volmaakt gelukkig Theodor: Mijn vader was tot de oorlog kwam Marscha: 'Als het hard regende, moest mijn oma aan Indië denken in Indonesië. Ik kan dat wel begrijpen. Hoe verklaar je dat de Nederlanders het 350 jaar hebben uitgehouden in Indonesië? Dan moeten we toch iets goed gedaan hebben? Maar mijn vader besefte tegelijkertijd dat er nieuwe tijden waren aangebroken. In ons huis was Indonesië een voortdurend onderwerp van discussie en verande rende standpunten. Mijn vader was er ten diepste van overtuigd dat Indonesië zich beter had kunnen ontwikkelen als het land Nederlands was gebleven. Nu zag hij het verloederen, de plantages, de infrastructuur, en dat deed hem pijn.' Marscha en Theodor zijn nog nooit in Indonesië geweest. Marscha: 'Als het hard regende, moest mijn oma aan Indië denken. Daarom wil ik graag naar Indonesië. In de hoop er een bepaalde sfeer aan te treffen.' Theodor: 'Ik wilde nooit naar Indonesië, en mijn moeder ook niet. Waarom, weet ik niet. Zelf ben ik niet zo'n roots-zoeker. En toch, als jij gaat, ga ik mee. Maar dan wil ik in luxe hotels slapen. Als koloniaal. Met wit pak en tropenhelm.' Marscha: 'Jij voelt je opgelaten als je bediend wordt!' Zinvol Marscha gaat uit huis. Over kinderen die zich verantwoordelijk voelen voor hun ouders gesproken: wie gaat er met haar vertrek nu eigenlijk op zichzelf wonen? Marscha: 'Ik moet wel opletten dat mijn vader genoeg te drinken in huis heeft. En als dat niet zo is, moet ik het ook nog gaan halen Maar gelukkig betaalt Theodor. Mijn vader is een rare man, maar ik ben eraan gewend. Er bestaat nogal een verschil tussen de vader aan wie je veel hebt en de zoon voor wie je moet zorgen.' Theodor: 'Jij zegt wel 's dat je mij meer op voedt, dan ik jou ooit heb gedaan.' Marscha: 'Theodor heeft me vaak voorgehou den houvast te zoeken in het creatieve. Want dan zul je altijd zelf kunnen bepalen wat je doet en zul je altijd werk hebben. Ironisch eigenlijk. Mijn opa was als de dood voor een creatief beroep, dan werd je een losbol. Je moest zorgen dat je een vaste betrekking kreeg en daarmee een pensioen. Theodor zocht juist zekerheid in een creatief beroep.' Theodor: 'Mijn vader en ik hadden dus het zelfde doel: zekerheid.' Marscha: 'Ik vond het gezellig bij je.' Marscha: 'Mijn vader smeerde 's morgens nooit brood voor me en 's avonds belde hij niet wanneer ik thuis kwam. Theodor veroordeelde niet. Wel kon ik het aan hem merken als hij bezorgd was. Ik krijg van hem zelden kritiek, maar daardoor heb ik het gevoel dat ik juist extra mijn best moet doen. Zijn belang rijkste levensles is zinvol leven. Dat je er zelf van bewust moet zijn hoe je lekker kunt leven.' Theodor: 'In het Nederlands kun je het woord zinvol op twee manieren uitleggen. Je moet vooral zelf zin hebben in het leven dat je leidt. Voor mezelf ben ik soms bezorgd dat mijn werk zinloos blijkt te zijn, dat de creativiteit stokt, dat ik overal ontslagen wordt, dat ik gedwongen ben iets anders te doen. Mijn vader was als assistent-re sident volmaakt gelukkig tot de oorlog kwam. Het geluk is hem toen afgenomen. Hoewel vroeger meer dan nu, ben ik bang dat mij zoiets overkomt.' Theodor: 'Ik bij jou.' augustus 2007 15

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2007 | | pagina 15