Tempo Doeloe Lezers schrijven
Kerkje in Makassar
In 1933 werd mijn vader overgeplaatst naar de Riouweilanden, ten
zuidoosten van Singapore. De hoofdstad Tandjoeng Pinang lag op het
eiland Bintan dat rotsachtig was met nogal wat hoogteverschillen.
Onze achtertuin werd begrensd door een heuvel die mij en mijn zusjes
en broertjes ongekende mogelijkheden bood om te spelen.
Er woonden voornamelijk Chinezen op het eiland. Voor het eerst be
stond ons personeel: kok, huisjongen, tuinjongen, wasvrouw en naai
ster, geheel uit Chinezen. Ze woonden in een speciale wijk, het Chinese
Kamp, in het winkelcentrum. Er waren ook'inlanders' (Maleiers) op het
eiland, maar die vielen niet zo op omdat ze bijna uitsluitend op het
platteland zaten. In de hoger gelegen gedeelten, waar de mooie villa's
stonden, woonden de Europeanen, nog geen 200 in totaal.
De Europese school telde ongeveer 35 leerlingen, hoofdzakelijk Indi
sche kinderen, maar er waren ook een paar Ambonese en Menadonese
leerlingen en een paar totoks. We waren over twee lokalen verdeeld
en kregen les van twee onderwijzeressen. Eens in de week kregen we
catechisatie. Dit gebeurde niet tijdens schooltijd. Het was ook niet
verplicht om er heen te gaan, maar wie wilde kon een middag in de
week naar de kerk komen waar de twee onderwijzeressen om de beurt
godsdienstles gaven. Bijna iedereen ging er heen, want veel vertier was
er verder niet op het eiland.
Er was dus wel een kerk, maar geen dominee. Eens in de paar maanden
kwam er eentje langs, meestal uit Sumatra. Hij ging alle eilanden in de
buurt af en bleef overal een paar dagen. De kerk was dan stampvol, wat
zeker niet het geval zou zijn als er wekelijks diensten waren geweest. In
Indië speelde godsdienst nu eenmaal een zeer marginale rol. Discus
sies tussen hervormden en gereformeerden bijvoorbeeld, zoals die in
DOOR FLOOR VLASPOLDER O FOTO ARCHIEF MOESSON
Holland wel plaats hadden, kwamen hier niet voor. Je was óf katholiek
óf protestant. Daarbij gaf het ook niet of je als protestant uit praktische
overwegingen liever naar een katholieke school ging of omgekeerd.
Wat de vele Chinezen voor geloof aanhingen, vroegen we ons pas af na
een raadselachtig incident tijdens één van de spaarzame kerkdiensten.
De dominee had zijn preek gehouden, de psalmen en gezangen waren
al ten gehore gebracht, toen er opeens ritmisch geklapt werd en een
stuk of vijf Chinese meisjes van ongeveer acht tot twaalf jaar naar
voren stapten en onder de kansel een dansje opvoerden, begeleid door
handgeklap van een vrouw, misschien hun moeder. Ze zongen er een
snerpend Chinees lied bij.
ledereen was sprakeloos, niemand greep in, ook de dominee niet. Dach
ten ze misschien dat we een gezellige dorpsbijeenkomst hadden waar
aan zij als leden van de Chinese gemeenschap ook hun steentje wilden
bijdragen? Of had het lied dat ze zongen misschien een godsdienstige
betekenis? Maar dat dansje dan? Een pijnlijke stilte hing nu in de kerk.
De dominee sprak nog een laatste gebed uit - waar niemand waar
schijnlijk met zijn gedachten
bij was - en hief zijn handen
boven ons met de heilwens
'De Heer geve u vrede en be
hoede u', waarna we haastig
de kerk verlieten. Pas buiten
werd er opgewonden nage
praat. Niemand begreep het
motief van het opvoerinkje en
dat zijn we ook later nooit te
weten gekomen.
Wil je ook in deze rubriek komen,
schrijf dan een verhaal over een spe
cifieke gebeurtenis of herinnering uit
de tijd van vóór de repatriëring. Schrijf
rond de 500 woorden en stuur of e-
mail dit - samen met een bijpassende
foto - naar Moesson. Iedere maand
wordt het beste verhaal geselecteerd.
Moesson bedankt Floor Vlaspolder
voor haar bijdrage.
28 moesson