Tempo Doeloe Lezers schrijven
Ons gezin verhuisde in 1950 van Tjimahi naar
Bandoeng. De kokki en baboe tjoetji Nah
verhuisden mee. Ons huis in Bandoeng was
groter dan dat in Tjimahi. Er was ruimte voor
uitbreiding met een djongos.
DOOR SVEN-OLAF NIELS
Bikin
Sendi
Ons huis in Tjimani
Ons huis in Bandoeng
koto's van m,jn
Onze eerste djongos, Tjètjè, was er slechts twee maanden. Tjètjè
werkte onder zijn niveau. Zo kon hij ons bijvoorbeeld feilloos met
het huiswerk helpen. Van mijn ouders kreeg hij een studiebeurs om
hogerop te kunnen klimmen, want hij kon beter in hun ogen. Ruim
een maand later zagen mijn broer en ik toevallig Tjètjè op een nieuwe
fiets ter hoogte van de Braga voorbij peddelen. Dit was blijkbaar zijn
interpretatie van hogerop klimmen. In het kokkicircuit werd naarstig
naar een opvolger gezocht. Soewito bleek een geschikte kandidaat en
hij werd al snel aangesteld. Soewito was in zijn pre-djongos bestaan
een toekang botol; een opkoper van spulletjes op rommelmarktniveau.
Het was voor Soewito dan ook heel wat, om van de ene op de andere
dag, van toekang botol de status van djongos bij de toean dokter te
krijgen. Hij verruilde ook nog de kampong voor een riante kamer in de
bijgebouwen. In zijn hormat naar onze familie toe, maakte Soewito in
zijn nieuwe functie meteen een beoordelingsfout. Hij ging er vanuit,
dat ook de kinderen van zijn werkgevers, de toean besar en de njonja
besar, dezelfde bevoegdheden hadden voor het geven van opdrachten.
Op een dag, amper twaalf jaar oud, zei ik tegen hem: 'Soewito bikin
kopi'. En jawel hoor, daar kwam hij met een kopje koffie. Mijn moeder,
die hem de bestelling zag komen brengen, was des duivels. 'Waar haal
jij de arrogantie vandaan?' en 'Laat voortaan maar zoiets uit je hoofd!'
kafferde ze tegen me. Tegen Soewito zei ze vriendelijk doch beslist:
'Lain kali kalau anak-anak minta apa-apa bilang sadja: Bikin sendiri', of
tewel: 'De volgende keer dat de kinderen iets vragen, zeg je maar: Doe
het zelf'. Zo kreeg Soewito voor de toekomst rugdekking tegenover
ons van de njonja besar. Een paar dagen later probeerde ik het - uit
het zicht van mijn moeder - nog eens, maar nu met tèh. Je kon immers
nooit weten. Maar Soewito zei vrolijk: 'Bikin sendiri'. In mijn (gedegen)
opvoeding zijn deze gevleugelde woorden regelmatig toegepast. Later
als vader heb ik een variant toegevoegd: Ambil sendiri.
In 1954 zijn wij naar Nederland gegaan. Kokki, Nah en Soewito bleven
achter met een goede djabatan tangan mas (gouden handdruk). Kokki
ging terug naar Tjimahi. Nah kreeg werk bij een andere familie. Van
Soewito weet ik dat hij vertrok met een geschonken splinternieuwe
tweewieler van het merk Moelder; een kwaliteitsrijwiel, dat meneer
Mulder maakte van fietson
derdelen afkomstig uit de IF7FRS SCHRIJVFN
hele stad. Helaas hebben
wij hen bij ons bezoek aan
Indonesië nooit meer terug
gezien. Kokki (toen al sangat
tua) en Nah leefden niet
meer. Soewito was getrans-
migreerd naar Kalimantan
kregen wij te horen.
Wil je ook in deze rubriek komen,
schrijf dan een verhaal over een spe
cifieke gebeurtenis of herinnering uit
de tijd van vóór de repatriëring. Schrijf
rond de 500 woorden en stuur of e
mail dit - samen met een bijpassende
foto - naar Moesson. Iedere maand
wordt het beste verhaal geselecteerd.
Moesson bedankt Sven-Olaf Niels
voor zijn bijdrage.
32
moesson