Ernst Jansz zoekt naar de onschuld 'Dit lege hllis ben ik zelf' Schrijver en muzikant Ernst Jansz (Am sterdam, 1948) wordt gedreven door'een verlangen naar onschuld', verklaarde hij ooit in Moesson. Zeven jaar na zijn bijzondere cd De overkant heeft hij opnieuw een prachtige cd uitgebracht: Molenbeekstraat. De cd kun je als een soort soundtrack zien bij een boek dat tegelijkertijd is uitgekomen, eveneens onder de titel Molenbeekstraat. Nadat zijn moeder noodgedwongen in een verpleeginrichting opgenomen is, blijft Ernst alleen achter in de lege kamers van zijn ouderlijk huis. Daar wordt hij overspoeld door herinneringen en begint hij te schrijven. Zo ontstaat 'als vanzelf' een boek dat opge bouwd is uit flarden herinneringen, fragmen ten uit brieven. Samen moeten ze één geheel vormen - een werkwijze die kenmerkend is geworden voor de literatuur van de zoge noemde tweede generatie. We hebben op een vrijdagmiddag afgespro ken, in een kleine plaats in Oost-Nederland. Het theater waar Ernst die avond zal optreden, lijkt verlaten als ik gehaast binnenkom. Maar nadat de deur achter me dicht is gevallen, hoor ik uit een kamer achter het podium zachtjes gitaarmuziek galmen, als uit een andere we reld. Het zijn de beginakkoorden van 'Dit huis', het eerste nummer op zijn nieuwe cd. Wat vind ik die muziek toch mooi, met dat fijne evenwicht tussen verwondering en weemoed. 'Vooral draaiden wij Bob Dylan, de Amerikaan se folksinger met de fascinerende liedjes waar van we de teksten nauwelijks konden verstaan, maar waarvan we het vermoeden hadden, zeker wisten, dat ze iets belangrijks te zeggen bodc/enYMolenbeekstraat, pagina 2ig). Ernst: 'Lange tijd was het in de popmuziek gebruikelijk dat liedjes werden gemaakt door een groep mensen: je had een compo nist, een tekstschrijver, een zanger en een begeleidingsband. Bob Dylan was een van de eersten die zowel de tekst als de muziek schreef en een liedje vervolgens ook zelf uitvoerde. Ik ervoer dat als een enorme ver rijking: Dylan die uitsluitend over zichzelf zingt. Ik zie mensen graag zoals ze zijn, besef ik sindsdien. Dan vind ik ze op hun mooist. Daarom kijken we toch ook zo graag naar kinderen? Nadat ik Dylan hoorde, wilde ik dat we in Nederland ook in onze eigen taal zouden gaan zingen: over gewone proble men van gewone mensen. Nederlandstalige liedjes waren hooguit lollig - in plat Haags of Amsterdams - alsof we onszelf niet serieus hoeven te nemen. Gewoon zonder schaamte in je eigen taal de gewone dingen van het leven bezingen, was op dat moment uit december 2006 13

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2006 | | pagina 13