Katanja
Tempo Doeloe
'Wij kopen ze van je en betalen in Nederlands-In
dische guldens. Binnen de Indische kringen kun
je er nog steeds mee overweg.' Mijn ma maakte
bijna een vreugdesprong, maar bevroedde dat er
nog meer komen zou.
De jongste Yiwén vervolgde het verhaal.'De Ja
panners betalen ons met Nippon-geld dat geen
knip voor de neus waard is. Nu niet en zeker niet
na de oorlog. We willen al langer een handeltje in
goud beginnen. Misschien kunnen wij elkaar daarin
vinden.' Mijn ma begreep meteen wat de broers
bedoelden. Vele Indische vrouwen waren op het punt
beland dat ze zo'n beetje hun hele inboedel hadden ver
kocht om te overleven. Het enige waardevolle wat ze vaak nog
bezaten, waren hun sieraden die ze op hun lichaam droegen. Mijn
ma wist van een paar vriendinnen dat opkopers veel te lage prijzen
boden, maar dat ze noodgedwongen toch hun juwelen van de hand
deden. Via de gebroeders Yiwén zouden ze een goede prijs krijgen.
Mevrouw De la Combee was zeer content met de guldens. Ze vroeg
of mijn ma nog meer barang wilde verhandelen. 'Jawel, maar alleen
gouden sieraden,' antwoordde ze kordaat.
Vanaf dat moment kwamen er dagelijks vrouwen over de vloer met
hun oorbellen, ringen, halskettingen en armbanden. Allemaal vieren
twintig karaat. Stuk voor stuk namen ze met pijn in hun hart afscheid
van hun kleinoden. Soms ging het zelfs om een trouwring of een han
ger met medaillon, waaruit het fotootje was verwijderd.
Er waren momenten dat zich in ons huis griezelig veel sieraden bevon
den. Om deze snel af te voeren schafte mijn ma een fiets voor mij aan.
Ik zou voortaan tussen de Kawistraat en Kidoelpasar heen en weer
pendelen. Het wankele rijwiel bewoog zich voort op 'ban mati'. Harde
rubberen banden, die er in de bochten af dreigden te rollen. Zodra ik bij
de gebroeders aankwam, gingen zij over tot het analyseren en wegen
van het goud. De aanwezigheid van de gezette stenen bepaalde mede
de prijs. Soms ging er een sieraad retour, omdat het van slecht vakman
schap getuigde. Dan zag ik mijn moeder tobben over hoe ze het de
eigenaresse moest vertellen....
Wouter, Malang 1944
kingen en vragen.'Ach
is dit nu je zoon?' en 'Hoe
is het met jou en hoe vergaat
het DidiFons en John?'
Ma probeerde zo secuur mogelijk ant
woord te geven, maar kon niet bij alle genoemde namen een situatie
schets te geven. Tegelijkertijd was zij benieuwd naar het wel en wee
van een aantal jeugdvrienden die tot de kring van de gebroeders Yiwén
behoorden. Ook zij deden gedetailleerd verslag van hetgeen zij wisten.
'Iedereen bestaat gelukkig nog. We moeten nog even volhouden,'
concludeerden ze gezamenlijk. Mijn moeder maakte een aanzet om
tot het zakelijke deel van haar komst over te gaan. Ze gaf aan dat ze
blij was om het duo weer te ontmoeten, maar ze had aan beiden ook
een verzoek. 'Een kennis van mij heeft het erg moeilijk en ze heeft mij
verzocht deze spullen te verkopen.'
Ma opende haar tas en haalde de in doeken gewikkelde voorwerpen te
voorschijn. 'Hebben jullie interesse,' vroeg ze voorzichtig.
De broers keken nauwelijks naar het fototoestel en het horloge. Ze
gaven aan dat ze in de tussenhandel zaten. Nu de Japanners meer en
meer geïsoleerd raakten door het wegvallen van de diverse zeever
bindingen, zagen ze Java als een belangrijke voedselbron. Het tweetal
kocht olie, rijst en zoute vis van Indonesische boeren en verkocht
deze door aan het Japanse leger. Mijn moeder zakte de moed in de
schoenen. Aan wie kan ik dit spul dan wel kwijt,' bracht ze met enige
wanhoop in haar stem naar voren.
De oudste broer kwam na een lange stilte met een voorstel. 'Kijk Tini
er is vast wel iemand aan wie je het spul kwijt kan. Maar dan ben je
weken verder en je zult er een slechte prijs voor vangen.' Mijn ma en ik
knikten bevestigend, benieuwd naar wat verder komen zou.
augustus 2007 27