Krontjong is onze muziek geworden in Nederland7 rnst Jansz Indisch werk van Boeken: Gideons droom. Haarlem: In de Knipscheer, 1983. De overkant. Haarlem: In de Knipscheer, 1985. Molenbeekstraat, een liefdeslied 1948-1970. Haarlem: In de Knipscheer, 2006. De overkant. Hunter Records/V2 Records, 1999 Molenbeekstraat. V2 Records, 2006. bevrijden.Tijdens een overval in Den Haag, die als een soort oefening is gedaan, wordt de groep verraden door een Nederlands meisje dat langsfietst.Tutti moet zijn trouw aan mijn vader met de dood bekopen en wordt gefusilleerd. Mijn vader komt in kamp Amers foort terecht en wacht in een dodencel. Maar door een toeval ontspringt hij de dans. Na de oorlog heeft mijn vader nog naar dat meisje gezocht, maar haar niet gevonden.' 'Er gaat van ons Indo's niets uit. Ze worden ge terroriseerd door de Indonesische extremisten en genegeerd door de Nederlandse regering Er is geen eenheid, een krachtige leiding ontbreekt. Een politieke Indo-partij bestaat niet'(pagina 193). 'Na de oorlog is mijn vader aanvankelijk heel actief in de politiek. Hij schrijft bevlogen arti kelen en richt met enkele anderen het Indo comité Vrij Indonesië op. Hij is een overtuigd voorstander van een onafhankelijk Indonesië. Met de jaren gaat het echter steeds slechter met hem.Tijdens de oorlog heeft hij voor zijn idealen kunnen vechten, maar als hij de strijd na de oorlog wil voortzetten, lukt dat door persoonlijke omstandigheden niet. Misschien zocht mijn vader net als ik naar de onschuld. Maar hij raakte verstrikt in zijn eigen verantwoordelijkheidsgevoel. Hij werd down en kwijnde langzaam weg. Hij heeft voor zijn gezin gekozen - heel belangrijk in de Indische cultuur - en zichzelf wegge cijferd. Daar heeft hij zichzelf onrecht mee aangedaan. Hij had zoveel ideeën, idealen verkennen, bijlichten, zien, begrijpen? Want, ik weet het, dit lege huis ben ikzelf'(pagina 39). 'Ik voel me rijk en bevoorrecht door de jeugd die ik gehad heb. Wat mij zwaar valt, probeer ik vorm te geven en zo probeer ik als het ware lichter te worden. en talenten, maar verpieterde als een grijze klerk ergens op een kantoor. Jarenlang heeft hij dat volgehouden, doodongelukkig. Ik heb in mijn leven, wat mijn werk betreft, voor mijzelfgekozen. Ik kan het werk doen dat ik leuk vind én voor mijn gezin zorgen. Die stap heeft mijn vader nooit kunnen nemen. Hij kreeg te weinig waardering, van anderen niet en van zichzelf al helemaal niet. Als je je leven opnieuw zin kunt geven, blijf je een kampsyndroom misschien wel de baas. Maar mijn vader heeft zijn leven denk ik onvol doende zin kunnen geven.' 'Zullen er altijd zwarte gaten blijven, hier in mijn hoofd, of zal ik, stukje bij beetje, alle plekjes Onschuld stel ik me voor als een onbevangen kind dat het leven nog kan nemen zoals het is. Die gesteldheid, die heelheid van mijn per soon, dat je durft en kunt zijn zoals je bent, daar ben ik voortdurend naar op zoek, die heb ik vermoed in het kleine jongetje dat ik ooit geweest ben in dat huis aan de Molen beekstraat. Om allerlei redenen mogen we allerlei dingen niet of kunnen we ze niet of doen we er andere mensen pijn mee. Voor je het weet, word je steeds angstiger en creëer je schillen om je heen. Ik wil die schillen één voor één weer afpellen. Het lijkt me mooi als je je leven weer zo "heel" kunt eindigen, zo onschuldig als je als kind begonnen bent. Dat is voor mij de reis van het leven.' december 2006 17

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2006 | | pagina 17