'We kwamen erachter dat we niet zomaar die tak van de oude boom mochten afkappen' Tempo Doeloe Stenenregen Het is alweer bijna zestig jaar geleden, maar meneer en mevrouw Pichel (beiden in de 80) weten nog precies wat er toen is gebeurd. 'Het was in 1950, in de Djalan )lombo in Soerabaja', vertelt mevrouw Pichel, 'we waren nog jong toen we daar kwamen wonen, ik was 24. In de tuin stond een grote oude waroeboom. Daarvan hing een dikke tak over ons huis. Zo bleef er altijd een gedeelte akelig donker.' Me neer Pichel besloot op een dag die tak eraf te kappen. De simpele tuinklus kreeg echter gevolgen die zij vandaag de dag nog steeds niet kunnen verklaren. et regent stenen in huis Ze wisten niet dat het volgens de Indone sische cultuur gebruikelijk was eerst om toestemming te vragen voor het afkappen van die tak. Daar gelooft men namelijk dat alles om zich heen bezield is, van mensen en allerlei voorwerpen tot dieren en de natuur. Dat komt voort uit een traditioneel animistisch geloof dat versmolten is met de verschillende religies die in de loop der tijd in het land zijn gekomen. Iets of iemand kan bezield zijn met geesten van overledenen of met natuurgeesten. Juist bomen zouden een favoriete plek voor geesten zijn. Uit respect legt men daarom soms liever een weg om een grote oude boom heen dan hem ervoor om te kappen. Je weet maar nooit wat er anders van komt. Maar hiervan wist het echtpaar Pichel niet zoveel. Hoewel opge groeid in Indië, hun opvoeding was westers en christelijk. Zwevende jurk Diezelfde week kwam het jongste broertje (toen 11) van meneer Pichel samen met een vriendje logeren. Tijdens de middagslaap lagen de jongens op stretchers op de gang wat te kletsen. Mevrouw Pichel: 'Wij lagen al te dommelen toen de jongens lijkbleek de slaapkamer in kwamen rennen. Ze vertelden dat zij plotse ling een jurk door het huis zagen zweven, van de voordeur naar de achterdeur. Maar zij zagen geen hoofd of benen eraan.' Meteen gingen ze kijken maar konden niets of niemand vinden. Een week later kwam de moeder van meneer Pichel langs. De twee gingen samen even weg en mevrouw Pichel bleef alleen thuis. Dat was op een donderdag. In de namiddag zat zij met haar toen acht maanden oude zoontje in de voorkamer van het huis. 'Op een gegeven moment hoorde ik onder de bank, naast de bank waar ik op zat, de hond op een bot kluiven. Tenminste, zo klonk het. Maar ik wist dat de hond buiten lag te slapen. Ik keek onder de bank en zag niets. Toen rolde er 26 moesson

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2007 | | pagina 26