KARIN
amatmoekrim
WANNEER WIJ
SAMEN ZIJN
Wanneer wij samen zijn
Suriname, 1939. De Javaanse Wagiman
ontmoet Soemi, op de dag van haar gear
rangeerde huwelijk met een oude man.
Ze zijn beiden kinderen van de eerste
generatie Javaanse contractarbeiders.
Wagiman en Soemi lopen samen weg
naar het Javaanse dorpje Tambaredjo, in
het district Saramacca. Daar, in het huisje
dat Wagiman voor haar bouwt, probeert
Soemi de schande die ze over haar familie
heeft gebracht te vergeten, en bloeit de
liefde tussen haar en Wagiman op. Tien
kinderen zal het stel uiteindelijk krijgen.
Naast gelukkige tijden blijft het gezin
geen verdriet of armoede bespaard. Wa
giman en Soemi zijn zelfs door armoede
gedwongen een kind af te staan. Het gezin
zal uiteenvallen als Soemi sterft en de trek
naar Nederland op gang komt. De jongste
dochter Soeratijem vestigt zich in IJmui-
den, waar ze slechts op haar eigen kracht
is aangewezen.
Karin Amatmoekrims boek Wanneer wij
samen zijn is verkrijgbaar in de boekhan
del voor 17,95. Uitgeverij Prometheus,
ISBN 90 446 0869
Het boek gaat vooral over liefde. 'Ja, daar
was ik zelf nogal verbaasd over. Ik ben van
nature geen optimistisch mens, maar blijk
baar speelt liefde een grote rol in mijn leven.
Het is dus toch een deel van mij. Dat ik het
schreef in de periode dat ik net moeder was
geworden en zó verliefd was op mijn kindje,
heeft ook bijgedragen. Maar ik wilde ook
vertellen over die mensen. Ze hadden niks,
maar de liefde sleepte hen erdoorheen. Het
is een kracht, een band.'
In het boek spelen mystiek en bijgeloof
een grote rol. Was dat in jouw familie ook
zo? 'Niet met je hoofd naar de deur slapen,
paraplu niet binnen openen... Zo kan ik nog
wel even doorgaan. Ik ben grootgebracht met
de zekerheid dat er geesten bestaan. Mijn
moeder twijfelt er niet aan. Ik geloof er wel
in, want er zijn nou eenmaal dingen die je
niet kunt verklaren. Ik wil er alleen niets van
weten. Ik ben er een beetje bang voor.'
Waar komen die verhalen over vloeken, die
ook in jouw boek terugkomen, toch vandaan
denk je? 'Je hangt de vuile was niet buiten,
dus werden er verhalen verzonnen dat
iemand betoverd of vervloekt was. Dat kon
zijn om iets te verklaren of goed te praten.
Bijvoorbeeld het meisje in het begin van het
boek. Zij is over haar hele lichaam gestreept.
Dat komt door een huidziekte, maar de
mensen geloven dat ze betoverd is en vloeken
kan uitspreken over iemand. Ik heb haar zelf
verzonnen, maar het geeft wel aan hoe dat
gaat. Het hoort bij de cultuur. De Indonesi
sche mystiek en de Surinaamse Winti.'
Op een gegeven moment moet Wagiman een
achternaam kiezen voor het bevolkingsre
gister en komt met de naam Amatmoekrim.
Wat betekent het? 'Niemand weet wat het
betekent. Ook in dit geval: zo is het nou een
maal en daar ga je niet naar vragen.'
Je moeder, Soeratijem, vertrekt met haar
Nederlandse man naar IJmuiden. Was dat
een grote overgang voor haar? 'Mijn moeder
is niet zo spraakzaam, maar voor haar was
de grootste schok dat ze nu alleen was. Ze is
een echt familiemens en nu was iedereen ver
weg. Dat was moeilijk.'
Aan het eind van het boek kom jij erachter
dat de Nederlandse man niet jouw vader is.
Ben je hem ooit gaan zoeken? 'Ik was opge
lucht dat de man waarvan ik dacht dat het
mijn vader was, dit niet bleek te zijn. Maar ik
had nooit de behoefte om hem te zoeken. Tot
ik op mijn achttiende een brief kreeg van mijn
vader. Hij zocht al jaren contact met mij. Ik
ben naar Suriname gegaan. Het is een ijdele,
charmante man met heel veel kinderen. Ik
krijg nog af en toe een mailtje van iemand die
ook een halfbroer of-zus is.'
Je bent, net zoals je grootouders een Javaan
se Surinamer. Wat heb jij met Indië of Indi
sche mensen? 'Niet zoveel. Ik ben Surinaams
met Aziatisch bloed. Maar toen ik op Bali
was, zag ik wel overeenkomsten. Het woord
warung bijvoorbeeld. Ik dacht dat dit een
Surinaams woord is, maar dat bleek niet zo
te zijn. Mijn moeder heeft een andere positie
tegenover Indonesië. De Javanen hadden een
aversie tegen de Javanen die in Suriname zijn
gaan wonen. Zij keken op hen neer. Ze waren
het laagste van het laagste.'
Begrijp je jouw eigen familie beter door dit
boek? 'Ik weet niet of ik ze beter begrijp, maar
ze worden menselijker. Ik ben gek op m'n ooms
en tantes in Suriname, maar we zijn anders.
Vooral degenen die op het platteland wonen. Zij
zitten de godganse dag te vissen en we hebben
niet veel te bespreken. Weeten samen en knuf
felen, daar houdt het op. Maar door de verhalen
van mijn moeder over hun levensgang kon ik
door hun ogen kijken. Dat was bijzonder.'
februari 2007 17