DOORTJAAL AECKERLIN EN RICK SCHOONENBERG O FOTO'S KIT TROPENMUSEUM, AMSTERDAM haar zusjes aan de overkant verscheen.'Niet meer doen. Ophouden jongens', schreeuwde ze. Het drietal klauterde behoedzaam naar beneden. 'Het is giftig spul. De vissen gaan zo dood', waarschuwde ze ons.'Gooi het maar voor zichtig naar me toe', stelde ze voor. Lodie en ik wilden meteen gevolg geven aan haar verzoek. Ik wierp het goedje met kracht naar de overzijde, maar de blokjes ploften net voor het bereiken van de oever in het water. Het hele gezelschap liet zich trakteren op een onbedoeld schouwspel. Dagenlang ontweek ik een confrontatie met Dini. Aan onze lessen kwam abrupt een einde. De broeders verlieten Poerworedjo, evenals de vele families die inmiddels hadden vernomen dat hun mannen in Bandoeng en Tjimahi vast zaten. De vrouwen probeerden in de nabijheid van de kampen bij bekenden of lotgenoten een onderkomen te vinden. Een aantal gezinnen vertrok naar Rowo Senang, een tuinderdorp waar ze het overgrote deel van de oogst aan groenten en fruit moesten afstaan aan de Japanners. Het stikte er van de muggen, want het plaatsje lag midden tus sen de moerassen. Wij bleven in Poerworedjo, omdat mijn vader werk had bij de posterijen. Met Dini, Lodie en andere vrienden namen we ter afscheid een gezamenlijke maaltijd bij ons 'reskoerang', het eetstalletje waar je voor een paar cent kleine hapjes kreeg voorge schoteld. Maar altijd te weinig. Al die verhuizingen vonden vlak voor het islamitische nieuwjaar plaats. Met Idoelfitri, aan het einde van de vastenmaand, kregen we van onze Indonesische buren, als vanouds, mandjes met etenswaren overhandigd. Even leek het alsof ik in overvloed leefde... Okki, Poerworedjo 1943 oktober 2006 Samen met Dini kreeg ik op een dag de taak om de laatste aardap- pelvoorraad van de broeders te schillen. Ik jaste ze zo dun mogelijk, zoals een broeder het mij had voorgedaan. Over één knol deed ik een paar minuten. Maar Dini werd al snel baldadig. Zij bezat thuis een hele schare aan broertjes en zusjes. Als oudste van het stel wachtte haar nog vele karweitjes. Om tijdwinst te boeken, besloot ze om een deel van de aardappelen in kubusjes te snijden. 'Tjak, tjak, tjak,' ging het. Deze dikke schillen gooide ze tussen de bran dende houtjes van de anglo, het kookstel. Het uiteindelijke resultaat was teleurstellend. De 'kubusjes' en 'ovalen' vulden de pan tot halverwege. Om een reprimande te voorko men besloot Dini zelf het initiatief te nemen. Ze meldde zich bij de broeder en verklaarde zonder blikken of blozem'We zijn klaar. Er zaten trouwens wel erg veel rotte aardappels tussen.' De broeder liet ons gaan zon der de inhoud van de pan te controleren. Tijdens een schoon- maakklus stuitte ik samen met Lodie op de mys terieuze blokjes permangaan in het bezemhok. We wisten dat het ontsmettingsmid del heftig reageerde zodra het met water in aanraking kwam. Lodie en ik besloten er een paar mee te nemen. Diezelfde middag gooiden we er één in het riviertje, vlakbij de Broeder- rand. Het water begon meteen flink te schui men en te klotsen. Het blokje bewoog zich wild tussen de oeverplanten en veroorzaakte een paarse kleur.'Tovenaars zijn wij, Lodie. Tovenaars', riep ik enthousiast.'Ja tovenaars zijn wij, Okki',joelde Leo. Ik stond al klaar met het volgende blokje tussen mijn vingers, toen Dini met twee van Klaslokaal in Poerworedjo, ca 7938

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2006 | | pagina 27