50 jaar moesson
Comité geschiedkundig eerherstel
Nederlands-lndië
'EJcoSn^anbe. comita. Links mr. Van Heijningen met naast hem enkelegleden van
lit comité: v.l.n.r. G. ionkar. E. Tofohr, R. Ungerer en J. C. Corvar. (Foto. Rogtar)
Proces tegen
De Staat der Nederlanden
Zoals bekend hebben 3 particulie
ren, G. Jonker, A. C. Broeshart en
A. N. van Milligen de Wit, het initia
tief genomen om in rechte te eisen
dat er een herschrijving plaatsvindt
van de officiële Nederlandse ge
schiedschrijving over Nederlands
Indië in de Tweede Wereldoorlog.
Directe aanleiding voor deze actie
was de onvolledige, onjuiste en
niet-onpartijdige beschrijving door
dr. L. de Jong van Nederlands Indië
vóór de Tweede Wereldoorlog,
welke beschrijving een inleiding
vormt tot de hoofdstukken die han
delen over de oorlogsjaren in Indië.
De Stichting Nederlandse Ereschul
den (S.N.E.) en redactie Moesson
onderschrijven de grieven van de
initiatiefnemers en hebben zich met
hen verenigd in het Comité Ge
schiedkundig Eerherstel Nederlands
Indië, dat als eisende partij zal op
treden in een proces tegen De Staat
der Nederlanden. Het comité, waar
in ook de heer E. Tofohr zitting
heeft, wordt juridisch bijgestaan en
vertegenwoordigd door mr. L. van
Heijningen, advocaat en procureur
te Den Haag.
Op 21 februari 1985 heeft het comité
de minister van Onderwijs en Weten
schappen, die verantwoordelijk is voor
het schrijven en het uitgeven van de
boeken van dr. De Jong. schriftelijk
verzocht "te besluiten tot het doen
schrijven van de geschiedenis door
deskundigen van wie mag worden aan
genomen, dat zij tot objectief oordelen
in staat zijn".
Deze brief was procedureel noodzake
lijk, omdat deze verantwoordelijke mi
nister aan het verzoek gevolg kan
geven, waardoor het voeren van een
proces overbodig wordt Voor het ge
val de bewindsman negatief dan wel
niet binnen termijn zou besluiten, was
bij het aan hem gerichte schrijven
reeds de ontwerp-dagvaarding ge
voegd, waarin de bezwaren zijn ge
noemd tegen de wijze waarop de ge
schiedenis van Indië door dr. De Jong
is verwoord. Deze dagvaardiging zal
de basis zijn waarop het eventuele
proces zal worden gevoerd
Bij het ter perse gaan van dit nummer
was het antwoord van de minister nog
niet ontvangen. Wel heeft hij doen
weten dat dit antwoord na 11 maart
verwacht mag worden.
EET-NUMMER MOESSON
15 APRIL
Ons plan om van deze uitgave
van Moesson een "eet-nummer
te maken kon niet doorgaan om
dat veel kopij te laat binnen
kwam. De voorbereidingstijd was
te kort, en daar was ook nog
het vrouwen-nummer.
Ons "eet-nummer" komt nu op
15 april a s. Tijd dus om ons nog
gauw-gauw dat lekkere recept of
dat aardige verhaal over een cu
linair avontuur toe te zenden
Maar dan uiterlijk tot 1 april en
niet later
Overtollige of te laat binnenge
komen kopij wordt in een andere
Moesson opgenomen Datzelfde
geldt voor de kopij van het
Vrouwen-nummer. Het spijt ons
dat niet alles in het blad van
1 maart kon, in onze dubbele
zomernummers in juni-juli-augus-
tus zal er genoeg plaats voor
zijn
OUDER-NUMMER.
Moesson waarin onze ouders (en
voorouders) centraal zullen ko
men te staan staat gepland op
15 JUNI. Een dubbel-dikke Moes
son dus, met ruimte genoeg
voor de vele kopij die we reeds
ontvangen hebben. U kunt voor
dit nummer nog foto's en artike
len inzenden tot uiterlijk 25 MEI.
Redactie
REÜNIE "TEMESIAS" (HBS Bandoeng)
en "VEDO" (Chr. Lyceum Bandoeng)
Op zaterdag 27 april 1984 wordt een
gezamenlijke "Temesias"-"Vedo"-reü-
nie gehouden in het Ned. Congresge
bouw in Den Haag, van 16.00-24.00 u.
Kosten van deelname f 12,50 over te
maken op girorek. 40 82 928 t.n v. Pen-
ningm. Temesias, Sijzenlaan 43, Den
Haag of girorek. 53 78 57 of Amro-
Bank rek.nr. 48.82.22.621 t.n.v. Vedo te
Maassluis. Belangstellenden kunnen
contact opnemen met de secr. van Te
mesias. mevr. H Maussart, Pr Beatrix-
laan 867, Rijswijk (ZH), tel. 070-94 61 79
of de secr. van Vedo, mevr. I Thijsse,
Isabellaland 1474, Den Haag, tel. 070-
83 22 72.
Het Comité Geschiedkundig Eerherstel
Ned Indië heeft inmiddels een giro
rekening geopend, waarop zij die de
eisers ook financieel willen steunen,
hun bijdragen kunnen overmaken. Een
(eventueel) proces dat tot en met De
Hoge Raad wordt gevoerd zal circa
40 000,gaan kosten. Een flink be
drag, maar ook een gering bedrag
indien velen daadwerkelijk mee willen
helpen aan een eerlijke geschiedschrij
ving van ons land van herkomst.
Het gironummer luidt 50 18 169 t.n.v.
Comité Geschiedkundig Eerherstel te
Den Haag.
FOTO-EXPOSITIE INDONESIË
Gedurende de gehele maand april 1985
vindt in de hal van het hoofdgebouw
van het Ministerie van Volkshuisves
ting, Ruimtelijke Ordening en Milieu
beheer, van Alkemadelaan 85, 's-Gra-
venhage, een foto-expositie plaats met
als titel "Betoverend Bali". De foto's
zijn gemaakt en beschikbaar gesteld
door Dr. H R. Sinia, Dinxperlo. De
tentoonstelling, die zowel in binnen-
als buitenland reeds veel bezoekers
trok, is gratis toegankelijk tijdens de
openingsuren van het genoemde de
partement
niks."Ze hebben het te druk" dacht ik toen en
dat zal ook wel het geval zijn geweest.'
Frustrerend
Om het een en ander nog ingewikkelder te
maken, heeft het Comité GENI tijdens het
proces tegen de Staat nog een procedure ge
voerd, een zogenaamd AROB (Administratieve
Rechtspraak OverheidsbesluitenJ-procedure.
Toen de Staat namelijk beweerde dat De Jong
de nodige meelezers had om de wetenschap
pelijke kwaliteit van zijn werk te waarbor
gen, wilde het Comité GENI wel eens weten
wie dat dan waren en wat De Jong met die
adviezen deed. De Staat meldde weer dat dat
geheim was. Het comité deed een beroep op
de Wet Openbaarheid van Bestuur. Uiteinde
lijk stelde op 18 september 1986 de rechter de
Staat in het gelijk. Ook in de daaropvolgende
uitgebreide zitting van de Raad van State, die
pas op 17 november 1988 plaatsvond, werd de
Staat in het gelijk gesteld. Frustrerend was dat
toen al bijna deel 13 was verschenen, waarin
alle namen van de meelezers gepubliceerd
werden.Tijdens de zitting zaten mensen zelfs
al met deel 13 in hun tas. Op 10 april 1990 is
uiteindelijk de uitspraak, maar al in Moesson
van 15 januari 1990, schrijft Ralph Boekholt in
het artikel 'Een goede strijd is gestreden', dat
het Comité GENI heeft verloren. Zelfs in deel
14 (Reacties, over alle kwesties en commen
taar rond het standaardwerk) besteedt De
Jong geen aandacht aan de bezwaren van het
Comité.
januari 2006