'Ik r^acht dat het normaal was om gemeden te worden' Japanse vader wMBÈËm DOOR MARJOLEIN VAN ASDONCK EN GEERT ONNO PRINS FOTOGRAFIE ARMANDO ELLO geluid niet. Op m'n 23ste ging ik naar een con cert in Paradiso. Daar hoorde ik de sound die ik altijd in mijn hoofd had: een conga, zo bleek later. Ik ben op de percussionist afgestapt. Steve Boston heette hij. Hij werd mijn mentor. Conga's waren toen, eind jaren zestig, nog niet eens te krijgen in Nederland. Henk van Leeuwarden, een Surinaamse jongen, maakte mijn eerste conga. Ik stond ernaast, heb de ge boorte als het ware meegemaakt. Al kijkende heb ik geleerd hoe je een conga moet bouwen.' en controleren, maar uiteindelijk moetje toch maar wachten op je geluk. Er zijn zoveel goede muzikanten, maar om het te maken moetje ook geluk hebben.' Je vindt zoveel verschillende muziekstijlen interessant. Is dat de reden dat je nooit een vaste band om je heen gevormd hebt 'Ja! Ik krijg het gelijk benauwd na een paar maanden of jaren bij dezelfde groep. Ik kan me niet helemaal wijden aan één muziek soort. Er zijn zoveel mooie bloemen op de wereld en je kunt niet alleen maar van die ene bloem blijven houden.' Als kind wilde je al trommelen. Je was altijd op zoek naar een bepaald geluid dat je in je hoofd had. Heb je het gevonden? 'Eerst speelde ik tifa,toen bongo's, toen drum stel. Ik bleef maar zoeken, maar vond het juiste augustus 2006 13

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2006 | | pagina 13