napen
Van de lezer brieven
AANRADER
Reagerend op een advertentie in Moesson,
heb ik mijn kleinzoon autorijlessen laten
nemen bij Autorijschool Coppen te Amster
dam. Naast de vijftien procent korting op het
lespakket, persoonlijke aandacht en coulante
service ook nog het resultaat, te weten het
behalen van het rijbewijs in één keer! Niets
dan lof dus voor Autorijschool Coppen.
C.M.Huiiseian, Amstelveen
EEN KLEIN INDISCH MEISJE
In april 1947 maakte een klein Indisch meisje
met de Kota Baroe de lange, 26 dagen duren
de reis van Tandjong Priok naar Rotterdam.
Haar naam was Martje Edith van der Wal, in
juni 1939 als anak knil geboren in het Mili
taire Hospitaal in Magelang. Het verhaal over
deze reis werd, geïllustreerd met een ontroe
rende, in 1947 in Leeuwarden gemaakte foto,
geplaatst in november 2002 in Moesson en
maakte een reis over de wereld.
Het verhaal werd op het mooie waddenei
land Texel gelezen door Maud van der Mheen
(Pemalang, 1925) die in 1946 met dezelfde Kota
Baroe naar Nederland gekomen was. Maud,
oud-lid van het voormalig Vrouwenkorps KNIL
en draagster van de medaille Orde en Vrede,
sloot het verhaal in haar hart. Ze gaf het een
prominente plaats tijdens de door haar in
oktober 2005 voor alle Texelaars met een'Indi
sche'achtergrond georganiseerde kumpulan.
In november 2006 werd in de expositieruimte
Tussen de Banke in Den Burg een tentoonstel
ling georganiseerd rond
het op Texel gemaakte werk van een groep
Amsterdamse kunstenaars, met daaronder
de portretschilder Edgar Jansen, zie www.
edgarportraits.com.
Tijdens de expositie werd de mogelijkheid
geboden portretten te laten tekenen door de
aanwezige kunstenaars. Maud van de Mheen
liet zich deze kans niet ontnemen en vroeg
Edgar Jansen een tekening te maken van de
foto van het meisje met de pop. Het schit
terende resultaat werd door Maud de dag
na Kerst 2006 aan Martje aangeboden, als
blijvende blijk van vriendschap en herinne
ring aan de gemeenschappelijke band: Indië
en de Kota Baroe.
Ed Vermeulen, Baarn
HUZARENSALADE
Met belangstelling heb ik het recept gelezen
voor bietensalade in Moesson van januari
2007. Wij noemden het Huzarensalade en
het mocht bij oud en nieuw niet ontbreken,
evenmin als zwartzuur. Het was een hele
teleurstelling toen ik, pas in Nederland, in
een restaurant Huzarensalade bestelde. Wij
maakten (en ik maak het nog steeds) anders:
geen eieren, haring en rollade, maar doperwt
jes, in dobbelsteentjes gesneden biefstuk,
gekookte sperziebonen en stukjes ananas.
Probeer dit recept ook eens!
Max van Balgooy, Rijnsburg
DUBBELE MORAAL
Het pleidooi van de voorzitter van het Indisch
Platform en de Regeringsverklaring van 12
januari jl. over de achterstallige salarissen
van groepen rijksambtenaren in dienst van de
Nederlandse overheid in het voormalig Ne
derlands Indië in WO li, hebben mij geraakt.
De vraag is, hoe motiverend het besef voor
militairen is, dat het mogelijk kan zijn op
basis van een juridische of staatsrechtelijke
constructie geen salarissen te ontvangen voor
bewezen diensten. Voelt de Nederlandse rege
ring zich niet verantwoordelijk of aansprakelijk
voor de bezoldiging van uitgezonden krach
ten? Het is wel verstandig als je dienst neemt,
je tevoren hiervan te vergewissen, gelet op
ervaringen uit het krijgsverleden.
In elk geval was het bij die tienduizenden
KNIL-lers niet bekend. Anders zouden ze niet
met hun lijf en leden het Nederlands Staats
belang en het belang van het Nederlandse be
drijfsleven hebben beschermd. En dan ook nog
het burgerpersoneel werkzaam bij militaire
diensten. Al deze manschappen werden via de
in Nederlands-lndië en in Nederland geïnde
belastingen en bedrijfswinsten betaald. Er wa
ren indertijd maar een vlag en een volkslied.
Naderhand werd echter wel juridisch onder
scheid gemaakt tussen de groepen militairen.
Maar wat raar eigenlijk. Is de Indonesische
Republiek de rechtsopvolger van het Konink
lijk Nederlandse Indische Gezag? Aan wie
was admiraal Karei Doorman verantwoording
schuldig en alle andere militaire comman
danten? Zou hier een gewone burger nog
uitkomen? De Staat meent van wel.
Er wordt de laatste jaren een discussie gehou
den over herstel van normen en waarden. Het
lijkt erop, dat er geen gebrek is aan normen
en waarden. Het probleem schuilt meer in
een teveel aan normen en waarden. Deze zijn
opgehangen aan geconstrueerde realitei
ten. Zoals de juridische of staatsrechtelijke
realiteiten in tegenstelling tot de maatschap
pelijke realiteit, die meer appelleert aan idea
listische en humanitaire normen en waarden.
De mix daarvan levert politieke ruimte voor
het (be)sturen van burgers onder gegeven
omstandigheden. Maar veel oog voor het
eergevoel van ordentelijke burgers, die voor
de Staat correct hun diensten hebben ver
richt, lijkt er niet te zijn. Dat het vertrouwen
in de Staat, het respect voor politici en het
maatschappelijk draagvlak worden aange
tast, wordt kennelijk voor lief genomen.
Het raakt mij zeer. Waarom? Omdat deze
samenleving mij erg aan het hart gaat. Maar
wanneer ik het gevoel krijg, dat er een dub
bele moraal of misschien zelfs meervoudige
tegenstrijdige moraal heerst, dan wordt mijn
rechtvaardigheidsgevoel geraakt. Daarbij heb
ik geleerd, dat dit iets geheel anders is dan het
rechtsgevoel. Dit laatste kan via kunstmatige
constructies en juridische argumentatie wor
den gesust.Tot de volgende calamiteit, waarbij
een beroep moet worden gedaan op de moed
van medeburgers om de kastanjes uit het
vuur te halen. Zo blijft de Staat het belerende
vingertje naar velen op de aardbol opsteken
en vindt het raar als zij al nationaal een ander
vingertje daarop als antwoord terugkrijgt.
G.C. Fredriks (via e-mait)
februari 2007