fulfil ^aïen we88even aan Schuld Op zoek met Marion Bloem Win, win, win! column volgens Vilan van de Loo Urkers vissen in Indonesië Vilan van de Loo Vanaf 31 juli ligt er een dubbel-DVD met de documen taires Het land van mijn ouders en Wij komen als vrien den van Marion Bloem in de winkel. Op de twee dvd's geeft Marion Bloem aan de hand van haar persoonlijk verhaal een mooi beeld van de Indische geschiedenis in Nederland. Het land van mijn ouders/Wij komen als vrienden door Marion Bloem DVD View: 2-dvd Prijs: 19,95 Verkrijgbaar bij de betere platenzaak en dvd-winket Moesson mag 5 exem- antwoord weten op deze vraag: ■R W\ Waarom maakte land van mijn ouders? Mail je antwoord naar: redactie@moesson.com of stuur een brief naar Postbus 2074,3800 CB, Amersfoort o.v.v. 'prijsvraag DVD Marion'. Marion Bloem de documentaire Het Hij belde me op, out of the blue, na jarenlang gezwegen te hebben. Zijn stem klonk als toen, in de tijd dat we elkaar dagelijks spraken. Of hij me kon zien, hij was soms in de buurt. Natuurlijk, zei ik, kom snel, dan gaan we eten. De ontmoeting was een desillusie. Hij had zijn talent om te schilderen opgegeven om voor vrouw en kinderen te zorgen. Niet dat het wat uitgehaald had, want gescheiden was hij toch. En ziek, hij had reuma in zijn handen, dus dat schil deren kwam er nooit meer van. De spanningen die tot reuma en het slechte huwelijk hadden geleid, die waren mijn schuld. Hij eiste verontschuldigingen. Daar zat ik, tegenover hem aan het restauranttafeltje. Ik stamelde iets over moeten nadenken en vertrok. Schuld, denk ik, hebben mensen eigenlijk schuld aan elkaar? Ik ben een engel van liefde tot het tegenzit, en daarna niet meer. Dan zeg ik vol venijn iets waar door een ander van streek raakt. Vooral als het een ex-boyfriend betreft gebeurt dat, gek hoe inspirerend zo iemand toch is. Het is niet goed, dat weet ik. Diet Kramer schrijft over schuld in haar roman Thuisvaart (1948). Het is bitter- hard proza dat keer op keer herdrukt werd, zes keer verscheen het, de laatste keer in 1965. Marja is de enige van een gezin van vijf die de kampen overleeft en uit Indië naar Nederland gaat. Ze is koud en hard geworden, afgesloten voor God en de mensen, al in het kamp begon dat: Ze zag de zieken en stervenden om zich heen: ze hielp hen en trachtte hun lijden te verlichten. Maar zonder woorden, zonder meeleven. Het ging langs haar heen, zoals ook de eigen pijn - het brandend gevoel in de maag, de duizeligheid, de hoofdpijn - door haar genegeerd werd. Zo gaat het verder, ook in Nederland. Marja leeft in een zelfgekozen isolement, los van familie, alleen met enkelen uit Indië is er contact. Maar ze blijft zoals ze was in het kamp,'zonder meeleven'. Dan gaat het mis met een vriend, daarna met een tweede, door wat er in Indië gebeurde en het niet-thuis zijn in dit Hol landse leven, ondanks het willen meedoen in de maatschappij. Jonge mensen die de oorlog in zich dragen, vindt Diet Kramer, die redden het alleen met naas tenliefde, met Gods kracht. Dat ziet Marja uiteindelijk in: 'Als een dwaas had ze gevochten, nadat ze het "ik" had omringd met prikkeldraad, met rasterwerk. Ze had zichzelf voor een tweede maal in een concentratiekamp gezet. Maar het leek nu zo onwerkelijk, zo lang geleden.' Foto: M. Visser C. van Veen (ShipData.nl) Volgend jaar varen er Urker kotters door de Indonesische wateren. De Visserijcoöperatie Urk wil grote kotters verkopen in Indonesië. Volgend jaar zal daarvoor een proef beginnen met vier schepen. Doel van de verkoop is naast moderni sering van de Urker vloot, om de Indonesische visserij een impuls te geven. Behalve de verkoop van schepen willen de Urkers ook hun kennis aan de Indonesische vissers overdragen. Het loopt goed af met Marja, maar dat kan ik over mijzelf nog niet zeggen. Over Gods kracht weet ik weinig, oorlog ken ik nauwelijks maar wat Diet Kramer bedoelt, begrijp ik een beetje. We moeten elkaar vasthouden, met een hand of een woord, wie het kan, moet het doen. Anders ontstaat er schuld. Diet Kramer: Thuisvaart. Amsterdam: Holland Uitgeversmaatschappij, 1948.

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2006 | | pagina 6