'We hadden net geoogst, dus rijst genoeg om de
eerste weken te overbruggen'
gen. Met de intocht van de buitenlandse hulporganisaties schoten de
huurprijzen van kantoren en auto's omhoog.'Daar zouden we niet aan
meedoen', vertelt Risma,'want zo jaag je de lokale bevolking op kosten
of erger nog uit hun huurhuis.'Maarveel lokale organisaties moesten
toch snel een nieuwe kantoor hebben. En de donororganisaties wilden
de extra kosten wel betalen.'Zo'n ontwikkeling hou je niet tegen',
weet Risma nu. De vraag bepaalt het aanbod. Die les hebben de lokale
activisten inmiddels geleerd.Tientallen hebben de kans aangegrepen
en werken nu voor een buitenlandse donor of een internationale
organisatie. Hun voornemen om zo een weg te banen voor capaciteits-
opbouw en inspraak van lokale organisaties loopt vast in procedures.
'Die internationale organisaties zijn vaak net zo bureaucratisch en
traag als onze eigen overheid', constateert Said droogjes. Sinds hij eind
januari voor de PKS tot secretaris van humanitaire netwerk KKIA is be
noemd, merkt hij hoeveel vergaderingen en rapportages het kost om
een voorstel het opknappen van een weeshuis of moskee goedgekeurd
te krijgen. Bij de VN-clubs hoefde je het eerste halfjaar niet aan te
kloppen met een huizenproject. In afwachting van de planningsblauw
druk van de overheid, wilden ze alleen ver buiten de kust noodbarak-
ken bouwen, terwijl vluchtelingen liefst direct op de oude plek wilden
wonen.'Of ze schenken je ongevraagd spullen waarje niks aan hebt.
Zoals die kleine plastic kano's van de Kuweiti, waarmee geen visser de
zee op durft.'
ledereen kan wel een paar voorbeelden van goedbedoelde maar
overbodige of onbruikbare hulp opnoemen. Ladingen melkpoeder voor
zwangere vrouwen voor dorpen waar alleen mannen de ramp hebben
overleefd. Bloesjes met korte mouwen en minirokken voor moslim
vrouwen die gewend zijn om hun lichaam kuis te bedekken. Bijbels in
plaats van gebedsmatjes en hoofddoeken. Luxe babybillendoekjes die
zo lekker ruiken dat moeders ze netjes bewaren.
Burenhulp
'Culturele genocide, karaktermoord.' Risma is onverbiddelijk in haar
kritiek op het geld voor werk-programma dat de buitenlandse hulpor
ganisaties in Atjeh hebben gelanceerd. Burenhulp is een hoog goed in
Atjeh. Mensen zijn gewend om de handen uit de mouwen te steken
voor het algemene belang. Cotong-royong heet dat, wederzijdse hulp.
Said, Sudirman en Insafuddin hielpen dagenlang lijken te ruimen zon
der daarvoor ook maar een cent te beuren.'Dat hoefje nu niet meer te
proberen', meent Risma.
Alle lokale activisten klagen erover. Sinds de introductie van het geld-
voor-werkprogramma willen de getroffen dorpsbewoners niets meer
voor niks doen. De term gotong-royong is verworden tot synoniem
voor werk-voor-geld, valt me op. 'Mensen hebben cash geld nodig',
argumenteren buitenlandse hulpverleners. Geld maakt zelfstandig en
stimuleert eigen initiatief en ondernemerschap.
Het programma is bedoeld de afhankelijkheid van voedselhulp te
reduceren en mensen te activeren. Voor een dagloon van vier euro wil
len dorpelingen wel puinruimen, hun kampong schoonvegen, hun veld
ploegen of hun huis bouwen.
'Maar het is doorgeschoten', constateert mensenrechtenactiviste
Farida uit Sigli, waar ze met vluchtelingen werkt.'Ze willen zelfs geld
voor het schoonmaken van de gemeenschappelijke toiletten.' Farida
ergert zich blauw aan die buitenlandse clubs die geld rondstrooien
onder het mom van 'geld voor werk'. Sommigen controleren niet eens
of mensen wel echt gewerkt hebben. Anderen dicteren wat de dorps
bewoners moeten doen.'Laat de mensen zelf beslissen wat er gedaan
moet worden, maak samen een plan en spreek een tijdslimiet af, dan
werkt die aanpak.'
Dit artikel verscheen eerder in Onze Wereld.
24
moesson