'Zo gaat dat in Indië:
hoe beroerd het
ook is, je moet
dansavondjes hebben'
Jappentijd had ik mezelf vier liedjes geleerd op de piano. We haalden
ergens een aftandse piano vandaan en ik de hele avond maar spelen.
We hebben een paar jaar in Kedoeng Halang gezeten. Sommige
woningen werden scholen. We richtten een hbs op. Als je Engels of
Frans kende, werd je leraar. Boeken waren er niet. We moesten alles
overschrijven van dictaten.Toen ik in 1947 in Batavia kwam, was mijn
achterstand verschrikkelijk. Ik was bijna twintig en zat met kinderen
in de klas. Een vriend - even oud - en ik voelden ons de opa en oma van
de klas. En de stomsten! Ik was blij toen we in 1948 repatrieerden. We
kwamen terecht in pension Bella Vista in Den Haag.'
Lapré moet eerst nog veilig door de tweede politionele actie zien te ko
men. Vanuit Soempioeh via Combong rukt hij als commandant van een
zogenaamde wegspits op naar Karanganjar waar de demarcatielijn is.
Snel bereiken ze het doel Poerworedjo. Vervolgens krijgt Lapré opdracht
door te stoten naar Magelang. Daar voert hij in de loop van 1949 diverse
patrouilles en zuiveringsacties uit. Bij een van deze acties vangt zijn
Timorese dardanel Polio een kogel op die voor Lapré is bedoeld. Wonder
boven wonder overleeft Polio dit. Lapré bevordert hem tot soldaat eerste
klas. In juli wordt Lapré bevolen alsnog op recuperatieverlof te gaan.
Indië zal hij niet meer terugzien. Op 10 augustus wordt het staakt-het-
vuren afgekondigd en is de overdracht in zicht.
Peggy: 'In de tram was mijn vader Sjoerd, die met recuperatieverlof
was, tegengekomen. Hij nodigde hem thuis uit.Toevallig ging ik die
dag net even in de lunchpauze naar huis. Daar was Sjoerd. Ik herkende
hem niet. "Ben jij die kleine Peggy van toen?", zei hij. Nou, en zo is het
gekomen...'
Sjoerd en Peggy trouwen in 1951 in Den Haag. Aanvankelijk heeft Sjoerd
een bureaubaan, maar hij mist de patrouilles. Het aanbod naar de Land
macht in Nieuw-Guinea te vertrekken, slaat hij dan ook niet af. Het is het
begin van een aantal omzwervingen. Na Nieuw-Guinea dient hij vanaf
i960 ook in Suriname bij de TRIS (troepenmacht in Suriname). Na pensio
nering in 7965 begeleidt hij de aanleg van infrastructuur in de binnen
landen van Suriname en later wordt hij commandant van de Defensie
Politie. Na 1969 gaat de familie Lapré terug naar Nederland.
Peggy:'In 1951 vertrokken we naar Ifar op Nieuw-Guinea. Daar heb ik
leren improviseren en was ik op m'n best. Net als in het kamp zat je op
een kistje en at je uit een blik. Ik vond dat niet erg, ik was immers niet
de enige, ledereen zat zo, van generaal tot jan soldaat. We kookten op
een petroleumstelletje: dat was erg hoor. Dan was het kousje weer te
laag, dan weer te hoog. Dacht je dat het eten klaar was, was het kousje
uitgewaaid en zat je met rauwe rijst. Als het regende, kwamen er grote
zwermen larons, grote vliegende mieren, binnenvliegen. Ze kropen
overal in en op, ook onder je kleren. Van ellende ging je dan maar een
boekje lezen onder je klamboe.
Er heerste een grote saamhorigheid in Ifar. We waren één grote familie.
Eén keer in de zoveel tijd werd er een film vertoond. En of die film nu
mooi was of niet, iedereen kwam. Niemand had vervoer, dus we gingen
allemaal lopen. Tjot op, tjot af, want er was geen weg. Als er iemand
vertrok gingen we die "uit-eten" en als er nieuwe mensen aankwamen
gingen we die"in-eten".
Eerst dronken we een borreltje in de ene quonsethut. Daar brachten
we dan al onze borrelglaasjes. Bij wie zullen we koken en wat? Nou, ik
heb nog een hele lange slappe sla uit Hollandia liggen. Wat zullen we
daarvan maken? We deden alle groenten bij elkaar, dan leek het nog
wat. Wie heeft het mooiste servies en wie het mooiste handschrift
voor de menukaartjes? En dan borrelden we na bij weer iemand an
ders. Samen maakten we er iets van.'
'Mijn man was een groot gedeelte van de tijd op kantoor, of hij maakte
een rondreis om de troepen te inspecteren. Hij wilde altijd op patrouille.
Dan was het: O god, Lapré komt eraan,jongens pakje plunje maar!'
augustus 2006 43