lilt Ui u v' Ook de bersiap-periode, direct na de Indone sische onafhankelijkheidsproclamatie op 17 augustus 1945, trok een diep spoor door de Indische gemeenschap. Circa 24.000 Indische Nederlanders verloren het leven bij rampok- en plunderpartijen, daar een groot deel als buitenkamper niet de relatieve bescherming vanuit de voormalige Japanse internerings kampen genoot. Het noodzakelijke verhaal Gezien het aantal slachtoffers en gezien de grootte van de toenmalige Indische gemeenschap kunnen we concluderen dat elke Indische familie direct getroffen is door chaos, verlies of geweld. En veelal een com binatie hiervan. ...Op de politiepost van Tjitjendo bleek dat Lies en een grote groep vermogende dames in één klap ingerekend waren. De con tactpersoon van Lies sloeg door, nadat de werkster van zijn buren ontdekte dat hij de zegels van de radio had verbroken. Naar een ontvangtoestel luisteren mocht, mits je maar naar de door Nippon geselecteerde zender luisterde. Tijdens de huiszoeking die volgde, vonden de Japanners een behoorlijk kapitaal en enkele niet vernietigde berichten. Er was niet veel voor nodig om uit hem te krijgen waar dit alles vandaan kwam. We werden allemaal aangeklaagd voor spionage en vertrokken naar de gevange nis Bantjeuj, waar ze ons negen maanden vasthielden. Tussen de verhoren door borduurden we op elkaars zakdoeken onze namen, met voor zichtig losgetrokken draden uit onze jurken... Rie, Bandoeng 1942 Er heeft nooit een proces plaatsgevonden om de oorlog en de bersiap als gemeen schap te duiden. Vele Indische Nederlanders van de eerste generatie konden en kunnen eenvoudigweg de moeilijke episodes uit hun persoonlijke geschiedenis niet kwijt. Een wrange constatering daar deze ouderen ons in de komende jaren zullen ontval len. En met hen een schat aan kennis en ervaringen. Het Indische verhaal over de oorlogstijd is dan ook een noodzakelijkheid. Daar kunnen we eenvoudigweg niet meer mee wachten. Tjaal Aeckerlin en Rick Schoonenberg van Katanja... interviewden in het kader van hun oral-history projecten tot dusver circa 200 Indische ouderen. Zij hebben onder vonden dat het onder woorden brengen van het levensverhaal een verzoenende en reflecterende activiteit is die troost en kracht brengt. Los van het vrijkomen van net als hun dierbaren, zelf achter de kawat. Ruim 14.000 burgergeïnterneerden en buitenkampers zouden uiteindelijk om het leven komen. te werk worden gesteld. De aanleg van de Birma- en Pakan Baroe spoorlijnen, het draaiende houden van de zware industrie en scheepsbouw in Japan en het vervaardigen van vliegvelden op Sumatra zijn daar enkele voorbeelden van. Voor vele Indische vrouwen vielen vaders, broers en geliefden weg. Ze werden verstoken van een inkomstenbron en zonder de 'mannelijke component' waren de vrouwen en kinderen extra kwetsbaar. Moeders zochten naar handeltjes om het hoofd boven water te houden. Ze verkochten etenswaren, ruilden huisraad voor voedsel of waren al meteen in de beginfase afhankelijk van de bedeling. Hun dochters kregen een leven in en rond het huis om ze te bescher men tegen opdringerige heren uit alle bevolkingsgroepen. En hun zonen droegen al vroeg een grote verantwoordelijkheid op hun schouders, door de rol van hun pa over te nemen. Of complete families verdwenen, 28 moesson

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2007 | | pagina 28