BLIJF
HALIN
STEUNEN
Google duik- en
scheervluchten
Leonard Paul
van Polanen Petel
Poirrié's perikelen Tempo Doeloe
Zo veel lieve zorg vroeger
Zo veel onuitgesproken woorden daarna
Zo veel leegte nu.
Verlangend naar het einde is rustig
ingeslapen, na een leven dat
gekenmerkt werd door goedheid en
zorgzaamheid, eerlijkheid en liefde,
onze geweldige vader en trotse opa
- Broer -
weduwnaar van
Willy van Polanen Petel-Fleur
Tegal (N.O.I.), 7 juli 1921
t Den Haag, 20 oktober 2006
Jim
Myrna
Mirco, Nadia
Zwaluwsingel 38
2289 EN Rijswijk
De bijzetting in het familiegraf heeft
op 27 oktober 2006 plaatsgevonden
op begraafplaats 'Oud Eik en Duinen'
te Den Haag.
Nog ruim 900 "door
omstandigheden" in
Indonesië achtergeble
ven voormalige lot- en
landgenoten verkeren
in hulpbehoevende
omstandigheden. Een
van hen schreef onlangs
'BEDANKT DAT JULLIE NOG AAN ONS DENKEN'
Word donateur of maak een gift over op
GIRO 308 t.n.v. Stichting Hulp aan Land
genoten in Indonesië, Zoutmanstraat 23 II,
2518 GL Den Haag.
Telefoon: 070-3461285
E-mail: halin@hetnet.nl
Internet: www.stichtinghalin.nl
Zaten we over koetjes en kalfjes te praten, zei onze schoondochter
Maaike opeens: 'Pa, je hebt het altijd over dat oude huis van jou in
Batavia, of was het Palembang? Nou ja, daar in de buurt. Als je met
ons meegaat, kunnen we dat huis misschien terugvinden.'
Herinnerde ik haar er aan dat ik aan een
ongeneeslijke vorm van vliegangst lijd en
geen zin heb om onder levensgevaar naar
een mogelijk allang afgebroken huis te gaan
zoeken, bleek het om een uitvinding te gaan
waarmee je de hele wereld van boven kunt
bekijken zonder te reizen. Google Earth heet
dat nieuwe computer-mirakel, geloof ik.
Ik viel van de ene verbazing in de andere.
Zelfs ons huis hier in Beekbergen kreeg ik te
zien. Compleet, met de mintgroene Fiësta
waar onze kleindochter met man en kind nu
in rondrijdt omdat ik dat zelf niet meer mag.
Hou je niet voor mogelijk wat er tegen
woordig allemaal kan met al die elektronica.
Maar goed, ons eerste doel was het huis
aan het vroegere Koningsplein in Batavia,
dat we omstreeks 1930 korte tijd hebben
bewoond. Het lag op de hoek van de straat
waarvan het andere eind gemarkeerd werd
door de beroemde kathedraal met de twee
opengewerkte torens. Vlak naast ons, om de
hoek, bevond zich de schouwburg. Allemaal
dingen uit de voltooid verleden tijd zo leek
het, want hoewel we de Lapangan Merdeka
met het Monumen Nasional al snel had
den gevonden, we kregen we verder niets
bekends in het vizier, hoe vaak we ook over
dat indrukwekkende 'vrijheidsplein' vlogen.
Vroeg Maaike zich daarom af of we niet bij
het verkeerde plein aan het zoeken waren
en raakte ik daardoor nog meer aan het
twijfelen. Temeer omdat ik het plein in 1979
voor het laatst heb gezien. In een flits, van
uit een hevig slalommende taxi in het toen
Jack Poirrié
groeide op in
Batoeradja
en woont
sinds 1951 in
Nederland. Elke
maand schrijft
Jack Poirrié in
Moesson over
zijn perikelen.
al bloedstollend drukke stadsverkeer. Na tal
van vergeefse Google duik- en scheervluch
ten over de Jakartaanse huizenzee gaven we
het op en koersten naar Zuid-Sumatra voor
een verkenningsvlucht over het volgende
doel: Palembang, de stad van de vele wate
ren en de blaartrekkende empèh-empèh.
Verrast door de enorme uitbreiding van die
stad, ontdekten we toch moeiteloos de door
de Japanners als herstelbetaling gebouwde
brug over de Moesi, alsmede de stroomaf
waarts op de zuidoever gelegen olie-objecten
Pladjoe en Soengei Gerong. Ook eenvoudig te
traceren en reconstrueren was de vaarroute
die we destijds met de Gadja Merah over de
rivieren Moesi en Lematang volgden op weg
naar de Radja Wells. Maar ook weer vreemd
genoeg geen spoor van het grote VOC-fort op
de noordoever van de Moesi, ter hoogte van
de plek waar ons bataljon scheep ging en la
ter weer aanmeerde. Dat bracht me van m'n
stuk, want een gewezen luchtfoto-analyst
die, al is hij nog zo oud, doof en kippig, een
kathedraal en een VOC-fort over het hoofd
ziet of niet herkent, die is rijp voor de sloop.
Maar het is natuurlijk wel prettig dat je
vanuitje leunstoel kunt constateren dat
ze in Indonesië erg veel voor elkaar heb
ben gebokst. Petje af. Neem alleen maar
Palembang, daar werd vroeger wel eens van
gezegd datje er niet mocht hardlopen, want
dan lag je voor je het wist in de Moesi. Dat is
nu wel anders. Geweldig, hoe sterk de stad
gegroeid is en hoe weinig ze ontsierd wordt
door hoogbouw. Maar wat me wel van ze te
genvalt, is dat ze stug blijven volhouden dat
Palembang ooit de hoofdstad is geweest
van het legendarische hindoe-rijk Sriwid-
jaja. Terwijl die eer toch echt Batoeradja
toekomt. Daar durf ik mijn hand voor in het
vuur te steken. Niet omdat ik er geboren
ben, maar omdat Batoeradja niet voor niets
'Steen des Konings' betekent.
december 2006