, hij vertelt gewoon. Hij kan niet anders. Dat Pans een onbezorgde indruk maakt, heeft er wellicht ook mee te maken dat hij ronduit gezegd knotsrijk is. Als ik naar zijn carrière vraag, krijg ik als antwoord dat hij niet prat gaat op zijn succesvolle loopbaan. Eind '46 komt hij met slechts een optimistische levensinstelling aan in 48 moesson

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2005 | | pagina 48