Ik leerde mijn man kennen in Holland. Mijn ouders en zijn ouders waren met verlof in Holland, want wij waren gelijk gesteld en hadden recht op verlof in Nederland. Lezers schrijven door mevrouw e.o. ibrahim-darman Tempo Doeloe bijlessen haalde hij het in één jaar. Wat nu? Maar hem werd een kort- verband van 2 jaar aangeboden om in Indonesië te varen. Ondertus sen hadden onze ouders hun pensioenjaren vol gemaakt en maakten plannen om in Nederland te blijven. Maar moeder Ibrahim kon niet tegen het klimaat in Nederland en de Ibrahims besloten in Indonesië te blijven. Na het volbrengen van zijn kortverbandcontract besloot de oudste zoon om niet naar Holland terug te gaan. Nog voordat mijn ouders weggingen naar Nederland, traden wij in het huwelijk. We woonden in Batavia aan de Djokjaweg, vlak tegenover de Soekaboemi- en de Garoetweg. Onze lieve Heer heeft ons 5 jongens en 2 meisjes geschonken. Na ons huwelijk is mijn man nog even blijven varen, maar besloot later een waljob te nemen. Omdat we zowat de eersten waren die zich na afloop van de Tweede Wereldoorlog bij de Nica hadden gemeld toen de Nederlanders terugwaren, kregen we de waarschuwing van de Nefis om een tijdje uit Indonesië weg te blijven. Ik kende de familie Ibrahim al, want onze vaders werkten samen op het Departement van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen. Zijn vader was hoofd van Personele Zaken en mijn vader bij de afdeling Comptabiliteit. De familie Ibrahim vertrok in augustus 1946, wij kwamen precies op Sint Nicolaasdag 1946 in Holland aan en werden ondergebracht in een hotel-pension in Bloemendaal. Toen mijn vader voorstelde om de familie Ibrahim te bezoeken in Zandvoort, werd ik ook voorgesteld aan de oudste zoon. Omdat het zulk mooi weer was, maakten wij een wandeling langs het strand. De oudste zoon liep steeds naast me. Hij plukte bloemen voor me en zei: 'Droog deze bloemen opdat we die kunnen laten zien aan onze kleinkinderen.' Wat dacht hij wel, dacht ik bij mezelf. Ik heb in Indonesië genoeg aanbidders. Later vertelde een zuster van hem, dat ik werkelijk zijn eerste liefde was. Na een jaar moesten onze ouders terug naar Indonesië om hun pensioenjaren vol te maken. De oudste zoon van de familie Ibrahim bleef achter om zijn studie voor scheepsmarconist af te maken. Met Omdat het niet vol te houden was op één ambtenarensalaris, heb ik tot mijn vijftigste gewerkt. Eerst net als mijn vader op het Departement van Onderwijs voor de afdeling Comptabiliteit, later in diverse boekhan dels: zoals J.B. Wolters en boekhandel Stam. Daarna ging ik over naar toeristenbureau Nitour. Hier bleef ik totdat de Nederlanders het land uit moesten. Deze exodus heeft me erg geraakt, daar ik zoveel Nederlandse vrienden en bazen moest missen. Op een dag kregen we bezoek van een dame wier man op een grote rederij werkte en een marconist zocht die Nederlands sprak. Dit omdat de schepen van Nedlloyd werden overgeno men en, zolang de huurkoop duurde, een Nederlandse Etat Major kregen. Mijn man werd aangenomen en heeft nog vele jaren gevaren. Hij koos vaak de Europalijn, dan kon hij mijn familie in Nederland weer zien. Het salaris werd in Amerikaanse dollars uitbe taald, zo konden onze kinde ren gelukkig studeren. IF7FRS SCHRIJVFN. Wil je ook in deze rubriek komen, schrijf dan een verhaal over een spe cifieke gebeurtenis of herinnering uit de tijd van vóór de repatriëring. Schrijf rond de 500 woorden en stuur of e mail dit - samen met een bijpassende foto - naar Moesson. Iedere maand wordt het beste verhaal geselecteerd. Moesson bedankt mevrouw Ibrahim- Darman voor haar bijdrage. 30 moesson

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2007 | | pagina 30