raadsheer in het hof van justitie en moeder Bor is secretaresse bij het Bestuursinstituut. Dochter Tina voegt zich in 1960 weer bij het gezin in Nieuw-Guinea, nadat ze in Nederland haar hbs en Schoevers heeft afgemaakt. Ze is dan 17 en gaat werken als secretaresse bij de arts die hoofd is van de Malariabestrijding. Als een vriend vraagt of Tina zin heeft om die avond naar de bioscoop te gaan, zegt ze natuurlijk ja, zelfs wanneer hij vertelt dat hij een baroe meeneemt. Ze wordt voorgesteld aan Rob Daniels die met de Utrecht net in Hollandia is aangekomen. Bij de kennismaking slaat over en weer de bliksem in, vertelt Tina zo'n 45 jaar later. Rob vraagt na twee weken of Tina met hem wil trouwen en natuurlijk zegt ze ja. Helaas vertrekt Rob dan voor drie weken naar Biak en zullen ze elkaar - nadat hij nog een week terugkeert naar Hollandia - daarna nóg eens 13 maanden niet zien. Tina's vader is er blij mee: zo zullen de jongelui eerst lange tijd elkaar moeten schrijven, en koelen ze wel af. Het is een test-case. Als de relatie daar tegen bestand is, is die serieus genoeg om te kunnen slagen. En de relatie slaagt. Na die dertien maanden, op haar twintigste, trouwt Tina met Rob. Het gelukkige huwelijk zal veertig jaar en een week duren, tot Rob in 2002 overlijdt aan kanker. Zelf heeft Tina niet eerder in haar leven mystieke ervaringen gehad, ondanks dat ze met de helm is geboren. Wel heeft ze sinds de dood van haar moeder in 1998 een aantal toevalligheden beleefd. Maar sinds Rob's dood heeft Tina verschillende tekenen ontvangen, die haarveel steun geven in haar leven. Zo had Rob een digitaal klokje op zijn nachtkastje, waarvan na zijn dood tot drie maal toe om onverklaarbare reden en op verschillende tijdstippen het alarm afging. Telkens waren op het display cijfercombinaties met 0,8 en 1 te zien. Onbegrijpelijk, tot Tina de koker met Rob's as ophaalt bij crematorium Ockenburgh.Tot haar grote verras sing is het registratienummer 080881! Enige tijd later is Tina op Gran Canaria, waar zij en Rob heel graag kwamen, om op twee verschillende plaatsen wat van zijn as uit te strooien. Op de eerste plek in Taurito, een grafstenen- en keienstrand dat in een kom ligt, bereidt Tina haar ritueel voor om de as, volgens goed Indisch gebruik samen met zeven soorten bloemen, door de zee mee te laten voeren. Ondertussen heeft Tina het andere zakje met as op de hoge keien achter haar neergelegd. Maar plot seling komen de golven hoog op, de as en de bloemen worden meege nomen en Tina moet van het kiezelstrand omhoog rennen om zelf niet te worden meegesleurd. De golven komen zo hoog dat het andere zakje met as ook wegspoelt.Tina is ten einde raad en zoekt het hele strand af, maar kan niks vinden. O, wat ben ik toch een tolol, denkt ze bij zichzelf. Ook de volgende dag kan ze niks vinden, tot ze vol vertwijfeling uitroept: 'Rob waar ben je?' Ineens leest ze dan aan de voet van een metershoge kei waar ze naast staat heel klein: Daniels. Daar ligt het zakje met as in een spleet aan de voet van de kei. Tina leidt een actief leven, zo is ze onder meer gastvrouw bij het Haags Gemeentemuseum en bij het Inloophuis Haaglanden, voor mensen met kanker.Tina doet dit vrijwilligerswerk ook omdat ze niet thuis wil zitten piekeren en graag wat betekent voor anderen. Zo houdt ze zichzelf bezig. Ook is ze bijvoorbeeld op de allereerste Veteranendag in Den Haag, waar na het officiële gedeelte de voorstelling Oueen plaatsvindt. Terwijl Tina van de voorstelling geniet denkt ze: Goh Rob, zatje nu maar naast me.Als zevervolgens naast zich kijkt,zit daareen dame met een enorme tatoeage op haar arm met de naam Rob. Het zijn slechts drie voorbeelden van situaties die Tina sinds de dood van Rob regelmatig meemaakt. Tina:'Ik kan het geen toeval meer noemen, het overkomt me steeds. Ik put er veel kracht uit, want ik heb altijd het gevoel dat Rob bij me is. Mijn leven met Rob was één groot avontuur. Hij zag alles aan me, zei altijd dat hij me mooi vond en stimuleerde me in het schrijven, mijn grote hobby. Natuurlijk hebben we net als iedereen ook wel eens dalen gehad in ons huwelijk, maar omdat onze basis goed was, zijn we daar doorheen gekomen. Als ik deze tekenen niet had, zou ik het niet volhouden. Maar nu weet ik: hij zal er altijd zijn.' Tina Daniels (foto: Ed Selhorst) 44 moesson

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2007 | | pagina 44