Indisch Erfgoed van de Oorlog DOOR TJAAL AECKERLIN EN RICK SCHOONENBERG plek geven ...Ik bevond me in kamp Bergartillerie samen met mijn maten op onze knieën in de buurt van de hoofdpoort. We maakten deel uit van de 'grasploeg'. Mijn vrouw ging me voorbij in slowmotion met de kinderen in ganzenpas achter haar aan. Heeft ze mij gezien?, vroeg ik me af. Onderwijl passeerden er een aantal andere vrouwen, wel of niet in aanwezigheid van hun kroost, die ook zo onopvallend mogelijk langs hun geliefden paradeerden. We wilden allemaal iets roepen, maar durfden niet. De Japanse bewaking kende deze ontmoetingen op afstand en had ons allang in de gaten. De volgende dag bezocht ze me weer. Om de vrouwen te treiteren vulden de Japanners grote oliedrums met water waarin ze zich baadden. Over onze hoofden maakten ze toespelingen. Ik begreep niet wat ze uitkraamden, maar de intonatie zei genoeg... Het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) start een subsi dieprogramma onder de projectnaam Erfgoed van de Oorlog. Het is de bedoe ling het meest waardevolle erfgoed uit de Tweede Wereldoorlog te bewaren voor de toekomst en toegankelijk te maken voor een breed publiek. Dit is be langrijk, zo stelt VWS, omdat het op deze manier voor toekomstige generaties mo gelijk blijft aan de hand van dit erfgoed materiaal te reflecteren op de Tweede Wereldoorlog. Het programma wordt in de periode 2007-2009 uitgevoerd. Dr. Esther Captain (voormalig adjunct directeur, hoofd programmering en wetenschappelijk onderzoek van het teloorgegane Indisch Huis) is binnen het programma Erfgoed van de Oorlog projectleider Indisch Erfgoed. Met andere woorden: zij is de vertegenwoordiger van onze Indische belangen. Moesson en Katanja... hadden op 2 augustus een onderhoud met Captain in Den Haag. We hebben aangegeven dat het meer dan noodzakelijk is om, naast de inspanningen van VWS, de oorlog in Nederlands-Indië een plek te geven bin nen en vanuit de Indische gemeenschap. Daar is tot dusver onvoldoende aandacht aan besteed. Verder leek het ons van belang om haar te wijzen op een voorzichtige benadering in het vergaren van Indisch materiaal. De emotionele band met voorwerpen, objecten en verzamelingen zal groot zijn, juist omdat de oorlog nog geen geschre ven boek is. Met de grasmaaier over het Indische landschap en vervolgens bezien wat er wordt uitgespuwd leek ons niet de juiste methodiek. Daarnaast moeten we reëel zijn. De meeste Indische oorlogs slachtoffers hebben door de bersiap, de onrustige periode na de dekolonisatie en het gedwongen vertrek niet altijd datgene kunnen behouden of meenemen wat hen direct of indirect met het oorlogsverleden bindt. Maar datgene wat er is dienen we te koesteren, net als het verhaal. Captain heeft zich positief uitgesproken over onze standpunten. Onduidelijk is nog wel waar zij zelf in 2009 op afgere kend wil worden. Meer informatie: www.minvws.nl september 2007 27 Chris, Tjimahi ig42

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2007 | | pagina 27