Al meer dan een uur sta ik te dralen voor mijn klerenkast. Over een paar uur heb ik een
interview met de Duitse Sabine Kuegler en zal de fotograaf ons samen op de foto zetten.
Twee blanke Papoea's. Maar wat moet ik aan? Het zou natuurlijk erg toepasselijk zijn om
één van de grasrokjes aan te trekken die ik boven op zolder heb liggen, maar ik ga toch
voor een wat minder opvallende outfit. Wel doe ik speciaal mijn schelpenketting uit Papua
om en neem ik mijn nokkingtas mee, zo voel ik me toch nog een beetje Papua. Vijf minuten
later stap ik de deur uit, op naar Amsterdam.
DOOR MAAIKE BOERSMA O FOTOGRAFIE FRÉDÉRIOUE BOSCH-VLAMINGS
een Papua'
Sabine is vierendertig jaar en groeide net als ik op in Papua, waar ze
tot haar zeventiende met haar ouders, zus en broertje in een klein dorp
ergens in de jungle woonde, als enige blanken tussen de Fayu-stam.
Toen Sabine zeventien was stuurden haar ouders haar naar een Zwitsers
internaat om te gaan studeren. Het was de moeilijkste stap die Sabine
in haar leven te verwerken kreeg. Of zoals Sabine het zelf verwoordt:'de
schok die dit teweegbracht, heb ik tot op de dag van vandaag niet ver
werkt.' In 2005 kwam Sabine's boek Dochter van de jungle uit, waarin ze
haar jeugdherinneringen beschreef. Het boek werd ook buiten Duitsland
een enorm succes en werd maar liefst in twintig talen vertaald.
Heimwee
Toen ik het boek vorig jaar in handen kreeg en begon te lezen kon ik
het niet meer wegleggen. De plekken die Sabine beschrijft herkende ik
als geen ander, ik was er ook geweest. De avonturen die Sabine als kind
meemaakte heb ik ook meegemaakt. Ook de prachtige kleurenfoto's
van het kleine blonde meisje tussen de Papua-kinderen lijken zo uit
mijn fotoalbums te komen.
Ik las het boek binnen een dag uit en sloeg het daarna vol heimwee
dicht. Nu, iets meer dan een jaar later, ligt Sabine's tweede boek in
de winkel, Terug naar de jungle. In haar nieuwe boek vertelt Sabine
eigenlijk twee verhalen. Het eerste verhaal gaat over haar terugkeer
naar Papua. Daar vindt ze haar oude Papua-vrienden terug en leeft ze
een aantal weken zoals ze deed toen ze kind was. Natuurlijk is er in
een geïsoleerd dorp als waar Sabine opgroeide weinig te doen, maar ze
geniet van de dagen zonder tijdsdruk en verplichtingen.
Urenlang zat ik tussen de vrouwen we kletsten en lachten en deelden
sago en broodvruchten met elkaar. Alleen als iemand me een bakba
naan aanbood, sloeg ik die af. Of ik gaf de banaan meteen door aan
de kinderen. Alle bananen zaten vol met insectenlarven. Ik had ze er
natuurlijk uit kunnen peuteren, maar op dit punt merkte je toch dat ik
vele jaren in Europa had gewoond. Ik was kieskeurig geworden als het
om het eten van insecten ging, of ze nu dood, levend, rauw of gekookt
waren. De vrouwen hadden reuzepret dat ik zo precies was en pestten
mij ermee.
Maar haar nieuwe boek vertelt nog een verhaal, het verhaal van de
mensenrechtenschendingen in Papua. Tussen alle prachtige foto's in
het boek staat ook een foto die getuigt van de gruweldaden, een foto
maart 2007