Ik had niet elke dag bezoek. Dat kwam omdat
de blonde vrouwen met blauwe ogen meer
geliefd waren bij de Japanners. Zij zaten in de
voorste kamers. Ik zat achterin. Ik was nogal
fors en ik heb dat als een geluk gezien, want
ik was niet iedere dag de klos om op mijn bed
te gaan liggen. Ik ging altijd gekleed in mijn
witte jurk naar bed. Ik zei: man, als je wat
wilt hebben dan zul je het zelf eraf moeten
trekken. Er was één Japanner die regelma
tig bij mij kwam. Het erge was dat je geen
gesprekstof had. Hij sprak geen Engels en kon
dat gebrabbel van mij niet verstaan. Hij liet
wel foto's zien van zijn vrouw en zijn twee
jongens. Onbegrijpelijk toch die gedachte
gang? Ik dacht: wat heb ik hiermee te maken?
Ik zit hier gevangen. Alles was omgeven
met wanden van gevlochten bamboe. Tja,
troostmeisjes. Ik haat dat woord. Dat meen ik.
Maar ja, seksslavinnen daar krijg ik helemaal
de pokken van. Comfort women, dat klinkt
heel anders.
Bij de prostituees
Ik heb daar drie maanden en een dag te lang
gezeten. We kwamen erachter dat we vrij
waren, toen op een dag de hekken openston
den. De Japanners hadden ons niets gezegd.
Later kwam een Japanner binnen die zei dat
het was afgelopen. We moesten onze koffer
pakken en weer terug naar het kamp. Toen ik
terugkwam, was mijn moeder kapot. Dat is
natuurlijk vreselijk om te zien. Met je moeder
heb je de meeste compassie en die wil je niet
te veel opschepen met verhalen over wat je
hebt meegemaakt. Ik heb wel iets verteld,
maar niet de details. En dat ik er een ge
slachtsziekte aan overgehouden heb, dat wist
mijn lieve moedertje ook niet. Ze wist wel dat
ik in Holland onmiddellijk naar de dokter ben
gegaan om onderzocht te worden.
Na een poosje werden we naar een ander
kamp overgebracht met de trein. Ik zeg wel
met de trein, maar dat was natuurlijk niet zo
prettig als het klinkt. Het gebeurde 's nachts,
zonder water of dokter. We werden gestuurd
naar het vroegere Buitenzorg, wat nu Bc
heet. In dat kamp, Kota Paris, zaten vrouwen
die echt prostituees waren in het leven. Vrij
willig, om het maar even zo te zeggen. Niet
gedwongen, zoals ik. Zo hebben de Japanners
net gedaan alsof wij ook prostituees waren.
Door ons allemaal in één kamp te plaatsen.
Ze zijn slimmer dan je denkt.
Na de bevrijding zei mijn moeder: 'We gaan
naar Holland.' Ze wist niet meer wat ze nog
in Indië te zoeken had. Gelukkig had mijn va
der een broer in Den Haag. Mijn moeder had
hem geschreven of we konden komen. Dat
44