Kleding in de oorlog
Alles was schaars in de oorlog. Ook kleding en textiel werden gaandeweg
steeds moeilijker te krijgen. De slechts in tjawat gehulde krijgsgevangenen
waren het afschrikwekkende uiterste hierbinnen. Buiten het kamp - zonder
inkomsten - probeerden de vrouwen er het beste van te maken door middel
van ruilhandel en handwerk. Slechts enkele kledingstukken overleefden de
oorlog en de inmiddels 62 jaar daarna; een aantal bevindt zich in de collectie
van meesterkleermaker en verzamelaar Daan Wieman.
'We zagen er niet uit. Niemand droeg nog
schoenen, onze shorts hielden we omhoog
met touwtjes en onze hempies vertoonden
scheuren', vertelt Willy, die de bezettings
tijd in Bandoeng meemaakte. Als Indische
jongen bleef hij buiten het kamp en werkte
noodgedwongen, met een knorrende maag,
op een autokerkhof met door Japanners in
beslag genomen auto's in Bandoeng. Aan het
einde van de oorlog droeg hij slechts nog een
tjawat, zo lezen we in Willy's getuigenis in het
boek De jaren van asal oesoel.
Omdat er amper nog Indisch geld in omloop
was, werd kleding geruild. Op het internet
staat dat René Hermanus (15 jaar in 1942) nog
precies weet wat toen een kledingstuk waard
was: 'We verkochten alles en ruilden heel veel.
Een overhemd voor tien eieren of een spijker
broek voor twee kippen.'
Tjawat
Voor krijgsgevangenen en mannelijke
burgergeïnterneerden was het zwaar. In de
meeste gevallen was er geen kleding meer.
Mannen liepen alleen in korte broekjes
of bedekt door een tjawat, er was amper
schoeisel. In de Indische collectie van mees
terkleermaker en verzamelaar Daan Wieman
is een herenshort te vinden, gemaakt uit een
witte broek van een djas toetoep-kostuum.
Daan Wieman: 'Eind jaren dertig was het
mode geworden shorts en shirt te dragen
voor sportieve bezigheden en als informele
kleding. Deze short is gemaakt van een dun
geworden tropenjeans in witte katoen. Op
enkele plaatsen zijn op vakkundige wijze
nieuwe stukken ingezet, deze nieuwe stuk
ken zijn iets steviger van kwaliteit.' De korte
broek is gedragen door een Nederlandse arts
in Japanse internering en bijna tot op de
draad versleten.
34
moesson