'We waren het zat politieke partijen constant te moeten interesseren voor de Indische zaak' Uiteindelijk wordt de landmacht op Nieuw-Guinea in 7955 opgeheven en moeten de Lapré's weg. Voor de tweede keer moet Sjoerd zijn manschap pen vertellen dat ze uit dienst worden ontslagen. Dit keer de Papua's en in 7949 de inheemse soldaten van de Andjing Nica. Hij is er kapot van. Peggy: 'In 1990 werd mijn man gevraagd voorzitter te worden van de Stichting Japanse Ereschulden. Hij was toen al jaren actief om de positie van veteranen te verdedigen. In de jaren tachtig werden de Indië-veteranen, onder meer door de publicatie van Loe de Jong, in een kwaad daglicht gesteld. Sjoerd kwam bekend te staan als een vechter, daarom werd hem gevraagd de JES op te richten. Er was geen kantoor of niets. We regelden een verzamelpunt, waar formulieren konden worden aangevraagd om de claims in te dienen bij de Japanse regering. We nodigden de pers uit in Bronbeek om de oprichting van de JES bekend te maken, maar de avond vooraf kwam de Avro al met een reportage. Terwijl Sjoerd naar Bronbeek was, kreeg ik het ene telefoon tje na het ander. Het ging de hele dag door, ik kon niet eens wat te drinken inschenken. Tot overmaat van ramp kreeg ik spit en kon alleen maar in één houding zitten. Toen Sjoerd 's avonds thuiskwam vroeg ik: "Was er veel animo?" "Nou 't viel tegen," zei hij.' 'We deden het samen. Ik reed Sjoerd van Ermelo naar Den Haag; hij zat naast me de stukken door te nemen. Ik ben altijd de stille kracht achter hem geweest. Op de achtergrond ben ik op m'n happiest. Sjoerd nam de initiatieven en ik deed vaak de uitvoering. Natuurlijk ben ik daar in ons huwelijk ook wel eens boos om geweest:jij verzint iets, moet ik het weer opknappen. Sjoerd was daadkrachtig, maar niet rancuneus. In ons gezin speelde de oorlog nauwelijks een rol. We waren altijd met sport bezig. Voetbal, tennis, noem maar op.' 'Op een gegeven moment vroegen we ons af: Waarom moeten we toch altijd blijven lobbyen? We waren het zat politieke partijen te moeten blijven interesseren voor de Indische zaak. Toen hebben we de Vrije In dische Partij (VIP) opgericht. We hebben bijna één zetel gehaald. Het is niet gelukt. En je zult geen Indische partij zijn zonder datje ruzie krijgt. Sjoerd heeft daar veel hartzeer van gehad.' 'Nu ben ik gewoon donateur van de JES. Ik blijf trouw. Ik doe dat voor mijn man. Ik wil niet de moed verliezen. Sjoerd was een echte family- man, hij wilde het liefst dat ik altijd bij hem was. Je voelde dat hij erg veel van je hield.' augustus 2006 45

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2006 | | pagina 45