Tempo Doeloe 6 Lezers schrijven In verpleeghuis Oranje Nassau's Oord te Renkum werd mijn demente schoonmoeder liefdevol ver pleegd. Eens kwam ik tijdens etenstijd langs. Mijn schoonmoeder, achterovergeleund tegen een sta pel hoofdkussens, werd door de zuster gevoerd. Ze zag er opmerkelijk fris en vrolijk uit. Ze liet zich het 'soeappen' welgevallen als een kind. Soeappen vind ik een mooie Indische uitdrukking voor: het eten bij een ander naar de mond brengen. Lezers schrijven... DOOR JAN LOUIS DIEDRICH Het gezin Diedrich in Buitenzorg, 1935. Soeappen Ooit in Buitenzorg, lang geleden in 1935, was ik een peuter. Mijn zuster was een baby, die nog niet zelfstandig eten kon, maar de zuigelin- gentijd bijna ontgroeid was. Het gebeurde op een gewone ochtend tijdens het ontbijt. Gezeten in een babystoeltje met een slabbetje om, deed mijn kleine zusje verwoede pogingen haar havermoutpap naar binnen te werken. Zij morste alles onder. Mijn vader, inmiddels gereed om naar zijn kantoor te vertrekken, zou eerst nog gauw zijn bord met pap nuttigen. Maar, nog vóórdat hij één enkele hap genomen had, veranderde zijn humeur plotseling. Op korzelige toon bromde hij:'Die pap is aangebrand. Ik ruik het!' Hij was een man met grote verantwoor delijkheden op het werk. Als Algemeen Ontvanger van 's Lands Kas, zeg maar belastingdienst ter plaatse, eiste hij van zijn personeel een foutloze dienstuitoefening en een niet aflatende toewijding. Zelfwas hij zonder twijfel het grote voorbeeld. Door die instelling had hij het ver geschopt op jonge leeftijd. Ook thuis eiste hij perfectie. De kokkie, die de pap iedere ochtend klaarmaakte - dus ook deze dag - snauwde hij af. Verschrikt verschool ze zich achter mijn moeder. Om zijn onge noegen kracht bij te zetten, smeet mijn vader zijn onaangeroerde bord pap uit het open raam naar buiten op het gazon. Hij vertrok nijdig, zonder ons te groeten. Verdrietig na deze uitbarsting, zei mijn moeder tegen de kokkie:'Soedah, ga jij de baby maar soeappen'. Zelf had ze dan haar handen vrij om voor mij een snee brood met hagelslag in kleine vierkantjes te snijden. Anno 2006, bij ons thuis in Arnhem. We zaten gezellig bijeen voor een gezamenlijke maaltijd. Mijn vrouwTuti en ik, mijn zoon en mijn schoondochter en de twee kleinkinderen. Vaste prik om te beginnen: zelfgemaakte groentesoep met rijst. Sammy van bijna twee, zat in haar kinderstoel met een slabbetje om. Ze deed onhandige po gingen om de soep naar binnen te werken. Mijn schoondochter hielp haar met eten. Kleinzoontje van bijna vier vertikte het om te eten.'Hij wil vast gesoeapt worden', opperde ik. 'Hij voelt zich even klein als zijn zusje, die aldoor de meeste aandacht krijgt.' 'Ja', zei mijn schoondochter tegen haar man,'ga jij hem even soeap pen?' Ze nam de uitdrukking tot mijn schrik meteen over. Later heb ik voor alle zekerheid nagegaan, of ik dat woord niet verkeerd gebruikte. Wil je ook in deze rubriek komen, schrijf dan een verhaal over een specifieke gebeur tenis of herinnering uit de tijd van vóór de repatriëring. Schrijf rond de 500 woorden en stuur ofe-mail dit - samen met een bijpassende foto - naar Moesson. Iedere maand wordt het beste verhaal geselec teerd. Moesson bedankt Jan Louis Diedrich voor zijn bijdrage. moesson

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2006 | | pagina 32