DOOR MARJOLEIN VAN ASDONCK FOTOGRAFIE SERGE LIGTENBERG Verlovingsfoto van Frans en Bena. Batavia, 27 juni 1949. langs een toekang djoealan liep met saté. Het enige wat we konden opbrengen, was onze voet in de voetstap van de voorganger zetten. Zo probeerde je het vol te houden, voetje voor voetje.' Bena is buiten het kamp gebleven. Zoals meer buitenkampers heeft zij haar naarste herinneringen aan de bersiaptijd overgehouden. BenaGToen we een keer de deur van ons huis opendeden, lag daar het afgeslagen hoofd van een stier, besmeurd met bloed. De boodschap was: dat gaat jou ook gebeuren. Ons straathoofd besloot iedereen te evacueren. De bersiap herinner ik me daarom als een periode waarin we van hot naar her werden gesleept. Dan naar het 10de Bat, dan naar een kerk, dan naar een kamertje, dan naar een nog kleiner kamertje...' Tropicana Op 30 april 1949, tijdens de laatste koninginnedag-parade op het Ko ningsplein, ziet Frans het meisje van zijn dromen voor het eerst. FransfAan de overkant van de straat stonden twee meisjes waarvan één al direct mijn aandacht trok. Na afloop van de parade stapten ze op hun fiets en reden naar Pasar Baroe. Daar gingen ze een restaurantje binnen,Tropi cana heette dat. Wij, mijn vriend Van der Bel en ik, waren hen achterna ge fietst, maar hadden geen van beiden het lef om ze aan te spreken. Wat wil je? We hadden op katholieke jongensscholen gezeten. Zodra je op straat met een meisje gezien werd, moest je je bij de rector verantwoorden.' Bena:'Frans was inderdaad stijf met meisjes en kon zelfs niet dansen. Dat heb ik hem geleerd'. Frans en zijn vriend begeleidden de meisjes naar huis. Frans:'Mijn hart bonkte in mijn keel, toen ik naast dat wonderbaarlijk lieve meisje fietste. Nu zou ik te weten komen waar zij woonde. Dan konden we elkaarvakerzien.We stopten bij een huis aan de Wilhelminalaan 33, een enorm eind van Rijswijk, waar ik woonde. Maar dat hield me niet tegen: trouw fietste ik sindsdien een paar keer per dag langs haar huis, in de hoop een glimp van haar op te vangen. Maar tot mijn grote teleurstelling zag ik haar niet meer.' Bena:'Ik had het adres van mijn schoonzus opgegeven, want ik was bang dat mijn moeder een verkeerde indruk van me zou krijgen. Maar mijn schoonzus zei:"Die jongen fietst hier de hele tijd langs, doe er 's wat aan!" Zielig, hè?' februari 2006 43

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2006 | | pagina 43